73 Booth, Cornelis
Utrecht, 20 oktober 1605 - Utrecht, 13 juli 1678
Booth studeerde vanaf 1622 in Leiden en in 1628 in Caen, waar hij hetzelfde jaar tot doctor in de medicijnen promoveerde. Hij werd arts in Utrecht en bekleedde veel openbare functies. Als schepen, vroedschapslid, thesaurier en burgemeester diende hij de stad, als bibliothecaris vanaf 1640 de universiteit. Zijn positie verschafte hem vrije toegang tot stedelijke en gewestelijke archieven. Ook voormalige kloosters en abdijen bezocht hij op zoek naar documenten over het verleden, waarbij hij vele afschriften vervaardigde.
a Beschryvinge der stadt Utrecht. Utrecht 1685 [12 pp.; fo], 1715, 1745 - Nijhoff/Van Hattum, 37-39.
Anoniem verschenen. In de laatste druk was ook de tweede druk van de Stichtsche cleyne chronicke van J.F. Cortgeen van der Goude opgenomen (zie: 123, a).
De Beschryvinge was het eerst verschenen in 1648 bij een kaart van Herman Hermanszn. Saftleven, en in 1651 als zodanig opnieuw uitgegeven op 13 eenzijdig bedrukte pagina's bij de plattegrond van A. van Vianen uit 1598. Tenslotte werd de Beschryvinge in 1729 herdrukt in het Groot Placaatboek van J. van de Water (zie: 515, a).