36 Baudius (Le Bauldier), Dominicus
Rijssel, 8 april 1561 - Leiden, 22 augustus 1613
Baudius studeerde theologie te Leiden en Genève (bij Beza) en in 1583 in Leiden rechten. In 1587 was hij advocaat bij het Hof van Holland. Vanaf 1591 verbleef hij in Frankrijk, waar hij contact onderhield met J.A. de Thou. In 1603 werd hij buitengewoon hoogleraar in de retorica te Leiden, waar hij tevens recht doceerde. In 1611 werd hij gewoon hoogleraar in de geschiedenis. Zijn ongeregelde levenswandel leverde hem een schorsing uit de senaat op. Behalve met dichten en filologisch werk hield hij zich bezig met geschiedschrijving. Ondanks zijn langdurig aandringen benoemd te worden tot officieel geschiedschrijver, ontving hij tegelijkertijd met Meursius* slechts een som geld van de Staten-Generaal, met de opdracht een geschiedenis van de totstandkoming van het Bestand te schrijven (Res. 13 augustus 1611, 14 september 1612).
a Libri tres de Induciis belli Belgici. Lugduni Batavorum 1613 [318 pp.; 4o], 1617, 1629 (verm.).
Van 't bestant des Nederlantschen Oorlogs drie boecken. Amsterdam 1616.
b Novae et ad vivum expressae icones Belgi Pacificatorum. Quibus adjuncta est Historia de occasione et progressu induciarum, cum articulis earundem, illa epitoma, his descriptis ex Historia de Induciis belli Belgici edita. Amstellodami 1618 [19 pp.; fo].
Dit is een postuum uitgegeven samenvatting van het verloop van de onderhandelingen over het Twaalfjarig Bestand.