zij, zulke als die van Walter; Orban had milde, rijke oogenlichten. Machteld durfde haar stem niet goed roeren, en zij luisterden even samen naar de regendroppen die nog van het dak lekten. Toen zei ze het van den maaier, dat hij begraven was, hij zou nu niet meer kunnen terugkomen. Op haar gezegde rees Reinier op, hij wrikte de oogen beter open, dat hij ook nog zien kon misschien, wat daar tegen hem gezegd werd: De maaier was dood, die sterke man, die rapper sloeg dan hij! Hij was nog niet betaald. Hij dacht er nog een beetje over na, over die negen-en-zeventig jaren waarmee hij nog maaien kon en waarin hij nu gestorven was als had hij zichzelf weg gegeven.
‘Er moest er zeker een geofferd worden voor ons land. Orban zal nu wel terugkomen, meisje, nu de Diepte weer een offer gebracht heeft. Het zal nu wel weer een tijd goed gaan, geloof mij.’
Machteld geloofde ook zoo iets, zij dacht misschien nog met te veel vreugde er aan, dat deze man kon gevallen zijn in plaats van Orban. Hij, die den dood reeds verwachtte, die er al langen tijd mee bekend was, zou graag rust hebben. Het was goed, dat de oude maaier Orban of Reinier vervangen had in hun werk en ook nog in hun dood.
‘Maar sterk was hij toch, sterker dan jij en ik, die van tachtig jaar nog een veld neersloeg,’ sprak Reinier weer. ‘Geef voor hem het loon, dochter, of hij vijf-en-twintig was en een mis voor de rust zijner ziel.’ Dan moest de jonge vrouw het geld nemen uit de kast en Reinier telde het nog eens of het genoeg was, het was meer dan hij ooit aan een maaier had gegeven. Machteld scheen het, dat die oude maaier als een veldheer was geweest, die eerst, alleen, een heel leger had neergeslagen, voordat hij het leven opgaf en ze zei bij zichzelf, dat zij hem zich altijd zou blijven herinneren en dat ze er Orban van vertellen zou.
Hij die voor Orban was geofferd.
De jongen was al verdwenen, toen zij met het geld kwam. Zij had hem moeten zeggen, dat hij wachten zou, och ja. Het was maar een schuchter bedeesd kind, dat men gestuurd had en zij kreeg veel medelijden. Minstens om den langen man een graf te koopen kon men het geld noodig hebben en hoe moest zij nu zoeken waar de man vandaan is gekomen. Zij draagt het geld mee en kijkt naar de huisjes, die