Oorlogsverzen. Gevecht met het dier(ca. 1945)–Paul Haimon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Oorlogsnajaar Warom kan ik het land nu niet beminnen, blijf ik hier, traag, alleen aan 't venster staan? de wielewaal en 't waterhoen zie 'k gaan, en waren zij niet eens mijn lievelingen? Ik volg hen niet; er is iets dood van binnen, iets in de wereld heeft mij dit aangedaan. lk zou nog wel, ach, 'k wou nog 't land ingaan, hoe branden daar al de herinneringen! Het kan toch niet, ik kan daar nu niet gaan, ik had de verten lief, als de bijzond're dingen die eerst zoo green, nu naar het purper dringen, het najaarsloof, de zachte ritselingen die van het loaf tot onder 't water gaan. Ik had haar lief, ik blijf bij 't venster staan. Herfst 1940 Vorige Volgende