De echte weerkalender
In het oude stadje Weerburg wonen drie heel geleerde heren. Die zijn
zó geleerd dat ze alle haartjes van hun hoofd af gedacht hebben.
Eén is erbij, dat is de grootste, die heeft een gouden medaille
gekregen voor zijn geleerdheid.
Elke dag zijn ze bezig met de weerkalender. Dat is geen eenvoudige zaak. Probeer
maar eens te voorspellen, of het over een maand zal regenen of waaien, of het
heet of koud zal zijn. Iets zo maar zeggen, is niet zo moeilijk, maar komt het
ook uit?
De drie weermannen van Weerburg praten over niets anders dan het weer. Het is hun
hobby.
Als ze 's morgens bij elkaar komen, begint het al:
‘Goede morgen, mooi weertje vandaag!’
‘Ja, het staat op onze kalender: na regen komt
zonneschijn.’
‘Maar een korte regen maakt soms grote plassen.’
‘En er is geen zonneschijn zonder schaduw.’
Een echte weerkalender is natuurlijk nooit af. Daarom hebben de weermannen altijd
werk.
Nu zitten ze bij elkaar en vanwege het mooie weer hebben ze het raam open gezet.
Professor Van der Storm, dat is de geleerdste van de drie, heeft juist
uitgerekend dat ze de 364e dag van het jaar moeten voorspellen.
‘Heren, het is duidelijk dat...’
Verder komt de weerman niet, want er komt een zonderling toestel naar binnen
gevlogen, zo maar door het open raam. Met grote verschrikte ogen kijken de
geleerden door hun brillen naar die vreemde indringers.