Het paradijs der geestelijke en kerkelijke lofzangen (onder pseudoniem Salomon Theodotus)
(1638)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijOp de wijse:O heyligh eeuwigh Godt. pag. 234.
ICk magh wel klaghen Heer'
En schreyen langhs te meer,
| |
[pagina 622]
| |
Dat ick u all' mijn daghen
Vergramt heb alsoo seer:
In 's wereldts lof en eer'
Hadd' ick al mijn behaghen.
Vergramt, etc.
Den Mammon triumphant
Met weelden abondant,
Heeft my (o Heer) bedroghen:
Het vleesch aen d' ander kant,
De wereldt inconstant,
Sy hebben al gheloghen.
Het, etc.
Door haren boosen raedt,
Wierd' ick seer obstinaet,
En in mijn quaet ghepresen:
Tot allen over-daedt,
Tot alle sonden quaedt
Wild' ick altijdt een wesen.
Tot, etc.
Ick heb de wereld wijdt
Ghediendt soo langhen tijdt:
Noyt was mijn hert' te vreden,
Maer vol van haet en nijdt,
Met eenen swaren strijdt,
Vervult met bitterheden.
Maer, etc.
Ick wil my keeren af:
Want 't is al stof en kaf,
Om mijn ziel te verliesen:
Het is al verckens draf,
| |
[pagina 623]
| |
Vol stancks, ghelijck een graf,
De deughd die wil ick kiesen.
Het is, etc.
Ick bidd' u Vader mijn,
Wilt mijns ghenadigh zijn,
Door uw' vijf roode wonden:
Weert my het helsch fenijn,
Weest mijnen Medecijn:
Ik ben een vat vol sonden.
Weert, etc.
O Vader eeuwigh Godt,
O Godt van Sabaoth,
Wilt my, o Heer, toch leeren,
Want ick ben slecht en bot,
Ghy zijt het beste lot,
Tot u wil ick my keeren.
Want, etc.
Ick roep u Vader aen,
Als eenen Publicaen.
Wilt my, o Heer, ontfermen:
Van 't quaet wil ick af-staen,
Soo David heeft ghedaen:
Aenhoordt mijn bitter kermen.
Van, etc.
Al zijn mijn sonden groot,
En weghen swaer als loot,
Wilt my, o Heer, ontladen:
Wilt door uw' bitter doodt,
My helpen uyt den noodt,
| |
[pagina 624]
| |
Want groot zijn uw' genaden.
Wilt, etc.
Ick bidd' u Jesu soet,
Al door u dierbaer bloedt,
Wilt my uw' graci' gheven:
Helpt my uyt 's werelts boet,
Schenckt my dat Hemels goet,
't Welck is het eeuwigh leven.
Helpt, etc.
Oorlof mijn Broeders al,
Al komt ghy tot den val,
Keert u tot Godt hier boven:
Want hy u maken sal
Een kindt van sijn ghetal,
Om hem altijdts te loven.
Want, etc.
|
|