Het paradijs der geestelijke en kerkelijke lofzangen (onder pseudoniem Salomon Theodotus)
(1638)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijOp de wijse: O soete Harmonije. pag. 20.
IGnatius eerweerdigh,
Wt-munter in de deughd; in heyligh leven
| |
[pagina 445]
| |
Ten eynde toe volheerdigh
Waert ghy; en oock by God seer hoogh verheven.
Door wiens tongh' dan
Lof-weerden man
Kan uw' lof zijn vermeeret:
Want in Godts throone
Ghy met all' d' Heyl'ghen schoone
Triumpheeret.
In uwe jonghe jaren
Kloeckmoedigh ghy ten oorlogh u besteeden,
Maer die wereldtsche scharen
Konden u hert met geen vermaeck bekleeden,
Dies trockt ghy uyt
Die wapen huyt;
Uw' ziel wat anders lusten,
Uw' geest kloeckmoedigh
Walghden van 't strijden bloedigh,
Vol onrusten.
Godt die ghy contempleerden
Stondt ghy in 't hert als eenen viendt waerachtigh,
Soo dat hy u vereerden
Te zijn sijn Dienaer, Leeraer, Priester krachtigh.
Mirac'len schoon
Doen het betoon.
| |
[pagina 446]
| |
En den verdoolde menschen
Ghy alsoo leerden
Dat s' hen tot Godt bekeerden
Na u wenschen.
't Oogh-merck was daer g' op doelden,
Als gh' in Godts Kerck veel Ketters saeght in-sluypen,
Door wien 't geloof soo verkoelden
Dat hun fenijn gingh menigh Rijck inkruypen,
Om met kracht groot
Hun boosheydt snoodt,
Als oock hun valsche trecken,
Die sy bekleden
Met schijn-schriftuerlijckheden
Te ontdecken.
Niet min in sorgh tot dese,
Als Godt u met sijn glori' gingh vereeren,
Uw' Broeders hoogh ghepresen
Dees oeffeningh noch daeg'lijcks exerceeren;
Hunn' yv'righeyt,
Seer wijt verbreyt,
Gaend' door der wereldt leeren,
En die noyt wisten
Van Christus of van Christen
Sy bekeerden.
Wilt dan, o Catholijcken
| |
[pagina 447]
| |
Godt in sijn Heyl'ghen loven ende prijsen;
En wilt oock van ghelijcken
Ignatio met lof-sangh eer bewijsen;
Op dat w' in noodt
Zijnd' van de doodt
Sijn hulp ghenieten t' samen,
En Godt ons gheve
T' oneyndigh Hemels leven
Eeuwigh, Amen.
|
|