Het paradijs der geestelijke en kerkelijke lofzangen (onder pseudoniem Salomon Theodotus)
(1638)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijOp de wijse: O schoonste Personagie, &c. pag. 20.
O Een Drievuldigh wesen!
O Schepper, Heer van all',
Rijck Godt almachtigh!
Om uwen naem te vreesen,
Wy hier in 't Aerdtsche dal
Zijn uw's ghedachtigh.
Maer ons verstandt
Kan al ter handt
Uw' weerdigheydt niet vaten:
| |
[pagina 230]
| |
Sonder beginne
Uw' macht is, en uw' minne
Buyten maten.
Maer ons, etc.
O Vader aenghebooren
Ghebooren eeuwigh Soon,
O Gheest vol minnen:
Ghy hebt ons laten hooren,
Voor 't Evangeli' schoon,
En diep van sinne,
Dat, sonder spot,
Ghy zijt een Godt,
Een eeuwigh eenigh wesen,
Nochtans, ydoone,
Verscheyden drie persoonen
Wt-ghelesen.
Dat sonder, etc.
Dus ons verstandt ghevanghen
Wy gheven, Heere groot,
Tot uwe leere:
En bidden met verlanghen,
Helpt toch, in allen noodt,
U schepsels teere.
Ghy zijt het licht,
Dat ons hier sticht,
Uw' macht, wijsheydt en minne,
Om meer te mercken,
Wilt, Heer, Drievuldigh, wercken
In ons' sinnen.
Ghy zijt, etc.
|
|