Den drucker spreect aen den sangher ofte leser.
DE oorsaken, goetgunstigen Sanger, waerom ick onderstaen hebbe Het Paradijs der Gheestelijcke, ende Kerckelijcke Lof-sanghen, van desen Hoogh-gheleerden Autheur, ten vierde mael te herdrucken, zijn dese: Inden eersten, (behalven dat de exemplaren van den eersten, ende tweeden, ende derden druck meest zijn uytghesleten, het welck eene gemeyne oorsake is) want ick van versceyden kunstbeminnende personen onderricht ben, datter veel aenteyckeninghen der bladen ontbraken, waer men die voysen moste vinden; datter oock fauten in de Noten waren, ende dat de Tafel des boecks niet vol en was; waer in ick in desen Druck soo hebbe versien, dat yder-een vernoeght sal zijn soo ick verhope. Hier-en-boven is desen Druck verrijckt met veele schoone nieuwe Liedekens, voor desen noyt ghedruckt, soo van den selven Autheur, als van anderen in die kunst ervarene mannen ghedicht; ende dat ter eeren van die alder-heylighste Dominicanen, Franciscanen, ende die van de Societeyt Iesus. Oock sult ghy vinden inde Tafel deses boecks om te hebben kennisse wat nieuwe Liedekens telcke druck zijn by-ghevoeght dese navolgende tekens, den tweeden druck *, den derden druck **, den vierden druck ***. Hebbe oock voor aenghestelt in een Tafel alle de wereltsche toonen, op de welcke vele Liedekens, die in dit vermakelijck Paradijs gheplant staen, haren maet-klanck gheraemt is. Opdat alsoo deghene die eertijdts hare stemmen met ydele Liedekens misbruyckten, nu door 't ghesangh van dese verweckt zijnde, als in de welcke de weldaden Godts verhaelt worden, haren Schepper weder souden loven.