De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders
(1929-1930)–Godevaert van Haecht– Auteursrecht onbekendMartius.Ga naar margenoot+ Byna al dese maent durende hebben die van Haerlem noch dagelycx diveersche victualie over het meyr gecregen, totdat sy het meyr verloren, welcken dach wy na specificeren, met oock diveersche cleyne scermutsingen dagelycx ende met vele scietens van beyde syden, de principale ackten al hier op haeren dach noterende. Also dat die van Haerlem den 3 dach haer gesconcken gescut te werck stellende op de weerde van eenen halven dach de catte, die de Spaengiarden voer de stat gemaeckt hadden,Ga naar margenoot+ raseerden. Den 5 Meert hebben die van Haerlem een scip genoempt een jachte in het meyr gesonden met haer volck en werdt gepubliceert vry exsyse van alle goedt. | |
[25 Maart 1573]Ga naar margenoot+ Ende op den 25 dach 's morgens syn uyt Haerlem ontrent 200 Walen getrocken en cregen der vyanden eerste scansche, maer so sy niet sterckGa naar margenoot+ genoech en waeren, moesten sy weder na 't stat wycken. Maer sloten raet om na den noen met meerder macht uyt te trecken soo sy deden; te weten 6 vendelen borgers de Waterpoort uyt en 200 mannen de Zylpoort uyt en een seker getal met scuyten en de jachte den boom uyt gevaren, en de scermutsinge beginnende, syn noch meer knechten de Waterpoorte uytgevallen. Ende na dat de vyandt eens syn groot gescut gelost heeft is hy vluchtich geworden, ende werden vervolcht tot over die vaert, so dat er ontrent duysent geslagen werden; en de in de stat werden vuel costelycke habyten van de dooden inbrocht ende verbranden 300 tenten; brochten oock in vyf dubbel bassen, 2 metalen stucken, vuel buspoeders, 9 vendelen, 30 peerden, vuel coeyen, calveren, cleederen, scalen, ringen, somma elck brocht wat en met groote triomphe werden die 9 vendelen op de wallen gesteken ende waeren achtergebleven 8 mannen, 1 capiteyn. | |
[pagina 243]
| |
een gedolven gadt doer den dyck in 't meer van Haerlem gecomen ende ten selven dage hebben die van Haerlem, haer derde getimmerde galeye op 't meyr brocht by d'ander scepen, maer de vyanden begonnen terstont by de Fuyck een scanse te maken om daer ondere haer orloechscepen en galeyen te bevryden Ga naar eindnoot(17). Ga naar margenoot+ Ende nou comende tot den scipkrych daerom vuel orloechscepen van Antwerpen afgevaren waeren in 't eynde February om Middelborch te spysen, dat van die van de steden van Seelant benaut was. Dese lagen noch tot den derden en vierden Meert onder Saftingen, siende altoos de Guesche scepen voer hem varen; ende mits sy haer al onder dycx hielden, daer se vuel gescuts op hadden, dat monsr de Rues bewaerde, so en dorsten die van Zeelant haer daer met gewelt niet uythalen; maer op den 4 en 5 dach quamen noch eenighe scepen met soldaten en gescut versien,Ga naar margenoot+ uyt Bergen op Zoom, die de Guesen van achter quelden om dat de ander te beter souden doer geraken. Maer 't was al te vergeefs: sy werden gejaecht tot Bergen in de havene; maer op den 7 dach meynden sy doer te varen met gewelt, maer werden soo doerboort en gescoten, dat se moesten wycken met verlies van volcke ende ontboden op den 9 dach een scip met timmerlieden om reparatie te doen, die daertoe gedwongen werden.Ga naar margenoot+ En dien dach hernamen sy 't noch eens, maer 't was al om niet; in dese batalie bleef doot een Spaens cornel met name Arriette. Ga naar margenoot+ Als nou voer dese reyse die van Middelborch, daer capiteyn Beavoys overste goevernuer in was, hoorden dat er geen hope en was om ontset te worden, so deden sy vuel vrouwen en kinderen uytgaen om te langer te connen tegen houden, die van Vlissingen en van Ter Vere ontfangen werden. Ende dese opgerechte ermeye den 16 dach weder voer Antwerpen synde, werden in de stat geleydt; maer men hoorde maer van 80 mannen die se verloren hadden met scieten; maer vele van sieckten vergingen,Ga naar margenoot+ wandt de soldaten d' water ongewent waeren. Ende wederom werden er noch 6 groote hulcken begost om noch eens te hernemen Ga naar eindnoot(18). Item deestyt was er groote beroerte in Hongeryen duer groote scattinghe, die de keyser er dagelycx was afnemende tot behoef van de Nederlandsche orloge, want de paus, conick van Vranckeryck, SpaengienGa naar margenoot+ en Macximilianus den keyser waeren al in een verbont met den paus; in somma alle de meesten van Cristenryck. Maer hoewel zy d'woert Cristi wel vuel verdriets aendoen, so en mogens niet geheel verdrucken en worden daerover oock dicwils gestraft. Gelyck men nou hoorde van den conick van Vranckeryck, Carle de 9 van dien name, die in Sprokel vorleden met alle syn gewelt na Rotsielle getrocken was, welck hy belegert hadde. Ende 't scene dat sy sochten met den conick te accorderen, houdende sprake; maer nadat sy beloeft hadden 't conicx volck in teGa naar margenoot+ laten, behoudende lyf en goedt, so hadden sy seker gescut verborgen gestelt en sloegen also 't conicx volck buyten en binnen; haer lose was | |
[pagina 244]
| |
‘foy du roy’ willende seggen, gelyck den conick in de Paryssche moort gequeten hadde van de beloefte, die hy den amirael gedaen hadde, soo doen wy nou oock. Somma daer werdt er vuel geslaghen; eenige willenGa naar margenoot+ seggen wel van over de dusent. Hierna in April vielen die van Rotsielle so dapper uyt dat er de conick noch wel 4.000 mannen liet, waerom tot Parys alle de principael crostuers oft erbeyders, alle die so cloeck in de moorderye geweest hadden, werden opgescreven en moesten de conick dienen ende in den leger trecken na Rotsielle: also moesten de moorders al haren loon hebben Ga naar eindnoot(19). | |
[18 Maart 1573]Ga naar margenoot+ Ende op den 18 dach Meerte werden uyt Antwerpen 18 wagens met amonitie, poeder en ander dingen uytgevuert na Ducdalf leger, die noch voer Haerlem lach ende hadde wel willen Bommel en Buren oock beleggen, die hem vuel spyts van achter deden, maer en conde 's niet al gedoen. Ga naar margenoot+ Item deestyt werdt tot Lillo by Antwerpen op de rivire een bolwerck begost om gescut op te stellen, welck hierna een geweldige sterckte werdt, en dit om de orloechsscepen onder te scuylen; ende daer waeren nou gecomen 3 oft 400 Bremesche bootsgesellen tegen dat de orloechscepen weder eens souden varen Ga naar eindnoot(20). | |
[21 Maart 1573]Ga naar margenoot+ Op den 21 dach Meert waeren in Zeelant tot Vlissinghen wederom 2 groote scepen van orloghen gearriveert uyt Engelant, brengende soo men hoorde wel 1.400 mannen, also dat de coniginne den Seelanders also vuel bystants dede als 't muegelyck was. Ende deestyt in de Palmweke hadde Ducdalbe, wesende nou tot Nimmegen, tot Brusel de staten van de Nederlanden doen vergaderen, haer wederom quellende met scattingeGa naar margenoot+ op te brenghen; maer men hoorde, mits sy sagen dat de orloghe bleef gedurich en geen eynde af en quam, dat de conick haer bevolen hadde in 't verleden jaer, als sy uyt Spaengien quamen in Augusti, dat men de soldaten uyt den lande sou doen, en de landen sou doen regieren by de selve die regierden als hy na Spaengien trocke, 't welck de staten wel eer hadden mogen seggen. Maer dachten mogelycx dat Ducdalbe haest sou alle Guesen verdreven hebben; maer nou sy sien dat het perykulues is om de landen lichtelyck al te verliesen, so wilden sy wel dat het gemiddeltGa naar margenoot+ waere. Maer Ducdalbe en was des geenen wille, noch Duc de Medina, nou 't Hertogenbosche wesende; ende synde daertoe uyt Spaengien gesonden om dese landen te regieren en wilde niet in 't goevernement treden, voer dat Ducdalbe hem eerst het landt in rusten stellen soude, daer 't noch verre af was. Ende Vergas, eenen van synen raet, droech hem also tot Nimmegen het raport over en was byna in handen van die van Bommel gevallen, die welck het dorp van Ossen verbranden Ga naar eindnoot(21).
Ga naar margenoot+ Item in 't eynde deser maent tot Dornick noch ontrent 30 Franssoysen gevangen synde van die in 't vorleden jaer voer. Bergen Henegou | |
[pagina 245]
| |
gevangen werden, syn uytgebroken doer hulpe van eenige scuyten, waerom tot Valecyn eenige daer noch gevangen synde, ombrocht werden. Item in 't eynde deser maent de Engelsche, onlancx tot VlissingenGa naar margenoot+ gearriveert, syn gecomen voer het casteel van Rammekens daer Ducdalfs volck op was, welck sy meynden te overvallen, maer die van Ermuyden en Middelborch quamen Ducdalf volck ter assistentie, so dat er wel 300 Engelsche oft meer bleven en haeren oversten seer gequets Ga naar eindnoot(22). Ga naar margenoot+ Ende deestyt begonde men tot Antwerpen noch XI groote hulcken ter orloghen te bereyden, sonder die ander die er waeren en sonder de cleyne scepen. Ende deestyt hadde Ducdalbe noch 1.500 versch volckGa naar margenoot+ uyt Hoochborgoenien gekreghen, die hem den paus oft den kardinael Granvelle toescickte, die alreede Nimmeghen gepasseert waeren, om noch al voer Haerlem te trecken, welck nou seer gestelt was doer lange belegeringe en benautheyt, te moeten in handen vallen, mits sy in 't eynde deser maent, so voer in 't eerste geseyt is, het water of 't meyts verloren. |
|