Jan van Ruysbroek en BlommardinneGa naar margenoot+
door K. Ruelens.
Een man is er die in de Nederduitsche letterkunde een der twee hoogste namen draagt, Jan van Ruysbroek, de vader van het Vlaamsche proza. Van hem kent de Nederduitsche letterkundige niet veel meer dan zijne geschriften zoo meesterlijk door den Heer David uitgegeven, en weet daarbij nog, misschien, dat hij een deugdzaam monnik is geweest in Groenendaal, bij Brussel. Toch heeft hij eene geschiedenis met wonderlijke daden versierd, welke ons zaken leert van groot belang voor de innerlijke kennis van onze voorvaderlijke maatschappij voor vijf honderd jaren.
Wij zullen het beproeven, hier eenige punten dezer geschiedenis te onderzoeken, namelijk de zonderlinge episode van zijnen strijd tegen de leering van eene vrouw, onder den naam van Blommardinne bekend.