Bibliographie bij de Strophische Gedichten.
Vroegere uitgaven:
J. Heremans en C. Ledeganck, Gedichten van Hadewijch, 1875 (Maatsch. Vl. Bibliophilen) (zuiver diplomatisch). |
Joh. Snellen, Liederen, Amsterdam, 1907 (met inleiding en aanteekeningen). |
J. Van Mierlo, S.J., Strophische Gedichten, Leuven, 1910 (met korte inleiding en commentaar). |
Bijzondere studiën:
M. Jöris, Untersuchungen über die Werke der Hadewijch, Straatsburg, 1894. |
A.C. Bouman, Die literarische Stellung der Dichterin Hadewijch (Neophilologus. VIII). |
J. Van Mierlo, De poëzie van Hadewijch, (Versl. en Meded. k. Vl. Academie, 1931). |
id. De Wording van Hadewijch's kunst. (ib. 1937). |
M. Van der Kallen. Grammaticaal en rythmisch onderzoek van Hadewijch's poëzie, Den Haag, 1938. |
Algemeene studiën, waarin meer opzettelijk over de Str. Ged. gehandeld wordt:
J. Van Mierlo, Hadewijch en Eckart, (Dietsche Warande en Belfort, 1923). |
id. Hadewijch (in de reeks Eigen Schoon, Brussel, Amsterdam, 1926). |
M.H. Van der Zeyde, Hadewijch, Een studie over de mens en de schrijfster. Groningen. 1934. |
J. Van Mierlo, Hadewijch, naar aanleiding van een dissertatie, (Versl. en Med. der k. Vl. Academie. 1934). |
id. ‘Minne’ in de Str. Ged. (ib. 1941). |
De overige literatuur werd ter plaatse in de aanteekeningen vermeld.