Celen (V.): Paul van Ostaijen, Dichter van zijn Lyrisme. In Schets van de Ontwikkeling der moderne Poëzie. Lier, Colibrant, 1955, pp. 68-71. |
Cornette (A.H.): Paul van Ostaijen. De Bende van de Stronk. In Periscoop I. Antwerpen, Nederlandsche Boekhandel, 1932, pp. 238-241. |
De Bock (E.): Paul van Ostaijen. In De Vlaamse Letterkunde. Antwerpen-Den Haag, De Sikkel-Daamen N.V., 1953, pp. 201-210. |
De Roover (A.): Paul van Ostaijen. s.l., Desclée de Brouwer, 1958. |
De Ryck (P.): Van Ostaijen, fascinerend Dichter. St.-Amandsberg, Varior, 1935. |
De Ryck (P.): Bezinning over Van Ostaijen. Gent, De vissende Kat, 1951. |
De Vree (P.) en Jespers (H.F.): Paul van Ostaijen. Brugge-Antwerpen, uitgeverij de galge, 1967. |
Du Perron (E.): In Cahiers van een Lezer, in Verzameld werk, 7 dln. Amsterdam, G.A. Van Oorschot, 1954-1959. II, pp. 66-69, 69-72, 177-180. |
Eeckels (G.): Paul van Ostaijen. In Marginales. s.l., Editions de la Toison d'or, 1943, pp. 110-122. |
Engelman (J.): Paul van Ostaijen. In Parnassus en Empyreum. Maastricht, Leiter-Nypels, 1931, pp. 103-125. |
Francken (F.): Paul van Ostaijen. In Schalmhout. Antwerpen, De Witte Raaf, 1941, pp. 95-100. |
Gilliams (M.): Notities over Paul van Ostaijen. In De Man voor het Venster. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1943, pp. 16-23. |
Gilliams (M.): Een Bezoek aan het Prinsengraf. Lier, Colibrant, 1952. Dit werk en het vorige werden opgenomen in: |
Gilliams (M.): Vita Brevis. Verzamelde werken. Antwerpen, De Vries-Brouwers, s.d., resp. 3de en 4de deel. |
Hadermann (P.): De Kringen naar binnen. De dichterlijke wereld van Paul van Ostaijen. Antwerpen, Ontwikkeling, 1965. |
Herreman (R.): Paul van Ostaijen. In Fr. Closset: Raymond Herreman. Brussel-Rotterdam, A. Manteau-Nijgh en Van Ditmar, 1944, pp. 222-226. |
Kazemier (G.): Paul van Ostaijen en H. Marsman. In Het Expressionisme. Den Haag, Servire, 1954, pp. 56-86. |
Marja (A.): Tien Jaar na Van Ostaijen Dood. In Schuchter en iets luider. Bussum, F.G. Kroonder, 1946, pp. 22-27. |
| |
Marsman (H.): Paul van Ostaijen. In Verzameld Werk III. Critisch Proza. Amsterdam, E. Querido, 1947, pp. 137-141. |
Meeuwesse (A.C.M.): Muziek en Taal - Over Poëzie en Poëtiek van Martinus Nijhoff en Paul van Ostaijen. Amsterdam, M. Meulenhoff, 1961. |
Muls (J.): Paul van Ostaijen en de Stad. In Melancholia. Brugge, Davidsfonds, 1929, pp. 141-154. |
Muls (J.): Paul van Ostaijen. In De Krans van Laurier. Tielt, Lannoo, 1945, pp. 204-206. |
Muls (J.) Een onuitgegeven Gedicht van Paul van Ostaijen. In De Krans van Laurier. Tielt, Lannoo, 1945, pp. 207-216. |
Muls (J.), Brunclair (V.), Burssens (G.), Francken (F.), Joostens (P.), Peetermans (E.), Grauls (A.), Marsman (H.), Moens (W.), De Ridder (A.): Paul van Ostaijen. Antwerpen, De Sikkel, 1928. |
Muls (J.), Du Perron (E.), Engelman (J.), Nijhoff (M.), Gilliams (M.), Burssens (G.), Klant (J.J.): Paul van Ostaijen. Antwerpen, Den Haag, Amsterdam, De Sikkel-Daamen N.V., G.A. van Oorschot, 1952. |
Rispens (J.A.): Paul van Ostaijen. In Richtingen en Figuren in de Nederlandsche Letterkunde na 1880. Kampen, J.H. Kok, 1938, pp. 416-419. |
Rodenko (P.): Leren Dichten, leren Fietsen. Over Paul van Ostaijen in Tussen de Regels. Den Haag, Daamen N.V., 1956, pp. 93-97. |
Rutten (M.): Paul van Ostaijen of de beveiliging van het essentiële. In Nederlandse Dichtkunst van Kloos tot Claus. Kronieken. Hasselt, Heideland, 1957. |
Schoonhoven (E.), Paul van Ostaijen. Introduction à sa poétique. Antwerpen, Editions des Cahiers 333, 1951. |
Tralbaut (M.E.): Van Gogh-reflexies op Van Ostaijen. Deurne, Drukkerijen C. Govaerts N.V., s.d. |
Uyttersprot (H.: Paul van Ostaijen en zijn Proza. Antwerpen-Rotterdam, Ontwikkeling - A.D. Donker, 1959. |
Van Acker (K.): Paul van Ostaijen. In Vlaamsche Temperamenten. Antwerpen, Standaard-Boekhandel, 1944, pp. 70-79. |
Van de Voorde (U.): In Memoriam Paul van Ostaijen. In Critiek en Beschouwing (tweede bundel). Antwerpen-Santpoort, De Sikkel - C.A. Mees, 1931, pp. 273-279. |
Van de Voorde (U.): Paul van Ostaijen. Gedichten. In Modern, al te modern. Kortrijk, Steenlandt, 1931, pp. 87-93. |
Van de Woestijne (K.): Paul van Ostaijen en Willem Kloos. In Over Schrijvers en Boeken. Brussel, Karel van de Woestijne-Genootschap, 1933, pp. 11-16. |
Westerlinck (A.): Een Visie op Paul van Ostaijen. In Wandelen al peinzend. Leuven, Davidsfonds, s.d. (1960), pp. 174-237. |
|
|