dacht niet ontgaan, dat de bedoelde bisschop of opziener der gemeente in dit verhaal reeds als een grijsaard voorkomt. Nemen wij thans aan, dat de Apostel Joannes omtrent het jaar 100 der Christelijke jaartelling, of kort daarna, is gestorven, en dat Polycarpus, tijdens de vervolging van Marcus Anrelius, in het jaar 169, als een zes en tachtig jarig grijsaard den marteldood ondergaan heeft, dan is dit verschil in leeftijd te groot, om hetzelve met den inhoud dezes verhaals te kunnen overeenbrengen. Het kon alzoo niet bij mij opkomen, Polycarpus met de rol dezes bisschops te bekleeden. Ja, ik zoude het eene heiligschennis hebben gerekend, zoo wel aan de geschiedenis, als aan zijne nagedachtenis, begaan, alzoo eene vlek te hebben geworpen op het historisch karakter van eenen man, wiens leven en sterven de hooge voortreffelijkheid des Christendoms zóó luide verkondigd heeft.
En kroone u met de kroon des levens;
Aan Hem getrouw tot in den dood!
Deze woorden zijn hier met opzet gekozen. Zóó toch wordt de verhoogde Heiland zelf, tot de gemeente van Smyrna sprekende, ingevoerd: Openb. II. vs. 10.
Mijn kinderkens, bemint elkander!
Het is eene algemeen bekende overlevering, welke ons door hieronymus (ad. Galat. VI.) is medegedeeld: dat de hoogbejaarde Joannes, toen hij reeds digt aan zijn einde