soms zijn de hiaten in een boek, waarin hij in slechts een enkele regel Belgische schrijvers noemt als Fontainas, Gilkin, Giraud, Lerberghe, Mockel, die vrijwel vergeten zijn en Georg Büchner vergeet, die vooral bij de na-oorlogsen weer in trek is, evenals Georg Trakl, stellig een belangrijker symbolist dan meneer Mockel. Die ‘modernen’ weten trouwens wat! Het slotgedeelte van Literature and Western Man heet ‘The Moderns’, maar hoewel Dylan Thomas behandeld wordt, zoeken we Camus, Eluard, Sartre en Simone de Beauvoir tevergeefs. Ze ontbreken als de te spotzieke Norman Douglas, als de Amerikaan met de grootste invloed op de jongere Franse generatie: Henry Miller, als de zonderling Paul Léautaud, als de te speelse wijsgeer Lichtenberg, als Katherine Mansfield ondanks haar bijdrage tot de ontwikkeling van het korte verhaal, als Robert Musil, een van de heel grote Duitsers van deze eeuw, als De Sade, ondanks zijn invloed op ons heden, als Thomas à Kempis. Dit laatste is merkwaardig omdat Priestley met een onmiskenbaar heimwee omziet naar de eenheid der godzoekende Middeleeuwen, in tegenstelling tot onze godvliedende tijden. Het ontbreken van die eenheid betreurt hij bijvoorbeeld in zijn bespreking van het symbolisme van Mallarmé, die werkte in een tijd, ‘that the society of his time was without a religious foundation and framework.’ Een dergelijke samenleving, gaat Priestley voort, zou het voorzien hebben van symbolen, die een algemeen geldende betekenis gehad zouden hebben. En dan komt natuurlijk de oude klacht, dat de symbolisten een soort ‘private language’ hadden, de klacht over het duistere vers.
Het is uiteraard moeilijk om voor onze tijd tot een conclusie te komen. Priestley stelt: ‘Western Man is now schizophrenic’ en voorts, dat onze samenleving geen religie meer heeft, méér,
niet alleen ‘irreligious’ is, maar ‘antireligious’. Het lijkt mij duidelijker, dat deze samenleving juist nog altijd geregeerd wordt door religieuze wetten, taboes en voorschriften, waarin velen niet meer wezenlijk geloven, maar die toch als dwingend worden opgelegd, de ‘uitgeholde’ religie, die tot schizofrenie leidt en veel erger is