werk van Henry Miller is gevolgd, begeleid door weer een reeks processen op lokaal niveau. Door de oorlogsjaren is het mij evenwel ontgaan, dat er in 1942 in Engeland nòg een proces is gevoerd, dat van grote betekenis in de reeks geweest is. In november 1940 publiceerde Dr. Eustace Chesser Love Without Fear. Het proces hierover begon in juni 1942. Hier voor het eerst was men het er over eens, dat het niet aangaat passages uit een boek uit hun verband te lichten, maar dat het moet gaan om het werk als een geheel. Hier voor het eerst was de ‘summing-up... lucid, dispassionate and scrupulously fair, and in marked contrast to the moralistic harangues delivered by some judges in similar cases which have almost been speeches for the prosecution’. Na een beraadslaging van minder dan een uur kwam de jury tot de slotsom: niet schuldig.
Een ander geval, dat mij door de oorlog ontgaan is, betreft Bertrand Russell, die toen in Amerika woonde en er in toegestemd had een aantal colleges in Harvard te geven. De universiteit van New York bood hem evenwel de leerstoel filosofie aan, die hij aanvaardde. Toen dit bekend werd, schreef een bisschop een brief aan de pers, waarin hij eiste dat de benoeming ongedaan zou worden gemaakt omdat Bertrand Russell moreel nu eenmaal niet deugen wilde. Die vlieger ging niet op, maar de volgende wel. Dat was een proces, een ‘tax-payer's suit’ dat Mrs. Jean Kay aanbond. Zij stelde dat Russell een ‘advocate of sexual immorality’ was en dat ze zijn invloed vreesde wanneer haar dochter een van zijn studenten zou worden. Ze werd in het gelijk gesteld door ‘Judge John E. McGeehan, a Roman Catholic who had previously distinguished himself by trying to have a portrait of Martin Luther removed from a courtroom mural illustrating legal history’. Hij oordeelde de benoeming ongeldig op grond van passages, die hij citeerde uit het werk van Bertrand Russell. Alle pogingen om hierover in hoger beroep te komen zijn op niets uitgelopen. Zijn colleges in Harvard heeft hij evenwel, ondanks hevig verzet, wèl kunnen houden.
Niet onvermakelijk, behalve voor het slachtoffer, is het geval