van deze catalogi verschenen tegen stevige prijzen in Londen in 1960 en in 1962 in New York.) Pisanus, die Henry Spencer Ashbee heette, was een zeer bereisd zakenman, die de winter gewoonlijk in Spanje doorbracht waar hij zijn fraaie collectie uitgaven van Cervantes wel bijeengebracht zal hebben. Hij vermaakte die aan het Brits Museum met zijn verzameling erotica er onlosmakelijk mee verbonden. Het b.m. is voor de verleiding van Cervantes, hoewel met tegenzin, bezweken. Ik wist niet beter of de drie delen catalogi van Pisanus waren beschrijvingen van zijn bezit en dus uiteraard nu in het b.m., zij het dan achter slot en grendel.
Zelfs Legman wist blijkbaar niet beter, want hij vermeldt dat hij er een reis naar Engeland voor over had om daar tot de ontdekking te komen dat de catalogi beschrijvingen zijn van werken en platen, die Pisanus wel in handen, maar daarom nog niet in zijn bezit heeft gehad en dat nog niet de helft van wat hij beschreven heeft in het b.m. te vinden is.
Legman gaat vrij diep in op het veronderstelde auteurschap van Pisanus Fraxi van een van de geheimzinnigste werken op dit terrein: My Secret Life in elf delen. Uit een Parijse catalogus van curiosia uit 1902 diepte Legman de informatie op dat omstreeks 1888 een ‘well-known bookseller and publisher of Amsterdam, whose speciality was literature of an incandescent kind (i.e. Auguste Brancart?’) naar een van zijn rijke Britse klanten ontboden werd. Deze excentriek had zijn erotische fantasieën neergelegd in een enorm manuscript, dat hij gedrukt wilde zien. Hij betaalde alle drukkosten op voorwaarde, dat er niet meer dan zes exemplaren van gedrukt zouden worden. Een heerlijk ordertje voor de heer Brancart, wie hij dan ook mag zijn geweest. Er kraaide immers geen haan naar en het kost alleen wat papier méér om in plaats van zes bijvoorbeeld zeven, of als we toch draaien, dan ineens maar zestig exemplaren af te drukken, uiteraard ‘met de vinger op de lippen’, maar zo is de hele business.
Een andere ‘eccentric’ brengt Legman even zijdelings ter sprake als hij Adriaan Beverland vermeldt: ‘one of the most curious erotico-mystic eccentrics of all time’. Beverland heeft de ‘ketterij’