De gevaren van het lezen
Het lezen is voor mij een gewoonte geworden, een slechte gewoonte, zullen sommigen zeggen. Ik geef toe dat er gevaren in schuilen. Het grootste gevaar is misschien wel, dat het ons kan verhinderen na te denken, dat het ons hoofd vult met gedachten, die niet van onszelf zijn en dat de persoonlijkheid van een schrijver, zoals die door zijn woorden in ons doordringt, onze eigen persoonlijkheid in de hoek duwt en klein maakt. Ik ken mensen bij wie dat het geval is. Zij torsen hun enorme belezenheid als een last, waaronder zij schuil gaan en bezwijken. In plaats van eigen meningen, reacties, gedachten en gevoelens leggen zij in een gesprek voortdurend boeken of bladzijden uit boeken voor Uw verwonderde ogen. Zij zijn zelf een boek, een bibliotheek geworden en wanneer gij naar hen luistert, hebt gij voortdurend het gevoel dat Uw geheugen wordt opgefrist, dat gij verstrooid bladert in alles wat gij zelf eens gelezen hebt, maar tot Uw geluk allang vergeten was.
Een ander gevolg van dat gevaar is dat gij U zonder boek niet meer gelukkig kunt voelen en aan de mensen, met wie gij omgaat, eisen gaat stellen die slechts door meesterwerken kunnen worden vervuld. Ik heb dat gevaar aan den lijve ondervonden. Ik heb mij in de mooiste landschappen en in gezelschap van de liefste mensen verveeld, omdat ik geen letters onder mijn neus had en niet in staat was mij te verdiepen in de toverwe-