beide, boeiend, licht en gegarandeerd zonder lelijke woorden. Onze boekhandelaar maakte er een pakje van en wij pakten dat pakje nog eens opnieuw in met bulten, bobbels en uitstekels opdat Jan niet bij eerste oogopslag de inhoud zou herkennen. Bij Oom Jan en tante Klaartje bestaat namelijk de charmante gewoonte, dat zij op hun verjaardag als zij een pakje krijgen,
eerst moeten proberen te raden, wat er in zit. En u begrijpt, hoe dat gaat. Jan en Klaartje raden altijd erg bescheiden, om de schenkers niet te veraffronteren. Verbeeld je dat ze een kist sigaren zouden raden en 't was een kurketrekker.
Jan zag er echt kwajongensachtig uit toen hij het pakje van alle kanten bevoelde. En hij begon ook deze keer in de laagste regionen. ‘Een boek,’ zei hij. ‘Geraden,’ zei Alida. Jan keek haar ongelovig aan. ‘Je moet mij niet in de maling nemen,’ zei hij. Hij pakte het cadeautje zorgvuldig uit en toen hij het boek in zijn handen hield, zei hij jolig tegen Alida: ‘En nou dacht je zeker dat ik er in zou vliegen.’ Voorzichtig deed hij het boek open in de verwachting, dat hij achter de band toch zeker wel een sigarenpijpje of een stropdas zou vinden. Er zat echter niks, noch aan de voor- noch aan de achterkant, noch in het midden. ‘Asjemenou,’ gaf Jan toen eerlijk toe, ‘je hebt me d'r tussen.’ Alida probeerde enig missiewerk te doen. ‘Je moet het toch eens lezen,’ zei ze. Jan is meegaand genoeg. ‘Ja,’ zei hij, ‘dat zou ik natuurlijk óók nog kennen doen.’ Jan is ook fijngevoelig. Hij voelde wel dat hij de plank een beetje misgeslagen had. ‘Wie weet,’ zei hij, ‘wat er nog gebeurt als ik eens ziek kom te liggen of zo.’ ‘Dat hopen we natuurlijk niet,’ zei Alida. ‘Nee,’ zei Jan, ‘maar dan heb ik 't vast. Je kunt er toch altijd beter méé verlegen zitten dan er òm verlegen.’
d. van der stoep