Hevig lezen
‘Gut’, zei de dure mevrouw, ‘dat U dàt boek niet kent! Iedereen kent het! “Evelina” van Van Hoogstraten-Schoch! Gut, iedereen praat erover!’
Nadat ik mij terwille van de f 4,90 als boekverkoper passend had staan schamen, heb ik haar Elzelina van Van Ammers-Küller - het was nog vóór de oorlog - meegegeven, omdat ze dat al die tijd zo verontwaardigd bedoeld had.
‘Gut!’ zei de student in de rechten, ‘het B.W. is natuurlijk het Burgerlijk Wetboek’. ‘Gut!’ zei de aanstaande apotheker, ‘de N.P. is natuurlijk de Nederlandse Pharmacopee’. ‘Gut, dat U dat niet weet’, zei de architect, ‘de A.V.'s zijn natuurlijk de Algemene Voorschriften’.
De boekverkoper ‘buigt zijn kaal hoofd in leed’. Hij kent gemiddeld 3478 boeken, maar minstens een keer per dag moet een verontwaardigde ‘gutklant’ het 3479e hebben. Ik wil er maar mee zeggen dat er hier en daar een boekje geschreven is. Ik bedoel slechts, dat er geen pijn zo erg is, of er staat wel wat over in een boek - al is het maar in 't Latijn - en het is toch wel prettig je pijn ergens beschreven te vinden; geen zielenood zo zwaar of we hebben het wel ergens in de literatuur nog sterker meegemaakt. En dan praat ik nog niet van belastingspuzzles, petroleumboringen, het dodenboek der Egyptenaren, de buidelkrampen