Open brief aan P.L. Tak
(1982)–Jacob Israël de Haan– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
VIk heb met een onzer partijgenoten over deze open brief gesproken, en die vond het een verkeerd ding. Bovendien, zei hij, zul je geroyeerd worden. Meent ge dat ook, waarde Tak? Ik wilde eerst naar district iii over verhuizen, opdat gij, die daar thuiswoontGa naar voetnoot1, mee zoudt kunnen beslissen. Doch ik geloof niet, dat men mij royeeren zal. Heb ik iets gedaan, wat ik niet doen mocht? Neen, niets. En gij wel. Zal men mij dan uitstoten en u laten, waar ge zijt. Ik heb beter mening van onze partijgenoten. Ik ben zeker, dat iedereen u veroordelen moet. Ik ben zeker, dat geen onzer zich verenigen kan met uw tactiek van tirannieke dwingelandij. En als men mij dan wel royeert? Dan zal ik doen, wat mij te doen staat, en in beter beroep gaan bij het p.b. P.L. Tak, gij zijt lid van het Partijbestuur. Dan kunt gij rechten. |
|