Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 366 Wij wachtenGa naar margenoot+Wij wachten weder. Nog altijd is het Engelsch-Arabisch tractaat niet bekend gemaakt. De Emir Abdoellah van Transjordanië heeft een brief geschreven aan Moussa Kazem Pasja el Husseini, den leider van de nationalistische Arabieren in Palestina, waarin hij den Pasja verzekert, dat nog volstrekt niet vaststaat, dat Palestina buiten de Arabische Federatie blijven zal. Daarentegen verzekert Leonard Stein, politiek secretaris van de Zionistische Wereldorganisatie te Londen, in een artikel in de ‘Palestine Weekly’, dat er geen principieele veranderingen komen in het bestuur van Palestina. Het wordt niet een gewoon Arabisch land. En het wordt niet een gewone Engelsche Kroonkolonie. Wij wachten het af. | |
II.Alle Arabische leden van den nieuwen Staatsraad hebben ontslag genomen. Mohammedanen en Christenen zonder onderscheid van ras en geloof. Doar Hajom heeft dat zien aankomen, voor een piaster per nummer. Wij waren verrast. De Joden hebben twee leden aangewezen. Kalvarisky en David Yellin. De laatste na herstemming met Dizengoff, den burgemeester van Tel-Aviv. En wat nu? De Arabische leden waren met zorg gekozen uit de meest-gematigde elementen: de burgemeester van Jeruzalem, de burgemeester van Akko, enz. Men beweert, dat zij allen zelfs een schriftelijke verklaring gegeven hadden, dat zij de benoeming zouden aannemen. Het ontslag schijnt dan ook zekerheidshalve gegrond te zijn op een later opgekomen, tamelijk formeelen grond. Misschien is het ook nog niet definitief. In ieder geval is dit eenstemmige ontslag een klap voor de Palestinensische regeering. Het bewijst, dat de invloed van de nationalistische Arabieren groot is. De pogingen van de Zionistische Organisatie, verdeeldheid te brengen tusschen de Arabieren, lijken nog niet zeer succesgevend. Goedhartige menschen verzekeren, dat hooge Engelsche ambtenaren in de Palestinensische administratie de handen hebben gehad in dit ontslag, alleen met de bedoeling Sir Herbert Samuel's positie te verzwakken. En velen vragen zich af, wat de glimlach van Sir Herbert eigenlijk nog langer hier doet. Van de Palestina-leening, die in Mei zou zijn uitgegeven, hoort men niets meer. Aanstaanden Woensdag gaat Sir Herbert's glimlach met drie maanden zomervacantie. Wij wachten af. | |
III.Het Congres van de anti-Zionistische Arabieren is bijeen te Jaffa. Volgens de Arabische pers vertegenwoordigen zij de geheele Arabische bevolking van Palestina. Volgens ‘Doar Hajom’ vertegenwoordigen zij niemand en niets. Het eerste punt der dagorde is het Arabisch-Engelsche tractaat geweest. De tekst, gelijk die door de Palestinensische Regeering werd gepubliceerd, is verworpen, omdat zij de Balfour-declaratie bevestigt. Het Congres heeft zich tot Koning Hussein van Mekka gewend, met verzoek in geen enkele paragraaf aangaande Palestina toe te stemmen, zonder de Palestinensers te hebben geraadpleegd. De nationalistische Arabieren hebben de laatsten tijd in Engeland af en toe een slechte pers. Ze worden te veeleischend. Engeland wil uit strategische gronden niet een geheel onafhankelijk en geheel Arabisch Palestina. De ‘Times’. En de ‘Daily Chronicle’. Lloyd George. De ‘Daily Chronicle’ raadt de Regeering aan nog eens een duidelijke pro-Zionistische verklaring te geven. Misschien, dat daartoe spoedig in het Hoogerhuis gelegenheid komt. Wij wachten af. | |
IV.Het dertiende Zionisten-Congres nadert. De groote vraag is: democratie (Oessiskin) of plutocratie (Weizmann). In anderen vorm: zal de Executieve van de Zionistische Organisatie de Jewish Agency zijn? Of zullen in de Agency kapitalisten en andere deskundigen buiten de Zionistische Organisatie worden opgenomen? Niet democratisch gekozen en geen verantwoording schuldig aan het Congres. In de Engelsche Zionistische Federatie schijnt de meerderheid vóór Weizmann te zijn. In de laatste vergadering van het Zionistische Hoofdbestuur te Berlijn, waar Weizmann niet aanwezig was, (Amerika, dollar!) schijnen voorloopige beslissingen genomen te zijn, meer in den geest van Oessiskin. De werklieden en de MizrachieGa naar voetnoot1) schijnen tegen Weizmanns nieuwe systeem te zijn. Hermann Struck publiceert in het Mizrachistische Weekblad ‘Hator’ het Congres-Program van de Mizrachie: democratie en vestiging der Zionistische leiding te Jeruzalem; bijeenroeping van een Joodsch Wereldcongres tot verkiezing van de leden van de Jewish Agency, die voorloopig gekozen worden door het Zionisten-Congres; de Zionistische Organisatie moet voortgaan de kosten van het Hebreeuwsche Onderwijs in Palestina te betalen uit het Palestina-Opbouw-Fonds (Keren Hayesod); de Mizrachistische scholen moeten geheel autonoom zijn; de administratie van het Opbouwfonds moet worden overgebracht naar Jeruzalem. Er moet een einde komen aan de financieele bevoorrechting van de socialistische partijen tegenover de Mizrachie uit de gelden van het Palestina Opbouw-Fonds. Het congres van de Agoedath Israël valt samen met het congres van de Zionistische organisatie. Eenheid? Wij wachten af. | |
V.De groote verwachtingen betreffende een politiek-machtige Zionistische Gemeenschap zijn niet verwezenlijkt. En daarmede schijnt de spankracht verslapt. Velen hopen op herstel, wanneer de regeering den Zionistischen Volksraad en den Zionistischen stadsraden het recht geeft, gelijk een regeering dwingende belastingen te heffen van alle Joden. Het ministerie van Koloniën heeft zich tot dusverre daartegen verzet. De Zionistische Volksraad heeft gepubliceerd, dat Sir Herbert er nu vóór is. Maar Sir Herbert schijnt zich gisteren in een onderhoud met vertegenwoordigers van Agoedath Israël veel minder beslist te hebben uitgelaten. Deze quaestie, die reeds eenige jaren sleept, zal misschien eindelijk worden beslist gedurende Sir Herbert's aanstaand verblijf in Engeland. Voorloopig is de Joodsche gemeenschap vol kleine, felle conflicten. In Tel-Aviv over een strafverordening op de publieke Sabbathschending. In de groote koloniën Rischon, Petah-Tikvah en Rehoboth de belangentegenstelling tusschen de oude, gezeten kolonisten en de jonge, onrustige immigranten. In Haïfa twist tusschen de Ashkenasim en de Sefardiem. In Jeruzalem twist tusschen den Zionistischen stadsraad en het Zionistische Rabbinaat. En die te samen weder tegen de Agoedisten. Het proces tusschen de Zionisten en de Agoedisten over de gedwongen belasting op het Paaschbrood behoort tot de bestgeslaagde ondernemingen van Palestina. Er zijn elf zittingen aan gewijd. De preliminaire vragen: rechtspersoonlijkheid, geldigheid der verordening enz. zijn beslist ten voordeele van den Zionistischen stadsraad. Men gaat nu beginnen met de hoofdzaak. En dan nog het appèl. Jammer, dat er geen cassatie bestaat. Men hoopt op een sterker Joodsch leven na het Zionistische Congres en na de terugkomst van Sir Herbert, ongeveer midden September. | |
VI.Er wordt hier veel meer goed werk gedaan dan de pessimisten meenen. Maar veel minder dan de optimisten. Er is groote werkloosheid. Er ontstaat geen gezonde en geldelijk onafhankelijke Joodsche boerenstand. Er is geen welvarende industrie. Maar het huizenbouwen gaat geregeld voort. De bouwprijzen zijn gedaald en de huurprijzen ook. De Silicaatfabriek van bouwsteenen te Jaffa werkt weder. Er is afgeschreven op de aandeelen en er is nieuw kapitaal gegeven. Van het groote Ruttenberg-plan, irrigatie en electrificatie van geheel Palestina merkt men niets. Voorlopig bepaalt men zich tot het bouwen van electrische centrales in Tel Aviv en later misschien te Haïfa en te Jeruzalem. De Arabische gemeenteraden van Jaffa en Haïfa verzetten zich. Maar hun toestemming is, volgens de regeering, niet noodig. Ruttenberg kan zijn werken aanleggen en particulieren kunnen afnemen. De Regeering heeft nog eens uitdrukkelijk verklaard, dat de Ruttenberg-concessie geldig is. Maar de gemeenteraden weigeren contracten te sluiten voor electrische straatverlichting. Ruttenberg is naar Europa vertrokken, nadat zijne centrale te Tel-Aviv voor de eerste maal stroom had gegeven. De financieele resultaten? Wij wachten af. De immigratie blijft op ongeveer achthonderd per maand. Maar er is een sterke emigratie, waarover de Joodsche bladen zich zeer ongerust toonen. Polen heeft hier een consulaat geopend en de bladen schrijven met bitterheid over de goede zaken, die de consul met zijne visa maakt. ‘Doar Hajom’ beweert, dat bijna twintig duizend Joden de laatste vijf jaar het Land hebben verlaten. Maar dat lijkt overdreven. Een van de extreme Zionistische bladen vaart uit tegen de jongelui, die naar het buitenland gaan. ‘Wij hebben al genoeg advocaten, doctoren, ingenieurs en architecten,’ bijt het blad: ‘Wij hebben eenvoudige, stevige werkers noodig.’ En onze eigen universiteit? Inderdaad is de markt hier met Academisch misvormden overstroomd. Het leek zoo mooi: het Joodsche Land, de Joodsche Stad, de Joodsche Universiteit. Maar ja! Preciese cijfers over de emigratie geeft de Regeering niet. | |
VII.Met de onveiligheid gaat het best. Wat is er precies gebeurd met Sir Herbert Samuel, toen hij in 't Noorden van het Land was? Een aanslag op hem? Of een toevallige botsing tusschen roovers en Sir Herberts politie-escorte? Drie Iersche gendarmen zijn doodgeschoten. Waarschijnlijk zijn de daders, Druzen, reeds door de Libaneesche politie gepakt. Vrijdagavond hebben roovers niet ver van Jaffa automobielen aangehouden en een Engelschen gendarmerie-kapitein doodgeschoten. Er zijn de laatste maand aanvallen gedaan bij Jeruzalem, Hebron Jericho, Berseba, Ramleh en Ludd. En iemand, op wien niet eens een keertje geschoten wordt, is eigenlijk een onbeduidend mensch. Te Ludd, het centrum van het verkeer tusschen Jaffa en Jeruzalem, hebben roovers gedurende een geheelen dag alle reizigers langs een landweg opgevangen, beroofd en bewaard in een hol tot den avond. Toen waren er vijf en zestig. En zij mochten naar huis. ‘Ma Salameh’Ga naar voetnoot2). De politie zoekt nu dat hol. De roovers kunnen zelfs lezen en schrijven. En zij geven spottende quitanties af voor den buit. Als dramatis persona verschijnt hier heden de ‘Jewish Chronicle’ van 8 Juni. En wij lezen dat mr. Ormsby-Gore in het parlement heeft gezegd: ‘In werkelijkheid is Palestina de laatste maanden rustiger geweest en meer vooruitgegaan dan ooit tevoren’. Wij hooren, dat deze verstandige heer Ormsby-Gore op reis gaat. En hij misschien ook een bezoek zal brengen aan Palestina. Ook Sir Rabindranath Tagore wordt verwacht. Laat hen maar oppassen. De politie heeft het Hol der Vijf en Zestig nog niet gearresteerd. | |
VIII.Hebreeuwsch is een moeilijke taal. Daar is bijvoorbeeld Miss Landau, die zoo een voortreffelijke meisjesschool houdt. Zij had haar leerplan in het Hebreeuwsch gezonden naar Engeland, naar het School-comité. ‘Aardrijkskunde van Palestina’ heet hier ‘Kennis van het Geboorteland’. Een van Miss Landau's comité-leden (nog wel een bekend Hebraïcus!) ziet dat woord. En hij vraagt boos in het comité, waarom Miss Landau hare meisjes Verloskunde onderwijst. James de Rothschild looft een prijs van tweehonderd Pond voor het beste boek in het Hebreeuwsch over het Leven in Palestina. En Ahad Haäm vertrekt wegens gezondheidsredenen tijdelijk naar Europa. Of hij wederkomt? Wij wachten af. |
|