Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendI.Hoe rustig is het, wanneer de feesten van NebiGa naar voetnoot1) Mousa en Nebi Saligh genadiglijk voorbij zijn. Nu gaan wij weer denken aan de politiek. Lord Grey heeft in het Hoogerhuis een anti-Zionistische redevoering gehouden. Maar Lord Robert Cecil heeft dr. Weizmann in Amerika verzekerd, dat het niet waar is. De Londensche berichtgever van Doar Hajom telegrafeert, dat Lord Grey zich door deze redevoering als staatsman volkomen onmogelijk heeft gemaakt. Ook de andere anti-Zionistische Lords zijn nu onmogelijk. R. Herbert Samuel heeft dit trouwens den Rabbijn Kuk officieel verzekerd. Ook in de achting van onzen ouden Sroer is Lord Grey nu geweldig gedaald. ‘Zift, ziftèn, talata,’ zegt Sroer. En dat beteekent: ‘drek, dualis van drek, driemaal drek.’ Gelukkig, dat Lord Grey het niet weet. Maar ik betwijfel wel, of de oude Sroer in de gegeven omstandigheden bereid zou zijn met Lord Grey een kopje koffie te drinken op den rand van den regenbak. | |
II.Wij hooren ook, dat de vertegenwoordiger van den Koning Hussein van Mekka te Londen een groot verbond heeft gesloten met Engeland. Er schijnt toch een federatie van Aziatisch-Arabische staten te komen. Frankrijk zou zich verzoenen met den Emir Abdoellah van Transjordanië en Syrië, behalve de Libanon, zou ook een deel van deze Arabische federatie zijn. Maar Palestina blijft er buiten, omdat de Londensche berichtgever van Doar Hajom er tegen is. Toch zijn wij niet geheel gerust. Men kan hier slapen gaan als Palestinenser en opstaan als Arabier. De nationale Joden hier zijn er natuurlijk woedend tegen. Zij beschuldigen dr. Weizmann, dat hij tegenover den Emir Abdoellah veel te toegevend is geweest. Maar misschien zou het zonder dr. Weizmann toch zijn gebeurd. En dan is het nog maar beter te doen of men het prachtig vindt en het zelf ook zoo heeft gewild. | |
III.In de Zionistische Organisatie duurt de strijd voort tusschen de democraten en de aanhangers van dr. Weizmann's nieuwe plutocratische oligarchie. De leiders van de democraten zijn hier dr. Mossinsohn en dr. Klausner. De Mizrachie is tegen dr. Weizmann's nieuwe politiek. Het Congres zal in Augustus moeten beslissen. Als dr. Weizmann op zijn nieuwe politiek in Amerika groot geld krijgt, doet het Congres hem niets. Wij worden nu overstroomd met berichten over Amerikaansche millioenen. Maar wat zien wij hier. De medische organisatie ‘Hadassah’ stikt in de schulden, krimpt haar werk voortdurend in en wordt bedreigd met ondergang. De onderwijzers hebben met groote moeite hun salaris gekregen over December. Ook November is betaald. Maar drie maanden daarvoor zijn weder opengelaten. Slechts met een stem meerderheid hebben de Jeruzalemsche onderwijzers besloten na de Paaschvacantie de scholen weder te openen. Groote opwinding heerscht hier over de schandelijke verkwisting in de Zionistische bureaus te Londen. De menschen, die altijd Hebreeuwsch lezen en altijd zeggen: ‘dat het alweer niet waar is’, kunnen het lezen in Doar Hajom van Vrijdag 20 April, hoofdartikel: ‘Salarissenschandaal’. Het salarissenlijstje van December 1922 ziet er uit als volgt: 5 leden van de Executieve 655 Pond; 7 secretarissen 445 Pond; assistent-secretarissen (aantal niet vermeld) 235 Pond; 5 klerken 73 Pond; 2 boekhouders 49 Pond; 15 typisten 243 Pond; 6 boden 73 Pond. Totaal 1776 Pond. Dit lijstje sluit niet in: salarissen voor het Palestina Opbouw Fonds (Keren Hayesod); bureaukosten; reiskosten; enz. Doar Hajom zegt daar het zijne (en het onze!) van. De salarissen van de 5 leden van de Executieve zijn niet gelijk. Zij loopen van 90 tot 200 Pond per maand. Van de 7 secretarissen loopt het salaris van 40 tot 100 Pond. De 12 hoogstbetaalden krijgen samen per jaar 158. 400 Hollandsche gulden. En vraagt Doar Hajom: ‘Hoe is het te Parijs? Berlijn? Weenen? Triëst? New York? Jeruzalem? Is het niet waar, dat alleen al onze hoofdambtenaren ons samen per jaar een kwart millioen Pond kosten?’ Tot onzen troost en onzen trots voegt Doar Hajom erbij, dat de bureaux van de twee groote socialistische Joodsche arbeiders-partijen in Palestina precies eender is. Dan gaan wij weer rustig slapen als Palestinensers tot wij eenmaal zullen wakker worden als Arabieren. | |
IV.Hoe rustig zijn de voorjaarsfeesten voorbijgegaan. Maar de stemming tusschen de Arabieren en de Joden wordt niet beter. Sir Herbert Samuël moet het ontgelden. Zijn vlucht uit de Stad naar den Olijfberg door een achterpoortje toen de Hebreeuwsche pelgrims door de groote Jaffapoort de Stad binnentrokken. De afsluiting van den Klaagmuur voor Joden op den eersten Paaschdag. De Joodsche bladen hebben strenge bestraffing gevorderd van den ambtenaar, die daartoe het bevel heeft gegeven. Maar (dit is hier een humoristisch Land!) het blijkt, dat die ambtenaar een Jood is. En het schandaal met den sjeikh van Aboe Kisk. Deze heeft twee jaar geleden met zijn stam een aanval gedaan op de kolonie Petah-Tikvah en daarvoor een straf opgeloopen van tien jaar. Tallooze malen is reeds gratie voor hem gevraagd. Maar de H.C. wil, dat de stam van Aboe Kisk zich eerst zal verzoenen met de kolonie Petah-Tikvah. Ongeveer een maand geleden was Sir Herbert te Berseba om een standbeeld te onthullen van Lord Allenby. Daarna bood hij een lunch aan voor alle sjeikhs van het gouvernement Berseba. De veertig sjeikhs weigerden aan tafel te gaan, zoolang Sir Herbert hun niet beloofde gratie te geven aan die van Aboe Kisk. Sir Herbert heeft dat toen beloofd onder voorwaarde. En de sjeikhs van Berseba hebben die voorwaarde eerst half aangenomen. En toen half geweigerd. En toen heel geweigerd. De sjeikh van Aboe-Kisk zit. En vast. Maar het gezag van den heer Herbert Samuel is er niet grooter op geworden. De nieuwe Staatssecretaris Generaal Sir Gilbert Clayton heeft zijn functie aanvaard. Uit de artikelen in de Joodsche bladen blijkt een zekere angst, een zeker wantrouwen tegen dezen leerling van Lord Allenby. In sommige Arabische bladen hebben berichten gestaan, dat Sir Gilbert nieuwe pro-Arabische instructies heeft medegekregen. Er zou weder een nieuwe interpretatie van de Balfour-declaratie op komst zijn. Dat is altijd een goed ding. | |
V.De opbouw van het land gaat langzaam. Er komen de laatste maanden ruim acht honderd Joodsche immigranten per maand binnen. Een paar honderd per maand gaan eruit. Maar daarover geeft de regeering geen preciese cijfers. De werkloosheid is groot en wij hooren, dat de immigratie weder zal moeten worden ingekrompen tot zeshonderd. Het ergste is, dat wij niets zien van een gezonden, onafhankelijken Joodschen boerenstand. Er vormt zich een zenuwachtig, ongezond stads-proletariaat, half-werkloos, veeleischend. Dat kon nog wel eens tot moeilijkheden aanleiding geven. Wij lezen telkens wat Ruttenberg met zijn groote plannen zal doen. Maar wat doet hij eigenlijk? Men bouwt electrische kracht-stations. Maar de meeste gemeenteraden, waar de meerderheid Arabisch is, willen geen contracten sluiten. Men zal moeten afwachten. | |
VI.Het grootste deel van de immigranten zijn jonge socialisten. Over het algemeen zijn de oudere arbeiders nationaal. Maar onder de jongeren vindt men vele internationalen, vooral wanneer er geen werk is en geen geld. Het socialistische blad ‘Haäretz’ klaagt al over de tyrannie van de arbeiders. In den Joodschen Stadsraad van Jaffa hebben de arbeiders natuurlijk een geschil met de burgerij. Zij hebben nu een besluit genomen den Stadsraad te verlaten, wanneer niet binnen veertien dagen de Joodsche Volksraad komt bemiddelen, en den arbeiders gelijk geeft. Het doel van de arbeiderspartijen is alle industrie aan de arbeiders te brengen. Zij openen coöperatieve fabrieken en lokken daarna arbeidsconflicten uit bij private werkgevers. Te Jaffa is reeds gedurende zeven weken een dergelijke staking gaande in een meubelfabriek, die reeds veertien jaar bestaat en die kapot moet ten bate van een fabriek, die aan de arbeiders toebehoort. Er zijn natuurlijk weer klappen gevallen. De werkgevers protesteeren tegen deze stelselmatige vernietiging van het privaat-bedrijf. De Engelsche socialisten vinden het natuurlijk prachtig. Mrs. Philip Snowden is hier. En als zij terug komt zal zij wel weer zeggen, dat de Joodsche arbeiders de meest-bewuste zijn van de geheele wereld. Maar zelfs ‘Haäretz’ protesteert tegen dit soort van stakingen en wijst op het gevaar van de zijde der onrustige internationale elementen. | |
VII.Ook over de chaloetsiemGa naar voetnoot2) begint ‘Haäretz’ te klagen. Vroeger waren de chaloetsiem heilig. Allen hadden hun leven in Europa opgeofferd. Allen waren helden. Enz. Enz. Wie er anders over dacht, was een verrader. Nu er onder de chaloetsiem een meer internationale stemming ontstaat, gaat men anders denken. Herhaalde malen zijn benden chaloetsiem concertzalen en feestavonden binnengedrongen zonder te betalen, met de bewering, dat zij daar recht toe hebben. Onlangs hebben zij de menschen, die plaatskaarten hadden, belet de voorstelling bij te wonen. Dit is zelfs Haäretz te kras. ‘Ja’, zegt het blad: ‘als het nu nog ging om het wegnemen van brood in geval van honger, dan was het wat anders. Maar dit mag niet. Dan kunnen de chaloetsiem morgen, overmorgen, wel de boeken gaan weghalen uit de boekwinkels.’ Inderdaad. Waarom niet. | |
VIII.Het mooie toeristenseizoen is voorbij. Hoe rustig! Het brengt wel voordeel in. Maar minder dan vroeger. Automobielen, benzine, banden, het komt alles uit het buitenland. De toeristen zijn gehaast. Ze worden in stukjes gedeeld van minuut tot minuut. Ze koopen niet. Ze zijn ook niet zoo rijk als de toeristen, die vroeger kwamen. Lord Beaverbrook is in Engeland terug. Maar men is zijn bezoek nog niet vergeten. Hij heeft een telegram naar Engeland gezonden namens de Palestinensische Arabieren, dat zij niet tegen een Engelsch Mandaat zijn, maar alleen tegen een Zionistische overheersching. Daartegen hebben nu enkele Arabieren weder geprotesteerd, die niet minder willen dan geheele onafhankelijkheid. In Engeland zet Lord Beaverbrook zijn propaganda tegen het politieke Zionisme voort, maar hij ontkent, dat hij anti-Joodsch is. Hij verklaart, dat de eersten, die bij hem tegen het Zionisme hebben geprotesteerd, Engelsche Joden zijn geweest. De Jewish Chronicle vraagt namen. Maar Lord Beaverbrook heeft geantwoord, dat Sir Alfred Mond die namen weet. De Zionistische pers hier heeft het weder te kwaad met Mgr. Barlassina, den LatijnschenGa naar voetnoot3) Patriarch van Jeruzalem. Men beschuldigt hem van anti-semitisme. ‘Neen’ is hierop namens den Patriarch geantwoord: ‘Hij is nooit tegen de Joden geweest. Maar hij beschouwt het politieke Zionisme als een gevaar. Mag dat niet? Doen vele Engelschen dat ook niet?’ Het proces tusschen den Zionistischen Stadsraad der Jeruzalemsche Joden en den Agoedistischen Stadsraad der Ashkenazische Joden over de gedwongen belasting op het Paaschbrood is begonnen. De advocaat der Agoedisten heeft de rechtspersoonlijkheid van den Zionistischen Stadsraad ontkend. En daar debatteert men nu over. Maar ernstig. | |
IX.Een Joodsche toerist uit Amerika heeft van zijne moeder de opdracht gekregen naar het graf van R. Baäl Hanes te gaan en daar tien dollar te offeren. Hij had natuurlijk eenen Arabischen gids. Wist deze het graf van den Baäl Hanes?Ga naar voetnoot4) Een gids weet hier altijd alles. Het graf van den Baäl Hanes is te Tiberias. De gids bracht zijnen reiziger naar het Grieksche klooster Mar Elias, niet ver van Bethlehem. En daar heeft de onschuldige toerist in de handen van Grieksche monniken de tien dollars gelaten. |
|