Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendI.Deze jonge ingenieur, dr. A. Ciffrin, is de eenige hoogere Joodsche gemeente-ambtenaar van Haïfa. Want de gemeenteraad van Haïfa heeft de Joden niet lief. En de Joden hebben den gemeenteraad van Haïfa niet lief. Lof zij Allah. Dr. Ciffrin is te Zichron Jaäcob geboren, waar zijn vader hoofd van de Ica-school is geweest. Hij heeft in Duitschland gestudeerd: ingenieur en doctor in de staathuishoudkunde. Een kunstvol man, die den omgang heeft genoten van Landauer, Liebermann, Rathenau. Zoo moet het ook. In andere landen kan een ingenieur misschien wel hoofdzakelijk een wiskundige zijn. Hier, in dit land vol groote plannen, moet een ingenieur ook econoom zijn en daarbij minstens nog kunstenaar. Dr. Ciffrin is gepromoveerd op proefschrift: ‘Ausbau des Eisenbahnnetzes und eines Haupthafens in Palestina vom volkswirtschaftlichen und technischen Gesichtspunkt. In voorbereiding heeft hij ‘Haïfa, das Antwerpen des nahen Oriënts’. De twee hoofdgedachten van dr. Ciffrins Palestinensische havenpolitiek zijn, dat Palestina met een kuststrook van 180 K.M. voldoende heeft aan één enkele eersteklas-haven. Ten tweede, dat die eene haven Haïfa moet zijn en niet Jaffa. De afstand Jaffa-Haïfa is nog geen 80 K.M. Dat is voor twee eerste-klas-havens te gering. Men vindt wel eens groote havens op geringer afstand: Marseille-Genua, Antwerpen-Rotterdam. Maar dan in verschillende landen, zoodat niet alleen economische en geographisch-technische motieven gelden, doch ook nationalistische gelden. Zoo is ook Beyroeth nu weder door de Franschen tot haven van het achterland van Damascus gemaakt, ofschoon Haïfa daarvoor geographisch en technisch beter geschikt is. Palestina, met zijn betrekkelijk lange kust, heeft nog geen enkele moderne in- of uitvoerhaven. Er zijn zes zeeplaatsen, belangrijk in deze orde: Haïfa, Jaffa, Akko, Gaza, Tantura en Caesarea. Ieder van deze zes plaatsen heeft zijn eigen economisch gebied, meer of minder uitgestrekt, in verband met den geographischen opbouw des lands. De invoer heeft thans vrijwel alleen plaats over Haïfa en Jaffa. De vier andere plaatsen hebben niet veel meer dan kustvaart en uitvoer van landbouwproducten uit hun beperkt gebied. Economisch-geografisch bestaat Palestina thans uit twee gebieden. Het Haïfa en het Jaffa-gebied. Slechts zelden heeft handel van het eene gebied plaats over de andere haven. Zoo zijn bijvoorbeeld wel eens zeer zware machines voor Jaffa te Haïfa geland, omdat te Jaffa geene gelegenheid was. Het Haïfa-gebied is het meest-belangrijke. Transjordanië behoort er toe. Door den aanleg van kleine spoorwegen, die Es Salt en Kerak moeten verbinden met de Hedjazbaan, zullen de kleine economische gebieden van Salt en Kerak bij het Haïfasche gebied worden ingelijfd. De grens tusschen het Haïfa- en het Jaffa-gebied is het district van Nabloes (=Sechem). Vroeger behoorde dit tot Jaffa. Door den aanleg van den spoorweg Tulkarem - Haïfa door de Engelschen (1917) is het onder Haïfa gekomen. Jeruzalem behoort onder Jaffa. Maar kolen worden goedkooper aangevoerd over Haïfa, wegens betere losgelegenheid. | |
II.Men moet dus centraliseeren. Eén groote haven is genoeg. En dat moet dan Haïfa zijn. Niet Jaffa. Haïfa heeft betere spoorwegverbinding met Syrië en met Transjordanië. Overal elders is dit afgesloten door bergen. Het achterland van Haïfa is rijker en grooter. Haïfa is dan ook sinds den aanleg van de spoorwegen voortdurend vooruitgegaan. van 1904-1913 is de tonnage toegenomen van Beyroeth met 51 %, van Jaffa met 50 %, van Haïfa met 272 %. De algemeene handelsbeweging nam toe voor Beyroeth met 4 %, voor Jaffa met 140 % en voor Haïfa met 207 %. Ook geografisch ligt Haïfa beter. De kust van Palestina slibt voortdurend aan met Nijlslib. De Nijldelta gaat onderzeesch door tot aan Beyroeth. Alle bochten, die geopend zijn naar het Zuiden, verzanden. Die, open naar het Noorden, blijven goed. Haïfa ligt achter den kop van den Karmel, open naar het Noorden. Akko, geopend naar het Zuiden, is verzand. Van het schiereiland van Tyrus is de Noordelijke bocht verzand, de Zuidelijke niet. De invloed van de Karmelketen blijkt wel hieruit, dat de dieptelijn van 100 M. vóór den Karmel 10 K.M. uit het land ligt. En voorbij den Karmel 3 K.M. Jaffa ligt aan alle kanten open. De Karmel beschermt de bocht van Haïfa tegen alle stormen, behalve die uit het N.W. Haïfa heeft ook steenmateriaal voor het bouwen van de haven. Evenals ruimte voor een dok. Dus zegt dr. Ciffrin: één haven. En dat dan Haïfa. | |
III.En de groote plannen? Er bestaan er vele. Zowel voor Jaffa, als voor Haïfa. Maar er is geen geld. Een van de Jaffaplannen is verlenging van de bestaande rotsenrij kunstmatig naar het Noorden. Bouw van een pier in de richting O.W. Zoodat men een haven krijgt, open naar 't Noorden, die niet zoo snel verzandt. Kosten: anderhalf millioen pond. Een tweede plan is: een haven uit te graven bij Tel-Aviv en beschermd door een pier van 700 M. Kosten 800.000 Pond. Ook voor Haïfa bestaan verschillende plannen. Tusschen Haïfa en Akko loopt een Wadi dood in zand en moeras. Ook het verval van de Kischon is aan het einde zeer gering. De moerassen hebben natuurlijk eenen slechten sanitairen invloed. Men wil nu de Wadi en de Kischon een beteren uitweg geven naar de zee en daar tevens een haven aanleggen. Kosten: 100.000 Pond. Dit kleine plan belet niet latere uitvoering van een der grootere plannen. Er is een plan voor een haven van 27 H.A. En een voor een haven van 90 H.A. Dit laatste plan zou dertig millioen Pond kosten. Er zou een spoorweg komen naar Mesopotamië en een pijpleiding voor de petroleum. Groote plannen. Maar wanneer? | |
IV.Als stadsingenieur van Haïfa en Akko is dr. Ciffrin den laatsten tijd bezig met plannen voor stedenbouw. Of Akko herleven zal, kan men niet zeggen. Er zijn optimisten, die een nieuwe stad zien, rondom de geheele bocht van Akko. Het oude Akko zelf is beklemd binnen zijn vestingwerken. De woningtoestanden zijn er slecht. Er is veel tuberculose. Haïfa zal, volgens dr. Ciffrin, mettertijd een groote stad worden. Van meer dan 150.000 inwoners. Met professor Geddes samen heeft dr. Ciffrin een nieuw stadsplan gemaakt, dat door de Regeering is goedgekeurd en volgens hetwelk nu gebouwd wordt. De natuurlijke aanleg van Haïfa is die van een heuvelstad aan de zee, ter lengte van ongeveer 200 KM. Tusschen de zee en den Karmel is maar weinig ruimte. Het oostelijke gedeelte bevat de haven, de industriewijk, een goederenstation. Naar het Westen zal de tegenwoordige oude stad zooveel mogelijk worden bewaard. Maar er moet worden uitgebroken, teneinde den zeewind toegang te geven tot de stad. Op het oude stadsdeel volgt dan naar het Westen een moderne straat, die voert naar een groot villa-park, geheel westwaarts. Daar is ook een spoorwegstation ontworpen voor passagiers. En verder een park van tien H.A. In alle stadsplannen van Geddes is ruimte gelaten voor open en groen. Op de heuvelen van de Karmelketen komt een villastad. Meest Joodsche wijken, waarvan de aanleg reeds begonnen is in overeenstemming met het Geddes-Ciffrinplan. De bekende, mooie Karmel-avenue zal worden verlengd tot het Graf van Abbas Effendi, het hoofd der Baha's. Dr. Ciffrin gaat binnenkort voor een studiereis naar West-Europa. Holland? Misschien. Het zou een goede gelegenheid zijn voor hen, die bijzonder belang stellen in Palestina, eens wat meer te hooren van de groote plannen, havenbouw en stedenbouw van dezen dichterlijken, economischen ingenieur. | |
V.De mooie, nieuwe auto staat beneden. Proeftocht. De auto is een groote hulp voor de Joden. Men zegt, dat niet meer dan 15 % van den bodem van Palestina in handen is van de boeren, de fellachen. De rest behoort aan de effendis, de groot-grondbezitters. Om verschillende economische redenen zijn vele effendis gedwongen hun landerijen te verkoopen. Een van die redenen is hun ontembare hartstocht voor mooie, blinkende automobielen. Geen mooie Arabische paarden meer. Geen fraaie wagentjes meer. Maar de auto, die blinkt en raast. En 't land verkocht. Deze auto is vandaag pas nieuw uit Duitschland gekomen. Een paar millioen mark. Een paar honderd pond. De gelukkige eigenaar is een aanzienlijk ingezetene van Akko, goede bekende van dr. Ciffirin. En wij worden allen uitgenoodigd op den proeftocht, den Karmel op. Men kan het geslacht der auto's haten in al zijne familiën en soorten en toch vinden, dat deze tocht heerlijk is. De slanke wagen snort zonder stooten den steilen bergkant op. Langs het klooster van de Karmelieten. Den hoek van de Karmel om, waar de eerste heuvelhuizen al worden gebouwd. Wij staan hier op gewijden grond. Een groot Duitsch kanon is achtergebleven. Het beheerschte gedurende den oorlog de groote open baai van Akko. Hier ook stond, bijna vijf-en-twintig jaar geleden, de Duitsche keizer en zeide: ‘Es ist schön’. Een gedenksteen is daarvoor opgericht. Maar de Engelsche soldaten hebben het monument aan stukken getrapt. Heel de zee ligt voor ons open in een plas van zonnelicht. Vlak bij de Kaap van Ras el Krum. Dan de buitenwijk van Haïfa, de Duitsche kolonie in 't groen, de oude stad en de haven. Dr. Ciffrin, met land en stad als op een kaart voor zich, legt zijn stadsplan nog eens uit. Drie booten op de zee. Schepen en uitgezeilde schuitjes stip-klein op de watergrijze vlakte met het zonnezilver. De zee is onrustig. Misschien stormt het verderop. Wij zien Akko, weinig wit, met een mooi moskee-torentje. De Kischon als een lint van niets over de vlakte. En ver de punt van Ras el Nakma, de grens tusschen Palestina en Syrië. Achter bouwen de groote bergen van den Hermon. In de dalen schaduw. Op de bergen hoog licht. Paars. Wonderbont. Wij rijden naar beneden voorzichtig. De motor af. En drie remmen op de wielen. Rijden wij door een Land? Door een Plan? Door een Droom? De aanzienlijke ingezetene van Akko is gelukkig met den mooien, slanken wagen. Hij kent Abdoel Salaäm. Hij kent ook Adil. Hij noodigt uit tot een bezoek aan Akko. Hij heeft ook paarden, en een fraai wagentje. ‘Een auto is goed, zeg ik: ‘maar een mooi paard is beter.’ ‘Ja’, zegt de aanzienlijke ingezeten van Akko: ‘Maar als iedereen nu een auto koopt dan willen ook wij er gaarne een hebben.’ Gods wil. Groote plannen. |