Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendI.Een maand geleden is het mandaat geratificeerd. Groote opwinding is er niet geweest. Men is kalm en wacht af. In het buitenland doet men aan groote politiek. De ‘Jewish Chronicle’ is verontwaardigd op de Zionistische hoofdleiders Weizmann en Sokolov, omdat zij zich hebben nedergelegd bij minister Churchill's laatste declaratie van de Balfour-declaratie. Volgens de ‘Chronicle’ hebben de Zionistische leiders daarmede het zuivere Zionisme van Herzl verlaten. Een aantal vooraanstaande Hollandsche Zionisten is het hiermede eens. Van prof. Ornstein een scherp schrijven in de ‘Chronicle’. Wij voelen dat alles hier gansch anders. Mooie woorden zijn ook hier mooi. Maar mooie daden zijn mooier. Ahad Haäm heeft geschreven, dat de beteekenis van Mandaat en Churchill-verklaring vooral zit in de erkenning van de historische rechten van het Joodsche volk op het Joodsche Land. En in de verklaring, dat het Joodsche volk naar Palestina terugkeert, niet krachtens gunst, maar krachtens recht. En het chauvinistische blad ‘Haäretz’ mocht schrijven: ‘Heden werden wij een volk’. Dit laatste is zeker niet juist. In onze harten bestond het Joodsche volk reeds lang. En juridisch bestaat het nog niet. Een Joodsch staatsburgerschap komt er niet. Wij worden hier, precies als de Arabieren, Palestinensers. Met nationale autonomie. | |
II.Men is kalm en wacht af. Van openlijk vreugdebetoon, zooals na de verklaring van San Remo, geen sprake. Om de Arabieren niet te prikkelen. Maar toch ook, omdat de stemming er niet is. Er gaat een geldcrisis over het land. Van geldinzamelingen, zooals na San Remo, geen gedachte. Men vraagt zich af, waar dat geld van toen eigenlijk is gebleven. Er zou, aan geld en goed, honderdduizend pond zijn binnengekomen. Waar is dat alles gebleven? Niet alleen kalmte. Maar zelfs eenigszins reactie. Het aantal immigranten is van maand tot maand gedaald. En bedroeg in Juli slechts 450. Een aantal Joden verlaten ook het land. Zoodat de aanwas ongeveer 400 bedraagt. Terwijl dr. Weizmann had gesproken van 50, 60, ja, van honderdduizend per jaar. Geen wonder, dat ‘Haäretz’ alarm slaat. ‘Wat baten ons’, schrijft het blad, ‘alle mooie woorden als historische rechten enz., wanneer de immigratie zóó beperkt wordt?’ Vooral de arbeiders zijn verbitterd. Als een niet-Joodsche Landvoogd dit deed, zou men eens wat hooren. Intusschen schijnen nu meer permissies te zijn afgegeven. En hoopt men spoedig weder op duizend per maand. Hooger zal het voorloopig wel niet komen. De Vereenigde Staten hebben in de laatste negen maanden meer dan 43 duizend Joden toegelaten. Mexico belooft den Joden een territoir met nationaliteitsrechten. De Ito-gedachte herleeft. Maar Palestina is en blijft ons Eenig en Eeuwig als onze God. In weerwil van alle moeite. | |
III.Men wacht nu af, wat de Zionistische vergadering in Karlsbad ons brengen zal. Londen na San Remo was een teleurstelling. Wat zal Karlsbad na Londen zijn? Voorloopig is iedereen op reis. De geheele Zionistische Executieve van Palestina is naar Karlsbad. Er is een tijdelijke executieve van vier waarvan dr. Van Vriesland één. Wie er verder op reis zijn naar Karlsbad is niet te overzien. Het volgend jaar weder Congres. Enz. Enz. Maar het kan blijkbaar niet anders met het Joodsche Volk, overal verspreid. En het geld? Want zonder middelen is het Mandaat niets. Waar blijft zelfs het eerste begin van een gezonden, onafhankelijken, Joodschen boerenstand? Er wordt nu een groote reclame gemaakt voor de nieuwe nederzettingen in het dal Jizreël. Kinderlijke en ook wel eens dwaze verhalen als van de Fransche schrijfster Mirjam Harry over de chaloetziem van het Arbeidersbataillon, die allen studenten zijn geweest, allen zingend naar den arbeid trekken, en die van de Engelsche administratie een maand vacantie hebben gekregen, omdat zij zoo goed hebben gewerkt. De chaloetziem meenen het goed. En zij willen wel werken. Maar het leven is ongenadig. Het vraagt alleen: ‘Zijt gij economisch gezond?’ Eerst na jaren, zullen wij weten, wat er eigenlijk gebeurd is in het dal Jizreël. | |
IV.Een Joodsch Volk komt er juridisch niet. En de Joodsche autonomie? Wij wachten af. Naast de Zionistische Executieve heeft de Volksraad geen taak. Evenmin als de Joodsche Stadsraad in de steden. Volksraad noch Stadsraad doen ernstig werk. Ze protesteeren, ze adresseeren, ze telegrafeeren. Dat is alles. Hun zittingstijd is allang om. Maar men is bang voor nieuwe verkiezingen. Sir Herbert is eigenlijk de eenige, die al deze zoogenaamde Joodsch-nationale organen steunt, omdat hij hoopt, dat ze mettertijd wel sterker zullen worden. Een gezonde partij-groepeering op economischen grondslag is niet bestaanbaar, omdat de Volksraad geen economische taak heeft. De groote meerderheid der immigranten zijn socialisten. De hoofdambtenaren der Zionistische Organisatie eveneens. Het beschikbare geld komt aan socialistische arbeidersgroepen. Een partij-groepeering op religieuzen grond slag is al evenmin mogelijk. De Agoedath Israël-orthodoxie doet aan Volksraad en Stadsraad geheel niet mee. En de Mizrachie heeft den Volksraad ook vaarwel gezegd. Mizrachie als partij, beteekent trouwens niets. In drie jaren is er geen vergadering van de Palestinensische Mizrachie geweest. Er is een kleine, werkzame Vrouwengroep en een kleine Mizrachistische Werkliedenorganisatie. | |
V.En de Arabieren? De tijd van politiek is ook voor hen voorloopig waarschijnlijk voorbij. In het begin van de volgende week houden de nationalistische Arabieren hun congres te Nabloes (Sechem), waar men zeer anti-joodsch is. Tegelijk komen de Arabische delegaties uit Europa en uit Mekka terug. Zal 't daarna rustig blijven? Men denkt van wel, omdat de Regeering goed is voorbereid. Soms merkt men iets van onrust en haat. Een paar maal is er een bom gevonden. Er zijn een aantal Joden sluipend vermoord. Maar of dit politieke moorden zijn? In ieder geval is de Regeering gewaarschuwd. Sir Herbert houdt zich bij zijn politiek van zachtmoedigheid en mooie, goede woorden. Veel vriendelijkheid om den Arabieren het psychologische gistingsmoment niet te geven. En de Joodsch-Arabische politiek? De Volksraad heeft een secretaris voor Arabische zaken aangesteld, die thans op reis is naar Egypte. De Raad heeft ook twee proclamaties tot het Arabische volk gericht om nog eens uiteen te zetten hoe vredelievend en onbaatzuchtig de Joodsche Palestinapolitiek is. Te gelijkertijd ziet men in de courant klachten over het gebruik van Arabische werkkrachten door Joodsche werkgevers. De Volksraad heeft ook een telegram, gericht aan den Koning van Hedjaz, waarin wordt verzekerd, dat de Joden geen plannen hebben tot inbezitneming van de Omar-moskee. Een nogal nederig telegram. Maar 't zal zeker zoo moeten. | |
VI.Men is nu in groote verwachting betreffende het plan-Ruttenberg. Men spreekt over duizenden en duizenden arbeiders. Het mooie is, dat het plan en het contract met de Engelsche regeering nooit gepubliceerd zijn. Niemand weet eigenlijk ook precies hoeveel geld Ruttenberg heeft. Hij is thans in Palestina aangekomen. Men zegt, dat het kleine plan, de electrificatie van de Yarkon bij Jaffa, eerst zal worden voltooid. Een finantieel succes is dit kleine plan van 500 Paardenkracht niet. En daarom wil men 't liever laten wachten. En laten doorgaan als deel van 't groote plan. Wij hebben weder bezoek gehad van dr Wise, Sol Rosenbloom en de rijke mrs. Fels. Alle drie Brandeisisten. Maar wat doen zij? Wij wachten af? De economische toestand is niet goed. Men hoort weinig van nieuw geopende bedrijven. En 't is eigenlijk nog een wonder, waar alle immigranten blijven. De sinaasappelen echter hebben goede prijzen gemaakt. En Amerika wil den invoer toestaan van een zekere hoeveelheid Palestina-wijn voor ritueel gebruik. | |
VII.Wij zijn ook in afwachting van de nieuwe constitutie. Ze is in Engeland reeds goedgekeurd, maar hier nog niet bekend gemaakt. De verkiezingen voor het Wetgevend College zullen nu plaats hebben. Vooraf moet natuurlijk worden vastgesteld wie wettelijk en feitelijk kiezers zullen zijn. De eerste wettelijke eisch zal natuurlijk zijn: Palestinensisch onderdaanschap. De duizenden Joden, die nu nog vreemde onderdanen zijn, moeten kiezen. De Joodsche couranten dringen er op aan, dat alle Joden, zonder onderscheid van ras en geloof, het Palestinensische onderdaanschap zullen aannemen. De Oost-Europeesche Joden zullen dat denkelijk wel doen. Maar de Engelsche en Amerikaansche Joden? Wat zal Sir Herbert Samuel doen? En de attorney-general Mr. Norman Bentwich? En zoo menig ander Joodsch-Engelsch ambtenaar? ‘Doar Hajom’ dringt ook aan op naamsverandering. Men moet een Joodschen naam aannemen. Zooals de heer E. Perlman reeds voor jaren heeft gedaan, toen hij zich Eliëzer Ben Jehoedah noemde ‘Doar Hajom’ dringt ook aan op invoering van een nationaal costuum. Een groep chaloetziem heeft daar mede reeds een aanvang gemaakt. Zij dragen den nationaal-Arabischen hoofddoek. Het is mooi en goedkoop. ‘Wij hebben den Arabischen hoofddoek genationaliseerd,’ zeggen zij met oprechten en gepasten trots. Het is gedaan in een vergadering en met meerderheid van stemmen. Een fez, die wij hier tarboesch noemen, mag men niet dragen. Dat ware verraad. Wanneer men alles weet, is Palestina wel een hartelijk land. | |
VIII.Rondom. In Egypte telkens spanning. En wie weet? En Transjordanië? De regeering heeft officieel medegedeeld, dat Transjordanië een deel is van het mandaatsgebied, maar dat de bepalingen aangaande het Joodsch-Nationaal Tehuis voor Transjordanië niet zullen gelden. ‘En de Ruttenberg-concessie?’ zeggen de Arabische bladen boos. En de Emir Abdoellah van Transjordanië? Het heette, dat hij heel boos was over de Engelsche mandaatspolitiek en dat hij Transjordanië verlaten wilde en overlaten aan wanorde. Mede op bevel van zijn vader, den Koning van Mekka. Intusschen heeft Sir Herbert officieel Transjordanië bezocht. En het schijnt, dat hij olie op den boozen Emir heeft gegoten. De Emir is hier officieel teruggeweest. Wij hooren nu ineens heel anders. Palestina en Transjordanië zullen worden vereenigd. De Emir wordt vazalvorst over beide. En Sir Herbert blijft als Hooge Commissaris. Lof zij Allah! 't Is te mooi om waar te zijn. Misschien reist de Emir naar Londen. Als hij reisgeld heeft. In Syrië blijft het onrustig. Bijzonder het gebied der Druzen en de Hauran, dat is Fransch Transjordanië. Hier hoopt men. Maar ja! | |
IX.Allerlei. Een vroolijke vader geeft zijn jonggeborene den naam Balforia. Sir Herbert bezoekt de kolonie Mootzah bij Jeruzalem en drinkt thee bij moeder Brause met de vele kindertjes. Is Allah niet groot? Generaal Storrs van verlof terug. Al zijn Zionistische doodsvrienden brengen hem bezoeken. Vrede. Vrede. Moeilijke economische toestand van Rosch-Pinah. Zeshonderd zomertouristen bezoeken Palestina. Groote hitte en watergebrek te Jeruzalem. Achteruitgang der Joodsche bevolking te Hebron. Het terrein, dat de Regeering aan Joodsche gedemobiliseerde soldaten had afgestaan, bezuiden Hebron, wegens ongeschiktheid verlaten. Volgens berichten in de Joodsche bladen is Sara Bernhardt Zionist geworden en gaat zij een tournee maken door Amerika ten bate van het Palestina Opbouw Fonds. Pest te Jaffa tot stilstand gekomen. Klachten over gebrek aan werk eenerzijds en gebrek aan geschoolde werkkrachten anderzijds. Uitgave van een Gedenkboek aan het eerste Zionistische Congres, vijf en twintig jaar geleden. Het Montefiorefonds te Londen leent 6000 Pond voor het bouwen van een officieel Rabbinaat. Rischon le Zion bestaat veertig jaar. Feest. Mgr. Barlassina, de Latijnsche Patriarch van Jeruzalem terug. | |
X.Laatste nieuws. Onder de initialen V.C. uit Amsterdam vijftien gulden ontvangen voor het vrouwtje Rosenfeld. Zijn de initialen niet te Jeruzalem geweest? Hartelijk dank. Sabbath. Vrede, vrede. |