Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendI.Donderdag waaneer het Paaschfeest hier voorbij is, reist Sir Herbert Samuel naar Engeland. De Groote Vraag is nu maar of hij terugkomt. De officieele verklaringen zeggen van wel. Maar velen gelooven van niet. Zijn gezondheid is nog wankel. De Arabieren zeggen, dat men hem in Egypte vergiftigd heeft. Wat heeft Sir Herbert met de Regeering te bespreken? En het Mandaat? Het zal waarschijnlijk niet geteekend worden vóór Sir Herbert met de Regeering te Londen heeft gesproken. Misschien dadelijk daarna einde Mei of begin Juni. Misschien later. Waarschijnlijk zullen de rechten van Agoedath Israël óók ter sprake komen. Voorts zal Sir Herbert te Londen wel spreken over de nieuwe Grondwet voor Palestina. En over de kosten van de nieuwe politie, die hier uit Ierland gekomen is. Generaal Tudor. Hij zal misschien nog wel eens in botsing komen met de Joodsche gendarmen, die voortdurend klagen. Ook met de Arabische delegatie te Londen zal Sir Herbert wel spreken. En over het groote plan van Ruttenberg. Het contract tusschen Ruttenberg en de Engelsche Regeering is niet bekend. Maar het schijnt, dat de Regeering zeer goed voor zich zelve heeft gezorgd, en dat de voorwaarden voor aandeelhouders maar matig zijn. En over de immigratie zal wel worden gesproken. Het aantal immigranten is nu gedaald tot achthonderd per maand. Wanneer zullen wij op die manier in de meerderheid komen? | |
II.Onze buitenlandsche politiek. Weizmann en Sokolov hebben overal succes. Maar het Mandaat is nog niet geteekend. Men zegt, dat de bezwaren nu toch weer van Amerika komen. De Paus heeft Weizmann niet ontvangen. De vorige Paus heeft zich tegenover Sokolov min of meer pro-Zionistisch uitgesproken. De Latijnsche patriarch van Jeruzalem gaat naar Europa. Hij is zeker geen voorstander van het politieke Zionisme. De meeste vreemde consuls trouwens, geloof ik, ook niet. Zij zien alles van dichtbij en zenden rapporten aan hunne regeeringen. De pogingen van den Zionistischen Volksraad om staatsmacht te verwerven in den staat hebben zeer de aandacht getrokken. Eveneens de aanvallen van chaloetsiem (= pionieren) met vuist en stok op oude, vrome rabbijnen. Eveneens de pogingen van den Zionistischen Stadraad van Jeruzalem om alle Joden eene belasting te laten betalen van het ongezuurde Paaschbrood. De Ashkenasische Agoedath Israël gemeente heeft geweigerd. En dat wordt nu een proces, dat natuurlijk weer het noodige opzien maken zal. Een typische kleinigheid: de Gemeente had eenen Joodschen advocaat, volgens wien zij gelijk had. Maar de Zionisten hebben dien advocaat met een boycot gedreigd, wanneer hij de zaak niet weigerde. En dat heeft hij moeten doen. Het is dit terrorisme en usurpatisme, dat den Zionisten zooveel kwaad doet. Dr. Weizmann is ontvangen door Poincaré. Maar ik weet niet zeker of de rapporten van den Franschen consul-generaal zeer pro-Zionistisch zijn. | |
III.Binnenpolitiek. De Groote Vraag is nu maar, of de regeering den Zionistischen Volksraad het recht zal geven belasting te leggen op alle Joden. De regeering wil dat alleen doen, wanneer de Volksraad ongeveer zeventig procent minstens van alle Joden vertegenwoordigt. Sinds het uittreden van de kerk-orthoxie is dat niet meer het geval. Vandaar, dat de linksche fracties het onmogelijke doen, om deze orthodoxie weder binnen te halen. Zijn ze eenmaal binnen, dan worden ze, als minderheid, geregeld overstemd. De Agoedath Israël doet heelemaal niet mee. De waarheid is, dat zelfs het officieel Zionistische Rabbinaat den Volksraad liefst aan flarden ziet. Maar dat willen ze niet zeggen. En daarom eischen zij absolute afschaffing van het vrouwenkiesrecht. In grooten angst, dat die eisch zal worden ingewilligd. De Sefardiem zijn in den Volksraad gebleven op de belofte, dat een hunner lid van de Zionistische Commissie zou worden. Als zoodanig wilden zij prof. A.S. Yahoedah uit Madrid. Vriend van Nordau en vijand van Weizmann. Maar nu wil de Volksraad weer niet. Men doet weer erg veel aan Arabische politiek. Er worden telkens zoogenaamde pro-Zionistische Vereenigingen van Arabieren opgericht. David Yellin heeft een bezoek gebracht bij Riza Pasja el Rikaby, den groot-vizier van Transjordanië, toen die hier was. Hij wilde den Emir Abdoellah in Transjordanië bezoeken. Misschien later, wanneer het muildier van den Emir geworpen heeft. Zooals onze Arabische vrienden zeggen. | |
IV.Dat is het ongeluk. In al die politiek: veel reizen, veel geld uitgeven, audiënties hier, audiënties daar, in al die dingen zijn wij sterk. Of verbeelden wij ons het te zijn. Maar aan macht om het land te bouwen ontbreekt het ons. Zelfs de arbeiderspartij klaagt. Van een gezonden, zelfstandigen boerenstand zien wij niets. De Joodsche koloniën zijn na meer dan veertig jaar nog niet zelfstandig. Het aantal chaloetziem, dat in den landbouw is opgenomen, is gering. En zelfs met de meest-vleiende boekhouding zijn er deficieten. Er worden te Tel-Aviv wel veel huizen gebouwd. Op den vreemden bezoeker maakt dat eenigen indruk, zoolang bij geen onderzoek instelt naar den economischen grondslag van dit alles. Zelfstandig voortbrengen doet de bevolking zeer weinig. Alles wordt gedreven met geld, dat van buiten komt. Onderwijs, landbouw, enz. De kleine winkeliers en handwerkslieden hebben hunne klanten weder onder menschen, die leven van de organisaties. Weezenverzorging, ziekenhuizen, bouw van de universiteit, van de bibliotheek: het leeft alles van geld van buiten. Daarin zit geen toekomst. En het is reeds vier en een hall jaar sinds de Balfour-declaratie. Geen werk. Geen immigratie. Dr. Weizmann heeft ons (en anderen!) een immigratie voorgespiegeld van 100.000 man per jaar. Dan hadden we in minder dan tien jaar de meerderheid gehad. En zou Engeland Palestina een autonomie hebben kunnen geven. Nu bedraagt de immigratie nog geen tienduizend per jaar. En velen varen weder terug. De nieuwste maatregel schijnt te zijn, dat een werkgever geen werknemers uit het buitenland mag laten komen, zoolang in zijn branche nog werkloozen hier zijn. | |
V.De Universiteit. Het is reeds vier jaar geleden, dat de eerste steenen zijn gelegd. En zij liggen er nog. Men begint natuurlijk met de duurste afdeelingen: medicijnen en chemie. En wanneer? De Regeering neemt de zaak in handen. Eerst is er een Regeeringsrechtschool geopend. Nu wil men hooger onderwijs beginnen in de Semietische talen. Drie Joodsche Oriëntalisten, die uitgenoodigd waren, daaraan mede te werken, hebben geweigerd, omdat zij daardoor de Zionistische Universiteit afbreuk doen. Andere Joden hebben dat standpunt afgekeurd, omdat het schijnen zou, alsof de Joden niet willen medewerken aan algemeene zaken. Ook die faculteit voor Semietische talen zal natuurlijk weder drietalig zijn: Engelsch, Arabisch, Hebreeuwsch. In weerwil van de stellige verzekeringen van dr. Hilkowich bemerken wij nog niets van bouwplannen voor de Universiteit. Trouwens, de atmosfeer is er niet voor een Hebreeuwsche Universiteit. Hoogstens voor een Zionistische Partijschool onder de leiding van de Zwarte Hand en de Jonge Extremist. | |
VI.Een kleine emotie. Een leeraar aan het Zionistische gymnasium te Jeruzalem is op Sabbath met een klas leerlingen per spoor gereisd van Haïfa naar Tiberias. En nu is het merkwaardig de houding van Mizrachie te zien. Toen ik, op bevel van den Opperrabbijn onzer Gemeente, het bezoek bij Lord Northcliffe bracht, hebben mijne leerlingen van de Regeeringsrechtschool gestaakt, en mijn dadelijk ontslag gevraagd. De directeur van de Mizrachistische kweekschool heeft de studenten in hun staking gesteund. En het Mizrachistische rabbinaat was onuitputtelijk in protesten. En nu? Het rabbinaat zwijgt. De leeraar wordt niet ontslagen. Er was zelfs geen meerderheid om hem te schorsen. Hij krijgt een plichtmatige berisping. Men zegt, dat de Mizrachistische leden nu den Opvoedingsraad gaan verlaten. Maar of ze het doen? Dat is de groote vraag nu maar! | |
VII.Allerlei. De staking in de rechtsschool duurt onverschrokken voort. Pogingen van Sir Herbert en Norman Bentwich om de Agoedath Israël-gemeente te bevredigen. De gevaarlijke week gaat rustig voorbij. Artikelen van mr. Graves over Palestina in de ‘Times’ en in de Palestina-pers. Hij is tegen den politieken arbeid van de Zionistische Commissie. En tegen erkenning van de Zionistische Organisatie als eenig vertegenwoordiger van het Joodsche volk. Bezoek van Mirjam Harry, schrijfster van ‘La petite fille de Jérusalem’. Bezoek van de gebroeders Jean en Jérôme Tharaud en de Italiaansche journalist commandant Cipolla. Henri Bordeaux verwacht. Generaal Storrs brengt den Séderavond door bij den rabbijn Kuk. Lof zij Allah! Ahad Haam op bezoek bij den generaal Storrs. Men moet voelen wat dit beteekent voor de Zwarte Hand en de Jonge Extremist. Generaal Storrs, de gouverneur van Jeruzalem, met verlof naar Engeland. | |
VIII.Rondom. Onrust in Syrië naar aanleiding van een bezoek van den Amerikaansche staatsman Crane aan Damaskus. Er is geprotesteerd tegen het Fransche mandaat. Winkels gesloten. Tanks in de straten. Het werkt dadelijk terug op Transjordanië. De Emir Abdoellah is een doodsvijand van de Franschen. Maar hij mag niet van Engeland. Bovendien zou Frankrijk dadelijk den koning Feissoel in Noord-Mesopotamië laten aanvallen door Mustapha Kemal Pasja. De troepen liggen reeds gereed. Onrust in Tunis. Men hoopt hier. Als alle Arabische staten van Marokko tot Turkije meer vrijheid krijgen, zal Engeland dan Palestina onder de hand houden, ter wille van een Joodsch Nationaal Tehuis? Vandaag is het vandaag. Een mooie zomerdag in de lente. En morgen? Dat is de Groote Vraag nu maar. |