Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 312 Zal 't rustig blijven?Ga naar margenoot+Morgen begint het Mohammedaansche feest van Nebi Moussa. Zal 't rustig blijven? De Regeering heeft alle maatregelen genomen. Vandaag is de stad alweder militair. Het postkantoor bezet. Men wil voorkomen, dat oproerig volk de post overvalt en telegraaf en telefoon verbreekt. Een indruk van vrede en vriendschap maakt onze militaire stad zoo niet. Wij wachten nu maar af. Het Mandaat? In een van zijn gelukkige interviews met den correspondent van het ‘Handelsblad’ te Parijs verklaarde dr. Weizmann, dat het Mandaat zeer waarschijnlijk einde April zal worden geratificeerd. Helaas hooren wij van andere zijde, dat de ratificatie van het Palestina-mandaat moet wachten op de ratificatie van het Grieksch-Turksche vredesverdrag. De Arabieren kunnen dus hun agitatie voortzetten te Londen en te Parijs. Intusschen bestaat in de Mohammedaansche wereld de tegenstelling tusschen Turksche en Arabische belangen. De Indische Mohammedanen zijn over het algemeen pro-Turksch. Toch zullen de Palestinensische Arabieren een delegatie naar Britsch-Indië sturen om geld te verzamelen voor herstel van de Omar Moskee en om de Palestina-vraag te behandelen. | |
II.Sir Herbert Samuel gaat op het einde van de maand voor twee maanden naar Engeland voor overleg met de Regeering. Zou nu juist vlak daarvoor het mandaat worden geratificeerd? Generaal Storrs, de gouverneur van Jeruzalem, vertrekt eveneens voor zijn gewone zomervacacantie. In het vertrek van beiden tegelijk zien velen een teeken van vertrouwen. Er was beweerd, dat Lord Milner tijdelijk Hooge Commissaris worden zal. Lord Milner heeft juist vandaag Jerusalem verlaten voor een bezoek aan Noord-Palestina. Het heette, dat hij gekomen is, strikt als particulier. Maar hij was de gast van Sir Herbert, die hem alleen met officieele Zionisten in aanraking heeft gebracht. Delegaties heeft Lord Milner niet willen ontvangen. Hij heeft een bezoek gebracht aan Petach-Tikvah en aan Tel Aviv. Daar waren toevallig juist eenige pro-Zionistische Arabische hoofden aanwezig. Waarom niet? Te Jaffa heeft Lord Milner een bezoek gebracht aan de Mohammedaansch-Christelijke club, waar men gesproken heeft tegen de Balfour-declaratie. Hij heeft den Arabieren gezegd, dat zij zich niet moesten laten bang maken door hetgeen extreme Zionisten in die declaratie lezen. Maar wie nu eigenlijk de extreme Zionisten zijn, dat heeft hij niet gezegd. Lord Milner zal nu nog een kamp van de chaloetziem bezoeken en Tiberias, waar ook weder toevallig een aantal pro-Zionistische Arabieren zullen zijn. Over de economische grondslagen van onze nieuwe vestigingen zal hij wel niet veel hooren. En van de geestelijke wanwereld, waarin wij hier leven, merkt hij natuurlijk niets. Het is een echte Potemkin-comedie. | |
III.Zal 't rustig blijven? Dr. Weizmann is optimistisch. Hij heeft tegen den Parijschen correspondent gezegd: ‘De verhoudingen tot de groote meerderheid van het Arabische volk, de extremisten, die men in elk volk heeft, uitgezonderd, zijn zeer goed.’ Als dat waar is, kan dr. Weizmann het Zionisme een dienst van groote, moreele beteekenis bewijzen. Door van de Engelsche regeering de terugroeping van het Engelsche garnizoen te vragen. Dat zou een einde maken aan de bewering, dat de Joodsche immigratie alleen kan plaats hebben onder de bescherming van Engelsche bajonetten. En dat Engeland millioenen uitgeeft voor de vestiging van het Joodsch-Nationaal Tehuis. Dr. Weizmann kan te Parijs wel mooie interviews geven. Wij zijn maar doodgewone verraders te Jeruzalem. En wij zien een stad, zwaar onder de militairen, en waar van de week nog weer plotseling een paniek uitbrak om niets. Het is niet onmogelijk met de Arabieren in vrede te leven. Maar het is niet voldoende hier woorden van vrede en vriendschap te spreken en in Europa te komen met een formule: ‘Palestina zoo Joodsch als Engeland Engelsch is’. De Arabische politiek heeft op het oogenblik de meeste belangstelling. Iedereen gevoelt, dat het niet gaat, te leven en te werken midden in een meerderheid van vijanden. De Arabische politiek van Oessiskin was passief: niet hinderen, niet vleien en het land rustig opbouwen. Anderen willen een meer actieve politiek. Kalvarisky, de vertegenwoordiger van baron Rothschild, is daar een voorstander van. Hij meent, dat het verzet tegen het Zionisme niet uitgaat van de Arabische massa. Maar van een klein aantal effendi's, die men grootendeels wel winnen kan door welwillendheid en mededeelzaamheid. Men moet dezen effendi's een financieel belang geven. Een soort omkooperij. Ook politiek is Kalvarisky werkzaam. De kernen van de anti-Zionistische Arabische politiek zijn de Mohammedaansch-Christelijke vereenigingen, waarin de Christenen veelal het leidende element zijn. Er worden nu opgericht Mohammedaansche vereenigingen, die de delegatie te Londen niet erkennen, en die gebruikt worden om naar buiten den indruk te vestigen, dat de Palestinensische Arabieren verdeeld zijn. Men zegt, dat Kalvarisky deze Mohammedaansche vereenigingen opricht en steunt. Het heette, dat Kalvarisky en prof. A.S. Yahoeda uit Madrid in de Zionistische Commissie zouden worden gekozen voor de Arabische politiek. Dr. Yahoeda is een vijand van dr. Weizmann. Maar het heette, dat de Sefardiem zijn verkiezing als voorwaarde hadden gesteld voor hun deelneming aan de Deputatenvergadering. De ‘Times’ had reeds een telegram, dat Kalvarisky gekozen was. Wij weten dat hier niet. En ook de verkiezing van prof. Yahoeda lijkt weer minder zeker, nu de Sefardiem eenmaal aan de Deputatenvergadering hebben medegedaan. | |
IIII.Er is in de Joodsche couranten den laatsten tijd nogal wat geschreven over een boycot door Arabische gidsen enz. van Joodsche winkels. Palestina heeft dit jaar een goed toeristen-seizoen. Maar er wordt beweerd, dat de Joden er weinig van profiteeren. De directeuren van de reisbureaux zouden de Joden boycotten als gidsen, chauffeurs, koetsiers, enz. En de Arabische gidsen zouden de Joodsche winkels van curiositeiten stelselmatig mijden. Van Joodsche zijde zelf is dat tegengesproken. Er zijn geen Joodsche gidsen en de geheele ‘toeristen-industrie’ is door de Joden verwaarloosd. Maar het doet eenigszins eigenaardig aan de extreme Zionisten te hooren klagen over een boycot, als over iets dat niet thuishoort in Palestina, maar in Polen of in Rusland. Maar Joden, die werk geven aan Arabieren, worden principieel als verraders beschouwd. Uit politieke overwegingen schrijft men daarover niet meer in de courant. Men knijpt zulke Joden in het donker. Er is trouwens een bepaling, dat Joodsche publieke werken door Joodsche arbeiders moet worden gedaan. Wat wil men dan van boycot? De quaestie is trouwens niet zoo eenvoudig. Als Joodsch werk door Arabieren wordt gedaan, kan men de Joodsche immigratie niet gaande houden. En dat is ook weer een hard gelag. Maar van boycot gesproken. Hoe hebben de extreme Zionisten de delegatie geboycot, die voor Agoedath Israël naar Lord Northcliffe is gegaan? De staking tegen mij in de rechtsschool duurt reeds twee maanden. Een enkel woord van de Zionistische Commissie zou voldoende zijn er een einde aan te maken. Maar zij vinden dezen boycot, die zich trouwens niet tot de school beperkt, een geoorloofd strijdmiddel. | |
V.En de Deputatenvergadering? En de Volksraad? En het Vrouwenkiesrecht? De Deputatenvergadering heeft het vrouwenkiesrecht niet afgeschaft. Wat de orthodoxie betreft, moet men drie groepen onderscheiden. De Agoedath Israël orthodoxie, geleid door den opperrabbijn R. Chaïm Sonnefeld. Deze heeft cultureele en religieuse bezwaren tegen deze geheele Deputatenvergadering en Volksraad. Ze heeft aan de verkiezingen geen deel genomen. Ten tweede: de Zionistische orthodoxie van den rabbijn A.I. Kuk. Deze heeft eigen verkiezingen gehouden zonder vrouwenkiesrecht. En de gekozenen zijn in de Deputatenvergadering toegelaten. Ten derde: de Mizrachistische orthodoxie, die ongeveer alle stemmen heeft verloren aan de tweede groep. Daarentegen heeft zij de steun van de Wereld-Organisatie der Mizrachie. De tweede en de derde groep hebben tot dusver deelgenomen aan de Deputatenvergadering en den Volksraad. Maar wegens het vrouwenkiesrecht hebben ze hunne vertegenwoordiging niet ingenomen. De Mizrachie echter neemt (met één lid) weder deel aan den Volksraad, samen met vrouwen. De linkschen zouden zich van de houding der orthodoxie niets aantrekken, ware het niet, dat de Regeering aarzelt een Volksraad te erkennen als vertegenwoordiging van den Jischoeb, waaraan vrijwel de geheele orthodoxie ontbreekt. Toch zal links het wel weer winnen. Ofschoon de orthodoxie van den rabbijn Kuk ditmaal bijzonder beginselvast is. Geen wonder, zeggen de anderen: ‘in werkelijkheid gaat het tegen de Joodsche vredesgerechten, die het officieele rabbinaat een groot gedeelte van de rechtspraak zouden ontnemen’. Vandaar, dat het officieel rabbinaat liefst den geheelen Volksraad aan stukken zag. Dit alles is tijdelijk. De immigranten zijn allen hard-links. Over een jaar of wat zal men zich sterk genoeg voelen zonder het officieele rabbinaat. Dan gaat Sir Herbert Samuel's mooie politico-religieuse eenheid heelemaal aan stukken. Voor zijn vertrek naar Engeland, op het einde van de maand, wil hij nog vrede tot stand brengen met de Agoedath Israël orthodoxie. Het bezoek van Lord Northcliffe is toch ergens goed voor geweest. Verleden week heeft de rabbijn J.L. Fischmann ontslag genomen als lid van het hoofdbestuur der Mizrachie. Trouwe lezers weten, dat ik de politiek van dezen duren propagandist altijd heb bestreden. Hij heeft hier een schandelijk dure ambtenaren-regeering gebracht en de Mizrachistische Organisatie van Palestina gedood. Het ergste is, dat hij weer terugkomt. De tweede propagandist, dr Schönfeld, is niet veel anders. De onderwijzers en ambtenaren hebben weder in drie, vier maanden geen salaris gezien. Overmorgen. Nebi Moussa. Maar 't zal wel rustig blijven. |