Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 302 StilteGa naar margenoot+Wat is het stil. Regen en wind. Maar dat is dan ook alles. Waarschijnlijk zullen wij tot de lente moeten wachten op nieuwe onlusten. En misschien zal Allah ons niet liefhebben. Er zal niets gebeuren en wij zullen het moeten doen met ‘Haäretz’ en de bioscoop. Geen groote politiek. Het mandaat over Palestina wordt nu niet geteekend vóór April. Sokolov is nog in Amerika, maar van vrede met Brandeis hooren wij niet. Wij lezen, dat Sokolov te Cleveland een gift ineens heeft gekregen van honderdduizend dollar. Weizmann is overal. Te Berlijn heeft hij met iedereen gesproken. Wij lezen, dat men in Duitsche politieke kringen veel goeds voor Duitschland verwacht van Weizmann's politieken invloed te Londen. En wij houden ons hart vast. Maar Weizmann zal verstandiger zijn. Te Parijs heeft Weizmann geconfereerd met generaal Gouraud, den hoogen commissaris van Syrië. Het schijnt, dat de grens tusschen Palestina en Syrië nog altijd niet afdoend geregeld is. Maar Frankrijk zal bij de regeling van de grens zooveel mogelijk rekening honden met de belangen van Palestina. Generaal Gourand is Zionist en ministerpresident Poincaré is sinds zijn artikelen van verleden zomer ook een beetje verstandiger geworden. | |
II.In de Zionistische Organisatie: stilte. Na den storm tegen Jabotinsky wegens zijn verdrag met generaal Petljoera inzake een Joodsche gendarmerie in de Oekrajiene. De Hollandsche Zionisten hebben zich ook tegen hem verklaard. In de ‘Jewish Chronicle’ wordt hij verdedigd. Volgens den schrijver in de ‘Chronicle’ is de beweging tegen Jabotinsky het werk van een kleine groep spektakelmakers. De hele zaak is van weinig belang. Een hysterisch geschreeuw. Daar gaan onze Hollandsche Zionisten. Ze staan van de week toch al in ‘Haäretz’ en ‘Doar Hajom’ met een geheele lijst van grieven tegen de Leiding. De onbeschaamden! Zij willen ook slechts 45 % afgeven van het geld, dat in Holland verzameld wordt voor het Opbouwfonds (Keren Hajesod). Waarom? Als het financieele beheer goed is, kan men alles geven. En als het slecht is, moet men niets geven. Wij hooren, dat een delegatie van vooraanstaande Zionisten naar Palestina komt, om grieven te bespreken met Sir Herbert Samuel. Leider is de Weensche Opperrabbijn dr. Chajes. En wat het kost betaalt Simon. | |
III.In de Arabische quaestie: stilte. Wij hooren niets meer van onderhandelingen tusschen Zionisten en Arabieren te Londen. En weinig van de pro-Zionistische Mohammedaansche vereenigingen hier, waarvan Kalvarisky de eigenlijke oprichter zou zijn. Over eenige weken komt de Joodsche Deputatenvergadering bijeen. Daardoor en daaruit zal dan een nieuwe Volksraad worden gekozen. Een Joodsche autonomie? Maar tusschen de Regeeringscolleges en de organen van de Zionisten is voor Deputatenvergadering en Volksraad geen taak en geen plaats. Veel wordt dubbel gedaan. Bijvoorbeeld de politieke vertegenwoordiging van de Zionistische Commissie bespreekt bepaalde punten met den Hoogen Commissaris. Het Dagelijksch Bestuur van den Volksraad doet hetzelfde. Er is hier geen democratische volksregeering, maar een vrij terroristisch gouvernement van Oosteuropeesche ambtenaren. In de koloniën met een zuiver Joodsche bevolking, heeft de Raad een gezonde, natuurlijke taak. In de steden heeft de Joodsche Stadsraad geen taak naast den Gemeenteraad. Van beginselpolitiek is geen sprake. Er zijn geen tegenstellingen. Bijna alle immigranten zijn socialisten. De oude, religieuse, bevolking sterft uit. Er is een onbelangrijke vrijzinnige middenstand. Industrie is er weinig. Er is min of meer een tegenstelling tusschen de socialistische chaloetziem (= pionieren), die absoluut eenzijdig over de Zionistische fondsen beschikken. En de hier geboren boerenzonen, die georganiseerd zijn in de Vereeniging ‘De Zonen van Benjamin’ en die gesteund worden door de Brandeis-groep. | |
IV.Dr. Eder is naar Londen. Oessiskin is absoluut de dictator. En de Doar Hajom bestrijdt hem. Ik heb drie jaren geleden al geschreven over de corruptie en het wanbeheer in de Zionistische administratie. Dat komt nu verschrikkelijk aan den dag. Het heette verleden jaar in alle bladen, dat het arme Palestina voor het Verlossingsfonds honderdduizend pond gegeven had. Lieten de andere landen daar maar een voorbeeld aan nemen. ‘Waar zijn de honderdduizend pond gebleven?’ vraagt Doar Hajom. Ook het publiek begint onrustig te worden. En het clubje moet er nu wel tusschen uit komen. Er is niet precies honderdduizend pond gegeven. Veel menschen hebben nog altijd het beloofde niet betaald. Ongeveer twee duizend pond is door de Zionistische Organisatie verbruikt. In geld zijn slechts enkele duizenden ponden over. De geschonken kostbaarheden hebben ook niet zoo héél veel waarde. Gestolen is er natuurlijk niet. Maar het zaakje is op-geadministreerd. En dat is óók een kunst. Daarna is de Doar Hajom met een nieuw punt begonnen: de hooge salarissen en vergoedingen, die onze idealisten uit verschillende fondsen genieten. Het blad mag hier en daar een kleine technische vergissing hebben begaan. Er is toch wel komen vast te staan, dat verscheidene van onze hoofdidealisten inkomens hebben boven honderd Pond per maand, en dikwijls veel meer: Oessiskin, Eder, Ruppin, Ettinger, enz. Wij hooren, dat er een enquête-commissie uit Londen komen zal. Niet te verwarren met de commissie van den Opperrabbijn Chajes. | |
V.Juist een jaar geleden heb ik in het Handelsblad geschreven over de hooge salarissen onzer Mizrachistische idealisten. Dat is toen per ingezonden stuk tegengesproken. Doar Hajom komt nu met de volgende salarissen: Prof. Pick ruim zeventien duizend gulden per jaar, Rabbijn Schönfeld bijna vijftienduizend en Rabbijn Fischmann eveneens. Met of zonder verval. Dat is niet duidelijk. Deze gegevens zijn niet tegengesproken. Feitelijk bestaat de Mizrachie in Palestina niet. Het is twee jaar en vijf maanden geleden, sinds voor het laatst een jaarvergadering is gehouden. De zittingstijd van de besturen is al lang om. Maar ze bestaan uit betaalde ambtenaren, en zitten dus rustig door. Af en toe verschijnen er in de couranten berichten over vergaderingen van besturen en hoofdbesturen, maar wie daar aanwezig waren en gesproken hebben, lezen wij niet. Het is een jammerlijke, beschamende toestand. | |
VI.De economische ontwikkeling gaat langzaam. Plannen genoeg. Vooral voor bouw van huizen. Jeruzalem, Haïfa en Tiberias zullen geheele nieuwe buurten krijgen. Er is nog al wat werkloosheid. De geheele immigratie is in handen der federatie van socialistische arbeiders-vereenigingen. Ze houden vast aan den eisch, dat de immigratie door moet gaan. Werk of geen werk. De wettelijk immigratiebepalingen zijn blijkbaar al héél rekbaar. Er wordt den laatsten tijd geklaagd over de immigranten. Ze hebben geen vakkennis, ze kennen geen Hebreeuwsch, en ze hebben geen idee van 't land. Men zou den immigranten misschien bepaalde voorwaarden kunnen stellen. Maar daar is de arbeiderspers in beginsel tegen. De immigratie moet vrij zijn. Men wil nu ook de organisatie der Arabische arbeiders ter hand gaan nemen. | |
VII.Egypte blijft tamelijk rustig, al dreigt het. Lord Allenby naar Engeland. Men verwacht een gematigd bestuur. Misschien zal Lord Allenby plaats maken voor iemand van het type van Sir Herbert Samuel of Lord Reading. Het tourisme-seizoen, ook voor Palestina, belooft heel wat. Er komen dit seizoen drie à vierduizend touristen, alleen met Cook. Wij verwachten dr. Weizmann, baron James de Rothschild; Sylvain Lévie, Louis D. Brandeis; mrs. Fels, mr. Ochs, den eigenaar van de ‘New York Times’. En Lord Northcliffe, den eigenaar van alles. Hij is al in Egypte. Ittamar ben Awi is hem reeds tegemoet gereisd. Sir Herbert leent zijn extra-spoorwagen. Wij doen allemaal wat. Het is groot. Het is reuze. Het is formidabel. Het is honderdduizend dollar. Aan Jeruzalem denkt niemand hier. Sir Herbert is ziek. | |
VIII.Stilte in Egypte. Maar wie weet. Transjordanië is nog altijd héél onzeker. Het heet nu weder, dat de Emir Abdoellah weg zal gaan. Anderzijds hooren wij van regelingen tusschen de regeering van Palestina en de regeering van Transjordanië, wat weder op onafhankelijkheid wijzen zou. De regeering van Transjordanië gaat ook een officieele courant uitgeven, onder den naam: ‘Arabisch Transjordanië’. Ook in Syrië is alles stil. Maar het is nog geen lente. De grens is, gelijk gezegd, nog steeds niet volkomen geregeld. | |
IX.Allerlei. Zevenhonderd man van de Iersche Constabulary komen naar Palestina. Het Engelsche bezettingsleger wordt nog meer verminderd. De Joden hebben hun tevredenheid betuigd. De Arabieren protesteeren tegen een politie, die het volk en de taal niet kent. De joodsche politie-agenten zijn bijna allen heengegaan, wegens het slechte salaris. Een nieuwe verordening aangenomen op de berechting van jeugdige personen. Arabische pogingen tot boycot van Joodsche kooplieden. Doar Hajom beweert, dat de lagere Zionistische ambtenaren een salarisverlaging (!) van 30 % hebben gevraagd. De onderwijzerssalarissen betaald. Twintigjarig bestaan van het Joodsch Nationaal Fonds. Het officieele rabbinaat wekt op tot steun. Onveiligheid op de wegen. Verschillende rooversbenden gesignaleerd. Generaal Storrs bezoekt de drukkerij van Doar Hajom en wordt daar met allen eerbied ontvangen. Dit is het einde van den Joodschen boycott tegen den Generaal. De bekende kapitein Aronssohn sticht in Amerika een organisatie tot steun aan de Joodsche kolonisten. De Joodsche kolonisten zullen antwoorden op de grieven van Baron Edmond de Rothschild. Lezing van Norman Bentwich over ‘Hellenism and Hebraism’. Regen en wind. Maar alles rustig. Lof zij Allah. |