Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 299 Groote dagenGa naar margenoot+Groote dagen voor het kleine land. Briand plotseling afgetreden en Poincaré in zijne plaats. Wij zien elkander aan. Briand had zich voor korten tijd sterk uitgesproken vóór het Zionisme. Poincaré tegen. Hij had beweerd, dat hij anti-Zionistische brieven had van Sefardische Joden uit Palestina. En de Sefardiem hadden dat ontkend. Intusschen heeft Poincaré toch gezegd, dat Frankrijk het eenmaal gegeven woord aan de Zionisten gestand zal doen. Dr. Weizmann is te Parijs aangekomen. En dus zullen wij van Poincaré maar weer het beste hopen. In Fransche kringen te Jeruzalem was men ontstemd over het Zionisme van Briand. Men is tevreden over het ministerie Poincaré. De Engelschen zijn ontstemd. Zij vreezen voor gestook in Palestina vanuit Syrië. De Joden zijn natuurlijk spijtig. Maar onder de Arabische nationalisten is de vreugde zéér groot. Zonder dat zij eigenlijk precies weten, wat het Arabische nationalisme van Poincaré te verwachten heeft. | |
II.En het Mandaat. In weerwil van de beloften van President Harding en Minister Hughes is het mandaat op den tienden Januari niet geteekend. President Harding heeft in een tweede onderhoud aan Sokolov verklaard, dat de schuld aan het uitstellen van het mandaat niet bij Amerika lag. Van andere zijde hooren wij echter, dat de schuld ligt bij Amerika en bij Italië. De Zionistische leiders doen nu al hun best het mandaat geteekend te krijgen in de volgende vergadering van den Volkenbond. Dr. Weizmann gaat naar Genève. Leo Motzkin naar Rome. Sokolov naar overal. Groote dagen. President Harding spreekt nu héél Zionistisch. Maar een van zijn eerste regeeringsdaden is geweest, de anti-joodsche immigratiewet te teekenen, hetgeen president Wilson geweigerd had. Wij hooren van nieuwe immigratiebeperkingen in Amerika. Zuid-Afrika eveneens. In den laatsten zomer was generaal Smuts de groote supporter van het Zionisme. Daarvan hooren wij nu niets meer. Maar wij hooren van toenemend anti-semietisme in Zuid-Afrika en van voorgenomen anti-Joodsche immigratiebepalingen. | |
III.Sokolov is nog altijd met zijne delegatie in Amerika. Van vrede met Brandeis hooren wij niets meer. Wel van groote politiek. Balfour. De Man van de Declaratie. Wat beteekenen toch de woorden: ‘Joodsch-Nationaal-tehuis in Palestina’. Tegenover een van de Amerikaansche Zionisten heeft Balfour verklaard, dat dit meer beteekent dan dat de Joden zich in Palestina mogen vestigen. Het beteekent, dat Palestina het vaderland zal worden van de Joden. Evenals van de Arabieren. Zooals Quebec het vaderland is van de Franschen en van de Engelschen. In een afscheids-ontvangst van een aantal vooraanstaande Amerikaansche Zionisten heeft Balfour nogmaals mooie woorden gesproken. Maar hij heeft zich niet aangesloten bij de interpretatie van dr. Weizmann ‘Palestina zóó Joodsch, als Engeland Engelsch is’. | |
IV.Overigens is het in de Zionistische Organisatie alles bij het oude. Er wordt veel gereisd. En iedereen is politicus. Dr. Weizmann zal confereeren met Baron Edmond de Rothschild over het goede geld. En dan is er nog altijd de quaestie van het verdrag tusschen Jabotinsky en den bloedgeneraal Petljoera in zake een Joodsche gendarmerie in de Oekrajiene. De Russische, Engelsche en Hollandsche Zionisten hebben het ontslag van Jabotinsky uit het Hoofdbestuur geëischt. Maar Jabotinsky zegt, dat alleen het volgende Congres hem kan ontslaan. Wij hooren, dat generaal Petljoera aan het Zionistische Congres te Karlsbad een telegram van gelukwensch heeft gezonden. Maar het is niet voorgelezen. Thans bevinden zich vertegenwoordigers van Petljoera te Parijs en probeeren geld te krijgen van Fransche Joden. Lof zij Petljoera. | |
V.Groote dagen hier. De Joodsche Deputatenvergadering komt over een maand weder bijeen, om de zaken van de Joodsche gemeenschap te regelen. Speciaal de belastingen. Men hoopt, dat de regeering ditmaal de Zionistische Deputatenvergadering 't recht zal geven, belastingen te heffen ook van niet-Zionisten en anti-Zionisten. Ofschoon Sir Herbert Samuel en mr. Norman Bentwich, de Legal Secretary, verleden jaar hebben verklaard, dat zij dit niet konden toestaan. De quaestie van het actief en passief vrouwenkiesrecht zal nu ook moeten worden geregeld. Rechts zal zich verzetten. Maar links zal het winnen. De vraag naar de bevoegdheid van de Joodsche Vredesgerechten zal men laten rusten. Het zijn eigenlijk gewone arbitrage-colleges. De Oost-Europeesche Joden zouden wel willen, dat deze Vredesgerechten officieel werden erkend, zoodat Joden verplicht zouden worden voor hen te verschijnen. Maar Norman Bentwich zal daaraan niet licht meedoen. De toestand is hier nu zeer verward. In zaken van erfrecht en fidei-commis is de Kadi bevoegd, ook tusschen niet-Mohammedanen. Men wil deze zaken nu brengen tot de bevoegdheid van het rabbinaat. Maar dat willen de linksche Joden weer niet. Zij willen hier ook bevoegdheid van de Vredesgerechten. Zij willen trouwens de geheele joodsche huwelijkswetgeving hervormen. En daarin vinden zij nu weder steun bij Norman Bentwich. ‘Cultuurkamp’ is een héél groot woord. Maar strubbelingen zullen er nog wel komen, waarbij links altijd winnen zal. | |
VI.Tot de bijeenkomst van de Deputatenvergadering toe, zal de kleine politiek hier wel rustig blijven. Dr. Eder, die wegens oneenigheid met Oessiskin ontslag had gevraagd als lid van de Zionistische Commissie, is naar Londen vertrokken. Hij komt wel weer terug Oessiskin is dictator en ‘Doar Hajom’ bestrijdt hem. ‘Doar Hajom’ heeft een nieuw strijdmiddel gevonden: verzet tegen de hooge salarissen. Het is een feit, dat salarissen van tien tot vijftienduizend gulden per jaar geen zeldzaamheid zijn bij de Zionistische Commissie en met haar verbonden instituten als Anglo-Palestina Bank, Joodsch Nationaal Fonds, Hadassah enz. Vele hoofdambtenaren hebben verscheidene betrekkingen vereenigd. Enkele doen er geurige eigen zaken bij. Nu het leven hier sinds verleden jaar veel goedkooper is geworden, eischt ‘Doar Hajom’ vermindering dier hooge salarissen en becijfert, dat daarmee duizenden zouden worden bespaard. Ook in de arbeiderspers komt verzet tegen het geven van goede baantjes aan vrienden. Of om opposanten tot zwijgen te brengen. Zoo is Davis Triesch benoemd tot directeur van het Tuinsteden-departement. Terwijl van de week een oude, vrome Boekhaar zich uit armoede heeft van kant gemaakt. Men begint ook te roepen om rekening en verantwoording van het Verlossingsfonds. Het heette, dat Palestina verleden jaar voor dat fonds honderdduizend pond had gegeven. Waar is dat geld gebleven? Wij hooren, dat op telegrafisch bevel van dr. Weizmann twaalf duizend pond is gebruikt tot betaling aan het Amerikaansche Reliefcomité van geld, dat de Zionistische Commissie wederrechtelijk voor eigen doeleinden had gebruikt. De bestuurders van het Joodsch Nationaal Fonds hebben zich openlijk over dit wanbeheer beklaagd en er op gewezen, dat dit inzamelingen voor andere fondsen zooveel kwaad doet. Er bestaat hier op financieel gebied een diepe demoralisatie. Men steelt niet. Maar men knoeit met het geven van subsidies, baantjes enz. De oorzaak daarvan ligt bij de Zionistische Commissie. Toen die, na de verovering van Jeruzalem door de Engelschen, hier kwam, waren de Joden hier absoluut uitgeput. Buiten Palestina wilden de Zionistische leiders volstrekt den indruk vestigen, alsof alle Palestinensische Joden Zionistisch waren. Dat was toen volstrekt niet het geval. Maar men is het rijke Amerikaansche reliefgeld gaan gebruiken, waarvan de commissie alleen het beheer had. Het Zionistische Rabbinaat werd met reliefgeld gedreven. Het mindere volk kreeg bedeeling en het iets mindere volk kreeg functies en secretariaten. Millioenen en millioenen zijn door het reliefcomité uitgegeven. Alles inconstructief en improductief. Zóó beleven wij hier de gebrokenheid van het ideaal in een wereld van tijd, ruimte en geld. | |
VII.De Arabische quaestie. Van onderhandelingen tusschen Joodsche en Arabische leiders te Londen hooren wij niets meer. De pers hier is er trouwens tegen. Officieel wordt van Arabische zijde medegedeeld, dat een nieuwe uitlegging van de Balfour-declaratie door de Engelsche regeering thans bij de Arabische leiders hier is aangekomen. Daarin wordt bepaald, dat de Joden en de Arabieren politiek nu en altijd volkomen gelijk zullen staan. Van een Joodschen staat is dus geen sprake. Men is Palestinenser. Dat klopt dus wel met Balfour's eigen verklaring in New York, dat Palestina het vaderland zal zijn van Joden en Arabieren samen, zooals Quebec in Canada het vaderland van Engelschen en Franschen is. Maar ja: Quebec in Canada is ver. Het is hier nu rustig. Zoolang Egypte en Indië rustig zijn, blijft dat wel zoo. We schieten al aardig op. Te Jaffa zijn nieuwe processen begonnen wegens moord op zes Joden in Mei. Hier behandelt men de cassatieprocedure tegen Joden en Arabieren veroordeeld in November. Zoo zijn wij niet zonder tot de volgende maal. Tegen het volgende voorjaar bereidt de regeering zich voor. Palestina wordt militair geheel vrijgemaakt van Egypte, waardoor de hooge commissaris beter over de troepen beschikken kan. Men wil zevenhonderd man van de overbodig geworden Irish Constables hier importeeren. De veiligheid op de wegen blijft slecht. Tusschen Bethlehem en Hebron is een postwagen aangevallen. Men probeert het soms weer op zijn Turksch. In een dorp bij Jaffa zijn vijf en twintig politie-agenten aangekomen. Zij zullen daar, op kosten des dorps, blijven tot een roover, die in dat dorp thuishoort, is gepakt. Dit is Turksch en frisch. | |
VIII.De opbouw van het land. De immigratie gaat door. In de laatste maand elf honderd. Van de week had ‘Haäretz’ een bericht, dat bureau-ambtenaren en bedienden niet meer worden toegelaten. Er waren er genoeg. Ook emigratie uit Sovjet-Rusland was gestopt. Veel beteekenen die bepalingen niet. Want ze worden toch ontdoken. Maar het is de vernedering. Er is trouwens geen werk. Er worden veel huizen gebouwd. In vele steden, ook in Jeruzalem, bouwt men nieuwe Joodsche buurten. Iedereen wil een eigen huis en tuin hebben. Over landnationalisatie denkt niemand anders. Daarvoor is dit hebzuchtige bouwvolkje ook niet geschikt. Aan al die huizen werken Joodsche arbeiders. Het bouwen wordt daardoor veel duurder. Maar anders moest men hen toch ook steunen. Zonder subsidies kunnen Joodsche arbeiders niet tegen Arabische concurreeren. De industrie ontwikkelt zich langzaam. Een groote tegelfabriek te Jaffa. En de oliefabriek, waarover zooveel te doen is geweest, zal nu toch te Haïfa komen. Voor sinaasappels worden goede prijzen gemaakt. Maar voor den wijn is geen markt. De toestand der boeren is slecht. Zij moeten hun Joodsche arbeiders duur betalen. En wij kunnen niet concurreeren tegen het goedkoope ingevoerde Australische meel. | |
IX.Nu Egypte rustig blijft, komen er nogal wat toeristen. Wij hebben hier bezoek van mrs. Wintringham, het tweede vrouwelijke parlementslid in Engeland. En wij hadden bezoek van den oud-minister Lely en zijn zoon en den ingenieur Van Konijnenburg, wiens naam vroeger genoemd is, in verband met havenplannen te Jaffa. Zij hebben de drukkerij van den ‘Doar Hajom’ bezocht. Men heeft hun een vertaling in prachtband gegeven van de artikelen in ‘Doar Hajom’ over het wanbeheer hier. Wij lezen met voldoening, dat de heer J. Lely woont in Den Haag, de hoofdstad van Holland. En hoeveel achting hebben wij niet voor den heer Van Konijnenburg: ‘hoofdingenieur van de Publieke Werken in Holland en Gezant van Holland in Egypte’. | |
X.Allerlei. Een Arabische agrarische bank opgericht. Twintigjarig bestaan van het Joodsch Nationaal Fonds. Sir Herbert uit Egypte terug. Proces van de regeering tegen het Arabische blad ‘El-Sabagh’. Proces van het arbeidersweekblad ‘Kontreis’ tegen de regeering wegens onrechtvaardig sluiten van hun drukkerij. Verder alles rustig. Groote dagen. Joodsch Nationaal Tehuis. |