Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendXIII.De stemming is slecht tusschen Joden en Arabieren. Zelfs met den ouden heer Yellin maken de Arabieren onvrede. En de oude heer Yellin is iemand, die kwaad doet aan niemand. Als men hem maar voorzitter maakt, wat laat praten en wat laat verdienen. Wat is de zaak? ‘Haäretz’ had een verslag van een rede van Yellin op het Congres te Karlsbad. Yellin zou hebben gezegd: ‘Palestina zal niet worden veroverd zonder oorlog. En ons bloed zal ons recht geven op het Heilige Land.’ Het anti-Zionistische weekblad ‘Falestien’ is begonnen daartegen te schrijven. En ‘Haäretz’ antwoordt, dat deze woorden slechts poëtisch bedoeld zijn. De Arabieren hebben een adres aan de Regeering gezonden, waarin zij vragen Yellin te ontslaan uit den Staatsdienst en den Gemeenteraad. En hem te verbannen uit het land. Zietdaar het loon der poëzie! Ofschoon er geen censuur is, heeft de Regeering de Arabische couranten verboden dit adres te publiceeren. De Regeering heeft de zaak onderzocht. En het is niet bewezen, dat deze poëtische woorden werkelijk gesproken zijn. Daarmede is het nog niet uit: de Arabische nationale leiders hebben den tweeden November (de Verjaardag!) een proclamatie uitgegeven. Ze hebben daarin de bloederige woorden van Yellin nogmaals aangehaald. En hun eigen vredelievendheid daartegenover gesteld. Zoo gaat het. Groote mannen als Sir David Yellin moeten zwijgen, wanneer zij spreken. | |
XIV.Het verzet van de Arabieren tegen het Zionisme wordt geleid door de Christen-Mohammedaansche vereenigingen. Waarin de Christenen de kleine, leidende, intelligente minderheid zijn. Men heeft er den leiders van de Zionistische Commissie dikwijls een verwijt van gemaakt, dat zij er niet in geslaagd zijn de Christenen, en de Mohammedanen gescheiden te houden. Den laatsten tijd zien wij nu in verschillende steden de oprichting van Mohammedaansche vereenigingen, die mooie telegrammen zenden aan Sir Herbert Samuel en aan Mr. Norman Bentwich. Zoo eene vereeniging is ook opgericht te Sechem. Maar de voorzitter is dadelijk in de bladen komen verklaren, dat zijne vereeniging ook tegen de Zionisten is en tegen hen met de Christenen zal samenwerken. Wij lezen, dat zoo een Mohammedaansche vereeniging ook is opgericht te Ramallah en wel op initiatief van Kalvarisky, den vertegenwoordiger van den Baron Rothschild. Misschien is het niet waar. Slim zou het in ieder geval niet zijn. | |
XV.De Arabieren, of misschien juister de Syriërs, in Amerika beginnen zich weer te roeren. Zij hebben de Londensche delegatie gevraagd een paar leden naar Amerika te zenden, ter gelegenheid van de vergadering te Washington. Ze hebben ook duizend Pond gezonden. En zij beloven meer. Er is te New York een vereeniging van Arabieren opgericht, die in verbinding is getreden met den schrijver Herbert Adams Gibbons, een tegenstander van de Zionisten. De Egyptenaren hebben ook in Amerika succes gehad. De Vereenigde Staten weigeren de bijzondere positie van Engeland in Egypte te erkennen, en in het Duitsch-Amerikaansche vredesverdrag komt een desbetreffende bepaling niet voor. Dit laatste wordt bevestigd door berichten uit Caïro, dat de Amerikaansche Regeering den Engelschen gezant te Washington heeft te kennen gegeven, dat het Engelsche protectoraat over Egypte na den oorlog geen reden van bestaan meer heeft en moet worden opgeheven. Misschien is het niet waar. Maar 't wordt geloofd. | |
XVI.Dit is een gelukkig Land. De rechtbanken zijn druk bezig met het berechten van de betrokkenen bij de Novemberonlusten van Jeruzalem. En juist dezer dagen is men klaar gekomen met de laatste twee gevallen te Jaffa, dateerend uit de maand Mei. Een Joodsche beklaagde is vrijgesproken. De tweede beklaagde was een Arabier, die twee Joden had gedood en negen gewond. Hij is krankzinnig verklaard. Ofschoon een Joodsche deskundige had uitgemaakt, dat hij niet krankzinnig was. | |
XVII.Van opbouw van het land komt nog niet veel. De handelsbalans blijft slecht. De Duitsche handel neemt toe. De invoer uit Duitschland bedroeg in vijf maanden, eindigend met Augustus, bijna honderdduizend Pond. De havenwerken van Haïfa en Jaffa zijn nog niet aanbesteed. Wij hooren nu weder van plannen van Italiaansche firma's. De spoorweg van Petach-Tikvah naar Ras el Aïn is in voorloopig traject gereed voor goederenvervoer. Men klaagt over de hooge tarieven, waardoor bijvoorbeeld het vervoer van sinaasappelen naar Jaffa per spoor niet goedkooper wordt dan per wagen. En daarvoor is de lijn juist niet aangelegd. Er is nogal wat werkloosheid. En het groote plan van Ruttenberg is nog niet aan de verwezenlijking toe. Men hoopt, voor het eerst na den oorlog, op een goed toeristenseizoen. Optimisten beweren, dat er tienduizend toeristen zullen komen. De hotels nemen al maatregelen. In de werkplaatsen voor kleine souvenirs uit olijfhout, parelmoer enz. wordt hard gewerkt. Als het land maar rustig blijft. | |
XVIII.Allerlei. De oudste zoon van Mendel Beilis pleegt zelfmoord uit armoede. Een antiquiteiten-museum te Jeruzalem. Prof. Schlousz naar Europa. Denkt ook Holland te bezoeken. Een belangrijk man. De broodprijs daalt door invoer van Australisch meel, tot spijt van de Palestinensische boeren. Een Arabisch blad veroordeeld wegens beleediging van Sir Herbert en Mr. Norman Bentwich. Rosh Pinah bestaat veertig jaar. Slechte tijden. Geen feest. Een Poolsche consul naar Palestina. Twaalfduizend Poolsche Mark voor één dollar. Norman Bentwich dringt aan op veranderingen in het Joodsche familie-recht. De rabbijn Kuk denkt na. Palestina heeft dit jaar goed verdiend met uitvoer van druiven en meloenen per spoor naar Egypte. Goede berichten over de chaloetziem uit Holland, gevestigd te Zargonia bij Haïfa. Misschien komt Lord Northcliffe hier. Een zoon van Achad Haäm wordt misschien Regeerings-inspecteur over de Joodsche scholen. Het land van Beth Shan door de Regeering aan de Arabieren afgestaan. | |
XIX.Transjordanië. Dr. Weizmann had op het Zionistisch Congres te Karlsbad als een grooten triumf, ook tegenover de verwijten van De Lieme, medegedeeld, dat Transjordanië een deel zou zijn van het Palestinensische mandaatsgebied, zij het onder bijzondere voorwaarden. Sinds het einde van October evenwel, verschijnen er in de Arabische pers telkens mededeelingen, dat Transjordanië zelfstandig zal zijn onder den Emir Abdoellah, zonder ander verband met Palestina dan uit de eischen van goede nabuurschap voortvloeit. Kolonel Lawrence zou dat hebben geregeld, tijdens zijn laatste bezoek hier. Het bericht is door de Regeering niet tegengesproken, ofschoon in het algemeen onjuiste berichten in de bladen zorgvuldig worden weerlegd. De Arabische pers is natuurlijk buitengewoon verheugd over deze nederlaag der Zionisten. De Joodsche Pers is verontwaardigd. In het eerste jaarverslag van Sir Herbert aan de Engelsche Regeering en in den laatsten tekst van het ontwerp-Mandaat werd aangenomen, dat Transjordanië een deel van Palestina behoorde te zijn. ‘Doar Hajom’ van 2 November had een telegram van zijn berichtgever uit Londen, gedateerd 31 October. De berichtgever heeft zich tot officieele personen gewend en dezen loochenden absoluut en officieel het bericht, waarvoor geen enkele grond bestaat. ‘Doar Hajom’ van 23 November had een telegram uit Caïro, gedateerd 21 November, dat een nieuwe Engelsche adviseur voor den Emir Abdoellah onderweg was. Maar dat Transjordanië Palestinensisch Mandaatsgebied blijft. Wij wachten af. Eén maand voorbij. | |
XX.De groote gebeurtenis is natuurlijk het Fransch-Kemalistische verbond. Frankrijk heeft zich verbonden met Moestafa Kemal Pasja tegen den gemeenschappelijken vijand Feisoel, wien ook vele Palestinensers niet vergeven, dat hij in opstand is gekomen tegen den Khalief van Konstantinopel. Het Engelsche Mandaatsgebied van Mesopotamië komt leelijk bedreigd te liggen. Perzië en Afghanistan hebben verbonden met Moestafa Kemal Pasja. Frankrijk staat dus aan het hoofd van een anti-Engelsch verbond van Konstantinopel tot Indië. Mossoul. Clemenceau heeft, naar men zegt in onwetendheid, het rijke petroleumgebied van Mossoul aan Engeland gelaten. Men sprak reeds van een spoorweg met een pijpleiding van Haïfa naar Mossoul. Maar Frankrijk zal Moestafa Kemal Pasja niet beletten Mossoul te veroveren op koning Feisoel Wij lezen nu in de Joodsche bladen correspondenties uit Bagdad, volgens welke koning Feisoel een bezoek aan Mossoul heeft gebracht. Wij lezen ook over organisatie van het Mesopotamisch leger. Lof zij Allah! De Fransche politiek in Syrië blijft anti-Zionistisch. De pers, onder censuur, raast uit tegen Joden en Zionisten. Tegelijkertijd schrijft de Fransche ambtenaar Durieux, vroeger te Jeruzalem werkzaam, een mooien brief aan den Joodschen schrijver Calmy, die vroeger Frankrijk heeft gediend in Syrië en thans het Joodsche Volk dient te Londen. Allah is groot. Eén maand voorbij. |