Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 277 Een stille tijdGa naar margenoot+Na het Congres te Karlsbad is het stille tijd geworden. De couranten pleiten na. Wonderen heeft het congres niet gedaan. Maar het heeft de zaken in de organisatie wettelijk geregeld. Wij kunnen nu weder werken. En dat is het eenige, dat ons te doen staat. Rustig, waardig werk. Het mandaat is nog niet geteekend en het zal voorloopig nog wel niet geteekend worden. Het Engelsche Parlement is nog niet bijeen en vragen over Palestina worden dus niet telkens gesteld. Het is heel stil. Een zachte, gelaten herfststemming. Er is ook geen politiek. De Joodsche Deputatenvergadering is sinds een jaar niet bijeen geweest. Men weet eigenlijk niet, of zij nog bestaat. Zoo is het ook met den Volksraad. Alleen de oude heer David Yellin bestaat. Daaraan geen twijfel. Van de Joodsche stadsraden bemerkt men ook al niet anders dan feesten, protesten en deficieten. En de Joodsche Vredesgerichten? Toch groeit hier wel wat. Het gaat alles langzamer dan wij gedacht hadden. Het gaat ook weer buiten de organisatie om, en meer door particulier initiatief. Maar er wordt toch wel iets gedaan: land gekocht, huizen gebouwd. De propagandisten en collectanten hebben ons jaarlijksche immigratie voorgespiegeld van honderdduizend. Daarbij vergeleken is de werkelijkheid een teleurstelling. Maar vergeleken bij den toestand in Mei, is alles nu veel beter. Er komen oogenblikken, dat men zich tevreden gevoelt. Al weten wij wel, dat alles weder keeren kan. Het lijkt ook bij de Zionistische Commissie alles veel beter en eenvoudiger. Minder bluf. Minder verkwisting en meer inzicht in de werkelijke verhoudingen. Al zullen er ook ten aanzien van de kolonisatie-politiek der Commissie altijd verschillende meeningen zijn. Oessiskin is terug. Wij zullen afwachten. Zonder alle drukte van Constituante, Volksraad enz., gaat het ook. Ons werk is vooral economisch. Alleen Petach Tikvah doet aan groote politiek. Er is een referendum gehouden over passief vrouwenkiesrecht in den kolonialen raad. En dat is afgestemd. Toch is het morgen Groote Verzoendag. | |
II.De belangrijkste quaestie is thans de Arabische quaestie. Maar ook die moet op natuurlijke wijze opgelost worden. Conferenties en politieke listigheden zullen ons hier niet kunnen helpen. Het is heel moeilijk te weten, hoe sterk het Arabische nationalisme in Palestina eigenlijk is. Soms lijkt het, alsof het verzet inderdaad slechts uitgaat van eene kleine, belanghebbende minderheid, en dat het volk als geheel in het Zionisme weinig belang stelt. Maar soms ziet men toch weder teekenen van een min of meer patriottische volksbeweging. Dr. Weizmann heeft zich vastgelegd aan de formule: ‘Palestina zoo Joodsch als Engeland Engelsch is.’ En de Jewish Chronicle heeft die formule als zeer juist geprezen. Het is te begrijpen, dat de Palestinensische Arabieren daar niets van willen weten. Anderzijds heeft dr. Weizmann gewezen op de Arabisch-Joodsche cultuur in Bagdad en Andalusië, als een voorbeeld voor Palestina. Dat is natuurlijk heel wat anders. Wij hebben geen mooie speeches en listige conferenties noodig. Men moet de economische positie van de Joden hier zoo gezond en zoo sterk mogelijk maken. Dan zullen aanvallen vanzelf niet meer mogelijk zijn. Een georganiseerde aanval op een Joodsche stad als Tel-Aviv is nu al een veel grooter risico. De Arabische delegatie uit Palestina werkt nog altijd tegen het Zionisme te Londen en te Genève. Maar veel resultaten schijnen ze niet te behalen. Het Arabische Congres te Genève is gesloten. De Emir Michel Lutfallah is daar de ziel geweest. Eisch: eenheid en onafhankelijkheid van geheel Syrië van Taurus tot Egypte. Uit Fransch Syrië zijn dadelijk telegrammen gezonden om te betoogen, dat dit Congres geen recht heeft te spreken uit naam van het Syrische volk. Maar men kent dat soort telegrammen hier. De Palestijnsche delegatie heeft aan het Congres te Genève deelgenomen. De Fransche regeering is daarover ontstemd en wij hooren, dat de Fransche ambtenaren last hebben gekregen, niet langer in Palestina te stoken tegen Engeland en de Zionisten. Overigens is het hier bij de Arabieren levendig genoeg. Aangekomen is Generaal Haddad Pasja, die vroeger in Egypte en Palestina werkzaam is geweest. De laatste jaren was hij agent van koning Hussein van Hedjaz en van den Emir Feisoel te Londen. Hij is nu op weg naar Transjordanië voor overleg met den Emir Abdoellah en naar Mekka voor overleg met koning Hussein. Hij is de gast van Sir Herbert op den Olijfberg en hij zal hier in een Arabische club een lezing houden over de Arabische quaestie. Ook kolonel Lawrence is hier, de Arabische adviseur aan het Departement van Koloniën. Aangekomen zijn ook Major Young en Mr. Vernon, ambtenaren aan het Ministerie van Koloniën, afdeeling Middel-Oosten, te Londen. Hun taak schijnt evenwel niet politiek, maar meer administratief. Er moet bezuinigd worden of op het aantal ambtenaren, of op de salarissen. Niemand weet eigenlijk precies, wat zij beiden komen doen. Men zegt, dat zij de administratie komen zuiveren van ambtenaren, die niet de Balfourdeclaratie eerlijk willen uitvoeren. Er loopen natuurlijk allerlei geruchten. Zoo, dat de Legal Secretary, Mr. Norman Bentwich aanstaanden zomer aftreden zal. Eveneens de Civil Secretary Sir Generaal Wyndham Deedes. Deze laatste zou dan vervangen worden door Generaal Ronald Storrs, gouverneur van Jeruzalem. Meer dan wilde geruchten zijn dit niet. Wij hooren ook, dat de Regeering voorloopig geen Joodsche hooge ambtenaren meer aanstellen zal. Mr. Vernon is intusschen bij een vliegongeluk ernstig gewond. Telkens loopen er geruchten, dat de Emir Abdoellah aftreden zal en dat Transjordanië dan gewoon een deel zal worden van Palestina, gelijk Jaffa of Hebron. Schijnbaar is het land rustig. Wel komen telkens kleine aanvallen voor. Onder anderen op eenen Joodschen politie-agent bij Petach Tikvah. Men zegt, dat de Arabieren rondom Petach-Tikvah weder onrustig zijn. Wij hooren, dat de Arabieren van Jeruzalem de Joden morgen, Grooten Verzoendag, willen overvallen. Maar zulke geruchten zijn hier zóó gewoon, dat wij er niet meer naar luisteren. Tot het eenmaal gebeurt. Onze positie is hier nog niet schitterend. Bijvoorbeeld: Joodsche ambtenaren vooral bij de politie en de spoorwegen moeten nog telkens op Sabbath en Feestdagen werken. Met heel veel moeite krijgen ze op de Hooge Feestdagen min of meer vrij. Het nieuwe notabelen-college van Sir Herbert Samuel is nu wel goed dood. De delegatie in Londen had den leden verzocht niet aan de zittingen deel te nemen. En bijna alle leden zijn weggebleven. | |
III.Onze vijanden zitten natuurlijk niet stil. De Engelsche katholieke kardinaal Bourne, die twee jaar geleden hier is geweest, heeft een zeer anti-Zionistische rede gehouden. Kardinaal Ratti, aartsbisschop van Milaan, heeft, in ‘Il Secolo’ een scherp interview gegeven. Hij zegt, dat de Paus niet is tegen het Zionisme van Sokolov, dat niet meer is dan een toevlucht voor ongelukkige Joden in Palestina. Maar wel tegen het Zionisme van Sir Herbert, die een Joodsch Palestina wil. De kardinaal dreigde zelfs met erkenning van de Iersche Republiek door den Paus als represaille-maatregel. Het Vaticaan schijnt het interview te willen wegschuiven. Maar de politiek: ‘vóór Sokolov, maar tegen Sir Herbert’ was in de dagen van het laatste Congres de politiek van het Vaticaan. De Anglicaansche Bisschop van Jeruzalem dr. Mac Innes, die hier grooten invloed heeft, hield te Londen in een Zendelinggenootschap een zeer anti-Zionistische rede, waarbij de Arabische delegatie te Londen uitgenoodigd was. Tegenover dit alles hebben wij slechts één middel: werk, werk en nog eens werk. | |
IV.Wij doen wel wat. Maar het kon beter. Het werk op de nieuwe gronden in het dal van Jisreël is aangevangen. En nu hooren wij alreeds, dat er vee1 meer geld noodig is dan men heeft gezegd. Het havenplan van Haïfa is nog niet goedgekeurd. Maar waarschijnlijk zal de firma Pearson de haven bouwen. Het aantal immigranten onder de nieuwe regeling van 3 Juni is niet veel kleiner dan te voren. Alleen schijnt het, dat de immigratie-certificaten thans wat minder eenzijdig aan socialistische chaloetsiem (= pionieren) worden gegeven. Men zegt, dat er nu meer gezinnen komen. Maar 't is nog een zware tijd. Negentien immigranten, die een visum hadden van vóór de maand Mei, zijn te Haïfa onverbiddelijk teruggezonden. Werk vinden de meeste immigranten wel. Maar gezinnen hebben het zeer moeilijk. De handel schijnt iets op te leven. Volgens de berichten gaat het den kleinen koloniën in Neder-Galilea slecht. Maar als men er komt, valt het meestal mee. Zoo is het mij ten minste te Petach-Tikvah gegaan. | |
V.Rondom. In Egypte is Zaghloel Pasja weer de groote man geweest gedurende het bezoek van de Engelsche delegatie van Parlementsleden. De regeering is kras opgetreden en heeft de delegatie en Zaghloel Pasja een bezoek aan Tanta eenvoudig verboden. Voor een bezoek aan Palestina had de delegatie geen tijd. De Joodsche arbeiders hebben een afgevaardigde naar Egypte gestuurd. De delegatie heeft verzekerd, dat de Engelsche arbeiderspartij bij voortduring sympathiek tegenover het Zionisme staat. Frankrijk schijnt Syrië nu weder te willen vereenigen in een Statenbond, die geheel Syrië zal bevatten, minus de Libanon. Er loopen geruchten van aanstaande vijandelijkheden tusschen Moestapha Kemal Pasja en koning Feisoel. Hier heeft Moestapha Kemal vele vrienden. Men verwijt Feisoel, dat hij in opstand is gekomen tegen den Kalif van Konstantinopel. Dat hij heeft medegewerkt tot den val van het Turksche rijk en dat hij den Arabieren de beloofde onafhankelijkheid niet heeft gebracht. Ook de Emir Abdoellah heeft hier veel sympathieën verloren. | |
VI.Allerlei. Dr. J. Faitlovitch is hier aangekomen van een studiereis in Abessynië. Er zijn bij den Klaagmuur een paar kamers gehuurd en ingericht voor synagoge. Men zegt, dat de Arabische nationalist Ibrahim Hanano door de Franschen zal worden ter dood veroordeeld. Mossoel verklaart zich zelfstandig naast Mesopotamië. Ben Jehoedah is veertig jaren hier. Mooi huldigingsartikel van dr. Klausner. De slappe gouverneur van Jaffa van verlof terug. Nieuwe druk van Palestina-postzegels met een eenigszins afwijkend lettertype. |