Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 273 Een Joodsche kolonieGa naar margenoot+Het groote probleem voor Petach-Tikvah is de quaestie van den Arabischen arbeid. Vóór de troebelen in Mei werkten er te Petach-Tikvah eenige honderden vaste Arabische arbeiders bij de landbouwende kolonisten, ongerekend het Arabische huispersoneel. In den drukken tijd van den pluk van amandelen en druiven werkten er ver over de duizend. Groot en klein. Sinds Mei werkt er in de kolonie geen enkele Arabier. Is die toestand politiek en economisch houdbaar? Politiek. Nu de eerste opwinding voorbij is, zien vele kolonisten in, dat boycot van Arabischen arbeid geen goede politiek is. Men kan niet rustig arbeiden, omgeven van een vijandige bevolking. Er zullen telkens kleine overvallen zijn, diefstallen, vernielingen. Daartegen te waken kost ook schatten. Economisch. Ik heb vele inlichtingen van Akiba Liebrecht, een van de bekwaamste kolonisten. Toen hij voor vijf en twintig jaar zijn bedrijf begon, was het Arabische dagloon één frank. Het Joodsche anderhalf tot twee. Voor den oorlog was het Arabische loon anderhalf. Het Joodsche boven twee. De Engelschen hebben de Arabieren bedorven. Vooral de vrouwen hebben links en rechts verdiend en gestolen goed van de soldaten gekregen. Petach-Tikvah lag juist op de frontlijn. De Arabieren uit de dorpen rondom hebben toen vele vrouwen gekocht. De vrouwen zijn veel duurder geworden. Van 660 tot 800 frank vóór den oorlog zijn de prijzen opgeloopen tot 100 en 150 Pond. Het Arabische dagloon is nu 3 tot 3½ shilling. Het Joodsche 6 en 7. Dit voor unskilled labour. Een vakarbeider verdient gemakkelijk een half pond en kan komen tot een pond per dag. De Joodsche arbeider is niet beter en niet slechter dan de Arabische. Maar hij steelt niet. De bedrijven kunnen de Joodsche loonen niet dragen. Een middelbedrijf verliest thans ongeveer een Pond per dag. Er is ook een psychologisch verschil tusschen Arabischen en Joodschen arbeid. Een Jood is een arbeider. Een Arabier is een dienaar. Is de werktijd om, dan wordt de Jood een heer, zoo goed (of zoo slecht!) als de kolonist. Men zou hem bijvoorbeeld niet kunnen vragen nog een paar boodschappen te doen. Bovendien zijn de Joden georganiseerd in eene vakvereeniging, die het den patroons dikwijls lastig maakt met allerlei, overigens niet onbillijke, eischen. Een bepaald verbod van Arabischen arbeid bestaat er in de kolonie niet. Het is trouwens de vraag, of het bestuur zulk een verbod zou kunnen uitvaardigen. Het is een afspraak. En men houdt zich daaraan. Zoo niet, dan komt men in de courant. Of men krijgt op straat in eenen een zak over het hoofd geslagen en wordt dan afgeranseld door die van Minsk, Pinsk en Dwinsk. De moeilijkheid is deze: er zijn in Petach-Tikvah met vier tot vijfduizend zielen ruim twee honderd landeigenaars. Dezen zouden wel allen de Arabieren terug willen nemen. Maar de Joodsche arbeiders zijn er natuurlijk woedend tegen. Eveneens alle neringdoenden. Want de Arabieren besteden in de kolonie ongeveer niets. En de Joodsche werklieden ongeveer alles. En nog een typisch kleinmenschelijk argument: de eigenaars van druiven en amandeltuinen hebben hun druiven en amandelen moeten plukken met dure Joodsche arbeiders. Laten nu de eigenaars van de paradijzen met sinaasappelen en citroenen hun vruchten ook duur geplukt hebben. | |
II.Hoe is de geldelijke toestand van de kolonisten? Het is niet gemakkelijk daar precies achter te komen. Geen kolonist zal licht van zijn eigen bedrijf zeggen, dat het slecht staat. En van een ander weet hij 't niet. Maar het volgende is wel ongeveer juist. Het bezit van de meeste kolonisten is nooit vrij geweest. Voor den oorlog heeft de kolonie veel geleden door een sprinkhanentocht. In den oorlog lag zij geruimen tijd precies op de Engelsch-Turksche frontlijn. En de buitenlandsche markten voor wijn, amandelen, citroenen en sinaasappelen waren gesloten. Op het oogenblik moet zij in het buitenland concurreeren met landen met een lage valuta: Frankrijk, Italië, Griekenland. Amerika neemt geen wijn af. De geldelijke toestand is daardoor niet schitterend. Gemiddeld is het bezit van de kolonisten belast met 20 %. Maar sommigen zijn belast met 80 %. De geldrente is hoog: 10 %. Voor kleine leeningen op korten termijn wordt veel betaald. Bijvoorbeeld: iemand geeft een schuldbekentenis af van 100 Pond, betaalbaar over drie maanden, en krijgt daarvoor 90 Pnd. contant. Noodig is een bank voor lang crediet op lage rente. Bijvoorbeeld: een leening afbetalen, in 25 jaar met 6½ % per jaar. Meer kan het bedrijf al niet dragen. Voor Petach-Tikvah zou ongeveer 100.000 Pond noodig zijn. Nog enkele cijfers. De kolonisten geven per jaar uit aan loonen, machines, landbelasting enz. 60.000 Pond. Rente op hun schulden 20.000. Ontvangen van sinaasappels en citroenen 75.000. Amandelen 10.000. Wijn 10.000. Koren 5000. Melk, uitgevoerd 3000. Olie en kleinigheden 1000. Gemiddeld houdt een kolonist dus ongeveer honderd pond over, dat is minder dan het loon van een arbeider. Daarentegen neemt hij veel uit zijn bedrijf voor zijn gezin. En de waarde van zijn grond is de laatste jaren veel gestegen. | |
III.Het bestuur. De Joodsche koloniën waren in den Turkschen tijd feitelijk autonoom. De groote koloniën van Judea: Rischon, Rehoboth, Petach-Tikvah zullen spoedig burgerlijke gemeenten worden. Op het oogenblik heeft Petach-Tikvah ongeveer 5000 bewoners, waarvan 4000 vaste en 1000 seizoenarbeiders, die nu weder heentrekken. Er is een bestuur van 7 leden. Allen mannen. Maar de vrouwen gaan ook actief en passief kiesrecht vragen. Kiesrecht hebben de grondbezitters, ook vrouwen. En zij, die buiten de kolonie wonen. Bovendien zij, die geen grond bezitten, maar een jaar in de kolonie wonen en hunne belastingen hebben voldaan. De inkomsten van de kolonie zijn: waterbelasting 90 Pond per maand, veiligheidsbelasting 60, abattoir 60; diligence-belasting 40; huur van huizen 20; entreegeld voor iederen nieuwen grondbezitter 10; van den grondverkoop 1 %. Voor den oorlog bracht dat aardig in. Huwelijk 25 piaster, dat is ruim drie gulden per partij. Uitgaven voor de ambtenaren, wegen, den rabbijn enz. Onderwijs wordt niet door de kolonie betaald. Apotheek en badhuis zijn koloniaal. Zij werken zonder winst of verlies. Jaarlijks keert de kolonie aan de regeering ongeveer 3500 Pond uit aan tiend- en huizenbelasting. | |
IV.Ziekte en gezondheid. Er zijn twee artsen. De arbeiders hebben hun eigen ziekenfondsarts. Er is een halve arts voor de oogen. De hygiënische toestand is niet goed. De menschen zijn vuil. De markt is vuil en stinkt. Er is geen kanalisatie voor den afvoer. Daarentegen is er bronwaterleiding in alle huizen. Een Regeeringsarts komt af en toe inspecteeren. Vooral de hotels en de eethuizen. Bij Sara, waar wij eten, is het 't vuilst, maar het striktst koscher. ‘Sara,’ zeg ik, ‘de dokter uit Jaffa heeft alle eethuizen geïnspecteerd, en hier was het 't zindelijkst van allemaal.’ ‘Ik weet het, heer,’ zegt Sara: ‘wij zijn uit Pinsk.’ Malaria geeft alleen 80 % van alle ziekten, oogziekten niet inbegrepen. De paradijzen met stilstaand water hebben slechten invloed. Eveneens het groote moeras in de nabijheid, dat nu evenwel zal worden verbeterd en beplant. In den zomer zijn er ongeveer honderd bedlegerige patiënten per dag. Roodvonk, mazelen, diphtheritis, influenza, bronchitis en longontsteking komen weinig voor. Tuberculose eveneens, behalve bij de Joden uit Jemen. Er was dit jaar een kleine epidemie van typhus. Maar goedaardig. Trachoom komt veel voor. In het algemeen veel oogziekte door de onbestrate zandwegen. Er zijn veel huidziekten. Er is tamelijk veel ongedierte. De chaloetziem (= pioniers) lijden veel aan malaria. De eerste koortsen deprimeeren ook psychisch. De kolonisten zijn er aan gewend en werken door bij hooge koorts. Het arbeidersbataillon geeft muskietengaas en kinine aan zijn leden en heeft veel minder malaria. Bijzondere ziekten waren er voor den oorlog ongeveer niet. Het leger heeft ze binnengebracht. Onder de immigranten zijn ze zeldzaam. Het ethische leven, ook in het vrije, gemengde, arbeidersbataillon is goed. Het tarief van de artsen is: een shilling voor een bezoek thuis en twee shilling als de dokter bij den patiënt komt. | |
V.De arbeiders. Er is een Mizrachistische arbeidersvereeniging met ongeveer dertig leden. En een algemeene, dat wil zeggen socialistische, met eenige honderden. In den oogsttijd waren er ver over de duizend. Eenige honderden zijn daarvan vertrokken. Betrekkelijk vele chaloetsiem gaan terug. Niet de overtuigde Zionisten. Maar wel zij, die uit Oost-Europa zijn gevlucht voor pogroms en krijgsdienst. Een Joodsche arbeider betaalt voor het ziekenfonds 15 piaster, voor de federatie van arbeidersvereenigingen 10; voor zijn speciale vereeniging 5, voor zijn courant, bibliotheek enz. ongeveer 50 piaster per maand. Het ziekenfonds heeft een deficit van 90 Pond. Men wil nu, dat de werkgevers voor elken arbeider ½ piaster per dag zullen betalen. De arbeiderskeuken geeft eten voor 17 à 18 piaster per dag. Er is geen deficit. Maar het mooie, groote arbeidershuis, waarin ook keuken en eetzaal zijn, heeft men gratis in gebruik van het Joodsch Nationaal Fonds. | |
VI.De toekomst. Men is hier hoopvol. Ruttenbergs electrificatie van de Auja zal hier weder werk brengen. Vooral hoopt men veel van den nieuwen spoorweg, die te Ras el Ain aansluiten zal aan de lijn Haïfa - Ludd - Jeruzalem. De hoofdlijn van Petach-Tikvah tot Ras el Ain wordt bijna 7 K.M. Er komen nog 2½ K.M. vertakkingen naar verschillende paradijzen en naar de nieuwe sinaasappelenpakkerij, een Amerikaansche onderneming. De kosten zijn geraamd op 20,000 Pond, voorgeschoten door den baron Rothschild. Het zal wel duurder worden. De bodem is moeilijk. Er zijn 17 bruggen. Van 1 M. af tot een groote van 65 M. toe. De lijn dient hoofdzakelijk voor sinaasappelsvervoer. Men hoopt op tien wagens per dag, gedurende 100 dagen, tegen 15 Pond per wagen. Een gedeelte van het werk wordt gedaan door het arbeidersbataillon. Een militair-communistisch ingerichte organisatie, waarover zeer verschillend wordt gedacht. Maar is er iets in dit Heilige Land, waarover men niet verschillend denkt? |