Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 252 Een afgesloten hoofdstuk.Ga naar margenoot+De Jewish Chronicle van 24 Juni, waarmede wij, Aziaten, ons, zonder censuur, verheugen. Het hoofdstuk van de Balfour-declaratie is afgesloten. Doodgedeclareerd. Hij heeft te zijner tijd zijn nut gedaan. Nu komt een tijd van economischen opbouw. Wij hopen het beste. De groote politiek rust. Dat wil niet zeggen, dat er niet tegen ons wordt gewerkt. Poincaré in de Matin. En de Paus. Wij lezen, dat de Engelsche gezant te Rome opdracht heeft gekregen het Palestina-vraagstuk met den Paus te bespreken. De binnenlandsche politiek. Er wordt gewerkt aan een nieuwe grondwet voor Palestina, waarin nogmaals de Balfour-declaratie zou worden opgenomen en eveneens het beginsel van de Joodsche immigratie, binnen de grenzen door Sir Herbert aangegeven in zijn rede van 3 Juni. De benoemde Staatsraad wordt vervangen door een gekozen Parlement, dat evenwel ook in hoofdzaak adviseerend zal zijn. En geen budgetrecht hebben zal. | |
II.De stemming is gedrukt. Maar zonder veel emoties. Groote aanvallen zijn niet voorgekomen. Maar evenmin groote goedheden. Jaffa is nog altijd de moeilijke, gespannen, stad. De bootroeiers weigeren de Joodsche immigranten te landen. Maar in Haïfa landen ze zonder stoornis. De gouverneur treedt daar flink op. Jaffa heeft nu, wegens verlof van den gouverneur, tijdelijk een flinken plaatsvervanger. De man, die eenige weken geleden te Jaffa twee Joden vermoordde en negen wondde, is door de geneeskundigen krankzinnig verklaard. De moordenaar van een chaloets (= pionier) onlangs, is gevat. En de Mopsen, de Joodsche bolsjewiki, zijn onder politie-toezicht gesteld voor zoover men niet genoeg bewijzen kon voor straf of voor verbanning. Wat er precies omgaat, weten wij natuurlijk niet: dank zij den wijzen censor. Doar Hajom is vandaag weer voor een dag geschorst, omdat de redactie den titel had laten staan van een geschrapt hoofdartikel ‘Poincaré en Palestina’. Geheel rustig is het niet. Wij hooren, dat de nieuwe half-militaire politie spoedig gereed is. Het schijnt, dat weinig Joden zijn aangenomen en veel Tsjerkessen. Geloofd zij Allah! De Tsjerkessen stelen zonder onderscheid van ras en geloof. Wat men lang niet van al onze dienders zeggen kan. Er wordt voortdurend gestolen. In Petach Tikvah belangrijke deelen van de irrigatiemachines. De bewaking kost den kolonisten schatten en de financieele toestand is slecht. En de immigratie? Weinig. Geen honderd per week. Ofschoon wij dachten dat de 1500, die bij het stopzetten der immigratie een pas hadden, in de maanden Juni en Juli zouden komen. Er is geregeld emigratie. Maar Amerika laat dit jaar slechts vijftig Palestinensers binnen. De emigratie richt zich nu naar Australië, Zuid-Afrika, Argentinië en Brazilië. Gelukkig nog, dat Amerika gesloten is. Het is te begrijpen, dat de Ito-gedachte herleeft, nu Palestina feitelijk bijna ook gesloten is. Toch zal de liefde voor Zion het winnen. Maar ook voor deze liefde moeten wij lijden. Twist en tweedracht brengen ons om. In Amerika splitsing in de organisatie. Mrs. Fels in de ‘Chronicle’ van 24 Juni schrijft vóór Brandeis. Mr. Naiditch, in het nummer van 1 Juli vóór Weizmann. Wie schrijft eens vóór het Joodsche Volk? | |
III.En de groote bestuursvergadering te Praag, voorbereiding voor het Congres. Wij zijn aan veel gewend. Maar nu hebben we toch elkander aangekeken. Dr. Weizmann is plotseling ziek geworden, zoodat hij een groote rede moest afbreken. Hij heeft Praag verlaten en is naar Londen teruggekeerd. Een ideaal ziekenhuis in den zomer. Bovendien hooren wij dat hem eene belangrijke zending wacht en dat hij confereeren moet met den generaal Smuts. Daarvan verwachten wij nu weer alles. Generaal Smuts zal de Iersche quaestie oplossen, de Egyptische en de Palestinensische. En wij zullen allen gelukkig zijn. Veel practisch belang zal de vergadering te Praag niet hebben. Jabotinsky is te Praag weder gekomen met zijn gedachte van een Joodsch legioen in Palestina. Besluiten zijn nog niet genomen. Oessiskin heeft het budget ingediend. Voor aankoop van land en in cultuur brengen van gekocht land: 300.000 Pond. Bouwen van huizen: 200.000 Pond; handelscrediet: 100.000; industrieel crediet 100.000; kolonisatie in het dal Jizreël 350.000; onderwijs 100.000; voor de immigranten 100.000. Samen: één en een kwart millioen pond, alleen in Palestina. En dan zijn er nog dwazen, die zeggen, dat het niet goed gaat. | |
IV.De economische opbouw van het land. Er is bericht gekomen, dat de Economische Raad van Sir Alfred Mond is geconstitueerd. Leden zijn James de Rothschild, Sir Robert Waley Cohen, een van de groote petroleum-mannen enz. Doel: de ontwikkeling van het Land. Hier is het bericht met groote vreugde ontvangen. De huizennood is geweldig. In Jaffa is eene vereeniging van huisloozen, die 800 leden telt. Men wil vooral coöperatief bouwen. Uit Praag is een telegram gekomen, dat het Joodsch Nationaal Fonds tweehonderd H.A. geven zal, en dat een leening van zestig procent der bouwkosten mogelijk is. Maar de meeste bouwers hebben geen geld. Men is hier zóó gewend, dat alles door het buitenland betaald wordt, dat men eigenlijk boos is, dat het nu niet meer gaat. Er is hier te Jeruzalem eene vereeniging opgericht ‘het Hebreeuwsche dorp’, die haar leden complete boerenhuizen zal verschaffen, zoodra anderen het geld geven. Ze sturen mooie memoranda's naar het buitenland, overvloeiend van teksten en honing. De toestand van den Landbouw is critiek, zoowel in de graanbouwende koloniën van Galilea, als in de koloniën met gaarden voor amandelen, druiven, sinaasappelen in Judea. Men wil dit jaar geen Arabischen kinderarbeid. Dus willen de grootere schooljongens de druiven en amandelen gaan plukken. En dan worden de kosten misschien net gedekt. Een goed bericht: de Regeering gaat het Egyptische Labour Corps, dat nog altijd hier werkt, vervangen door Joden. Als proef zijn een paar honderd goede, gezonde, Joodsche jongens aangenomen. Ze wonen in tenten, hebben vrij voeding en vijf piasters (ruim zestig cents) per dag. Het is een hard leven. En wanneer onze jongens het volhouden, zal dit ons volk als geheel zeker ten goede komen. Maar 't is geen levenswerk. Er zit geen toekomst in en geen gezin. | |
V.De anti-Zionistische Arabische delegatie zal nu toch naar Europa gaan. Ze hebben een oproep aan het volk verspreid, dat de beloften van Sir Herbert Samuel niet voldoende zijn. Eene oplossing van de Arabische quaestie zullen wij, zonder den generaal Smuts, niet licht vinden. Wij zijn wel een volk zonder land. Maar Palestina is niet een land zonder volk. Daarbij komt, dat de Joden en de Arabieren elkander hard haten in weerwil van de mooie woorden van onze leiders, waaraan de Arabieren overigens geen werkelijke waarde hechten. De Jewish Chronicle heeft naar aanleiding van de reis der Arabische delegatie naar Europa een heel mooi hoofdartikel ‘The moral claim to Palestine’. waarin het blad zoo goed zegt als dit met woorden te zeggen is, wat het verstaat onder een Palestina zoo Joodsch als Engeland Engelsch is. Hetzelfde nummer bevat ook een schitterende rede van Zangwill, gehouden aan een diner ter eere van den Joodschen beeldhouwer Henri Glicenstein. Zijn standpunt in de Arabische quaestie is bekend: trek van de Palestinensische Arabieren naar Transjordanië. Maar dat zal niet gaan. En zoo zal het volk zonder land moeten zien rond te komen met het land met een volk. Wij hooren, dat de Engelsche Regeering van plan is vóór het congres te Karlsbad een nieuwe verklaring van de Balfour-declaratie te geven, gunstiger voor de Joden. Weer een nieuw hoofdstuk? | |
VI.Rondom Egypte. Nog steeds neemt de macht van de Regeering toe en die van Zaghloel Pascha af. De Egyptische delegatie is bij haar aankomst te Londen door Egyptische studenten met protest ontvangen. Wij lezen de laatste dagen veel over bolsjewistische toebereidselen in Egypte, waarbij Zaghloel Pasja betrokken is. Hij zou ook in verbinding staan met Moestapha Kemal Pasja. Kolonel Lawrence, de Arabische adviseur van Minister Churchill, is naar Hedjaz vertrokken. De kroning van Emir Feisoel tot Koning van Mesopotamië, gezegd Irak, heeft de nationalistische gevoelens van de Arabieren ook hier ten zeerste versterkt. In Syrië is de toestand rustig gespannen. De Franschen beweren, dat de Emir Abdoellah zijn hand heeft gehad in den aanslag op den Generaal Gouraud. Maar de Emir heeft dat verontwaardigd ontkend. In Frankrijk wil men natuurlijk niet bekend zien, dat het Syriërs zijn geweest. Wij hooren, dat Generaal Gouraud tot betere verhouding met den Emir Abdoellah komen wil. Een gemengde Engelsch-Fransche commissie is bezig met de grens vast te stellen tusschen Palestina en Syrië. Frankrijk probeert nog telkens stukjes af te krijgen. In Anatolië tijdelijke tegenslag van de Turken. En achter alles de bolsjewiki, de internationalen, die hier alle nationalen exploiteeren tegen Frankrijk en Engeland. Wanneer een nieuw hoofdstuk? | |
VII.Kleinigheden. Vergadering van de Engelsche Zionisten. Maar 't is alles netjes gecensureerd. De spoorweg Haïfa - Damascus opgebroken door Bedoeïenen op Fransch gebied. De schade van Petach - Tikvah is begroot op 40,000 pond. Dr. Hugo Bergmann zal waarschijnlijk worden benoemd tot Regeerings-inspecteur van de Joodsche scholen. En tenslotte een kleinigheid aan mijne vrienden van Mizrachie over mijn feuilleton ‘Een Kleinigheid.’ Over de vraag of die Mizrachistische kewoetsah goed of slecht was, willen we nu niet meer twisten. De kewoetsah is gestaakt met een goed deficiet. Laten mijne vrienden toch niet gelooven of doen gelooven dat ik opzettelijk onwaarheden schrijf. Ze hebben eenige maanden geleden bij een van de Hollandsche ambtenaren van de Zionistische Commissie naar de Mizrachie geïnformeerd en dat antwoord was, meen ik, ongunstig. In ieder geval is het niet gepubliceerd. Laten mijne vrienden Mr. Van Vriesland, den penningmeester van de Commissie, eens naar zijne meening vragen. Het systeem Berlin - Fischmann - Schönfeld heeft tot den ondergang van de Mizrachie in Palestina geleid. Als de Mizrachie haar werkzaamheden nu moet beperken, dan is dat, omdat zij veel te veel geld uitgeven voor ambtenaren en voor bureaux. Laat men gerust publiceeren, op grond van een deskundig accountants-onderzoek, hoeveel inkomen R. Fischmann en Dr. Schönfeld uit verschillende Mizrachistische bronnen trekken. En hoeveel reis- en trekgeld daar dan nog bij is gekomen. Dan zal ik staan met onbeschaamde kaken. Dat schrijf ik heden, zwart op wit, in een hitte, die ons vermoordt. |