Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 251 Een rapportGa naar margenoot+Het rapport van de commissie Simon - de Lieme - Szold over het werk van de Zionistische Organisatie in Palestina, is gepubliceerd. Het begint met eene Inleiding over de Commissie zelve. Doel: onderzoek en reorganisatie. Verblijf in Palestina van 4 November tot 14 December 1920. De leden bezochten in dien tijd de hoeven van het Joodsch Nationaal Fonds en de werklieden aan de wegen. Zij confereerden met den Hoogen Commissaris Sir Herbert Samuel, met de Hoofden der Regeeringsdepartementen en met vertegenwoordigende personen in Palestina. Ze werden door den Joodschen Jischoeb in het algemeen met wantrouwen ontvangen. | |
II.De bestaande organisatie van het Zionistische werk in Palestina. Het meeste werk is gecentraliseerd in de Zionistische Commissie, die nog dateert uit de dagen van de militaire bezetting. Haar opdracht van het Engelsche Ministerie van Buitenlandsche Zaken bevatte zeven punten. Onder anderen: een schakel te zijn tusschen de Engelsche autoriteiten en de Joodsche bevolking van Palestina; het scheppen van goede betrekkingen met de Arabieren; gegevens te verzamelen en rapporten in te dienen omtrent de verdere ontwikkeling van den Joodschen Jischoeb en 't geheele Land; de mogelijkheid te onderzoeken van eene Joodsche Universiteit. Met de beslissing van San Remo en de benoeming van Sir Herbert kreeg de geheele kolonisatie een ander karakter. De kolonisatie vóór den oorlog was vooral propagandistisch. Er moest iets worden gedaan, dat sprak tot het Joodsche Volk en tot andere volken. Ook al waren de vestigingen niet self-supporting. Nu, met de veranderde omstandigheden moet het doel zijn: scheppen van een sterke, financieel zelfstandige Joodsche Bevolking. Het kolonisatiesysteem van vóór den oorlog was on-economisch. En de Zionistische Commissie kon zich niet schikken naar de veranderde omstandigheden. Ze ging voort zich te beschouwen als een soort van Ministerie. Ze nam alle Joodsche werk in handen, ook het omvangrijke reliefwerk. Sinds de Britsche occupatie tot einde jaar 1920 was uitgegeven, relief en medische arbeid inbegrepen, één millioen en driehonderdduizend Pond Sterling. Het is bijna alles weggegaan aan onproductief werk. Voor immigratie en kolonisatie slechts een klein deel. Had de Regeering niet aan tweeduizend immigranten werk verschaft, dan was een groote katastrophe gekomen. De Zionistische Commissie heeft geen begrip van den financieelen toestand. Ze meent, dat er niet kan worden bezuinigd, zonder dat kostbare nationale goederen verloren gaan. Haar ongezonde en verkwistende politiek heeft in Palestina iets geschapen, dat veel gelijkt op een groote, bonte zeepbel. Er wordt uitgegeven zonder behoorlijk budget en er ontstaan telkens deficieten. Er is eenmaal een budget opgesteld van vier millioen Pond voor één jaar, terwijl de geheele Zionistische Wereldorganisatie ongeveer een tiende van dat bedrag aan inkomsten heeft. Een voorbeeld van het beheer: de Zionistische Commissie te zamen met de vertegenwoordigers van het Joodsch Nationaal Fonds in Palestina hebben, vlak voor de komst van de Reorganisatie Commissie, een groot gebied gekocht, ofschoon zij daartoe niet bevoegd waren en het hun uitdrukkelijk verboden was bovendien. Dit land kost, behalve transport-belasting, 285 duizend Pond. Waarvan dadelijk moet worden betaald 65 duizend. De rest in zes jaarlijksche termijnen met rentevergoeding van zes procent en hypotheek op 't land tot alles is afbetaald. Een gedeelte is reeds betaald met geld, dat voor andere doeleinden gegeven was. De Ica had het land vroeger goedkooper kunnen krijgen, maar vond het te duur. De geheele Zionistische Commissie moet worden gereorganiseerd. Haar werk kan blijven beperkt tot immigratie en colonisatie, maar die dan ook goed. Het doel moet zijn een financieel onafhankelijk Joodsche gemeenschap. | |
III.Immigratie en economische toestand. Een massa-immigratie is nog lang niet mogelijk. De Zionistische Commissie heeft ook ter zake van immigratie verkeerde gedachten. De bedoeling is niet, met groote kosten, immigranten naar Palestina te brengen en daar te onderhouden. Maar een krachtige, financieel-onafhankelijke gemeenschap te stichten. Er is niets georganiseerd. En de nieuwe immigranten beginnen vaak met eenige weken van werkeloosheid. Noodig is, vóór alles, eene gezonde ontwikkeling van het particulier initiatief, die voor vele immigranten werkgelegenheid schept. Natuurlijk blijven er altijd improductieve uitgaven: onderhoud der immigranten, tot zij productief werk vinden; geneeskundige verzorging, enz. Maar de improductieve uitgaven moeten zooveel mogelijk worden beperkt en het verantwoordelijkheidsgevoel van de immigranten moet worden versterkt. Crediet is noodig, maar dat is iets anders dan onbeperkte liefdadigheid. Coöperatieve inkoops-associaties moeten worden gesteund. Noodig is ook één enkel centraal bureau voor den landaankoop. | |
IV.Publieke werken. Palestina is eeuwenlang een verwaarloosd land geweest, en wanneer er geld genoeg is, zullen er genoeg publieke werken uit te voeren zijn. Een van de belangrijkste plannen is de benutting van de waterkracht voor electrische fabrieken en voor irrigatie. Oogenblikkelijk belangrijk is ook het wegenwerk voor de regeering, waaraan nu tweeduizend immigranten arbeiden. De toewijding van deze jonge mannen en vrouwen is boven allen lof verheven. Zij zijn het materiaal, waaruit een nieuw volk wordt gemaakt. Wanneer de Zionistische Organisatie geld had voor de uitrusting zou het geheele Egyptian Labour Corps, groot 8000 man, wellicht door Joden kunnen worden vervangen. Maar de Zionistische Commissie besteedt al het geld aan improductieve uitgaven. De wegenwerken zouden, wanneer zij behoorlijk georganiseerd waren, wel self-supporting kunnen zijn. Velen van de werkliedenkampen zijn niet behoorlijk uitgerust. In één kamp waren van de driehonderd werklieden dagelijks veertig ziek. Een aantal had geen bed en geen schoenen. Er moeten groote verbeteringen in de administratie worden gebracht. De meeste immigranten komen aan zonder middelen. De organisatie moet in den beginne steunen. Maar de werklieden moeten leeren zelfstandig te staan. Er moet een coöperatieve werklieden-leenbank komen. Natuurlijk moet men niet vergeten, dat een Jischoeb van wegwerkers een onmogelijkheid is. Al dit werk is maar tijdelijk. Landbouw is noodig en industrie. | |
V.Handel en Industrie. Die moeten vrij blijven van bureaucratische inmenging en worden overgelaten aan particulier en coöperatief initiatief. Natuurlijk moet de Zionistische Organisatie zooveel mogelijk helpen. Palestina heeft geen ijzer, geen steenkolen en geen stookolie. Het vraagstuk van de electrische beweegkracht uit vallend water wordt daardoor levensbelangrijk. De slechte Noordgrens is een nadeel. Krediet is in de eerste plaats noodig. Zakenkrediet op korten termijn kan gegeven worden door de Anglo Palestine Bank, wier kapitaal gebracht is van 100.000 op 300.000 pond. Daarnaast is noodig een hypotheekbank voor stad- en landkrediet op langen tijd. Geld moet gegeven worden voor de vestiging van coöperatieve leenbanken tot kleine bedragen, en voor coöperatieve inkoopsvereenigingen. Noodig is voorts een centrale organisatie voor landaankoop en een economisch voorlichtingsbureau. Evenals een bureau voor geologisch en mineralogisch onderzoek. Handel en industrie zullen voorloopig meer doen dan de langzame landkolonisatie. | |
VI.Landbouw. Is en blijft toch de hoofdzaak. Zonder een Joodschen landbouwstand geen Joodsch Nationaal Tehuis. De kolonisatie vóór den oorlog was meer op politieke reclame en propaganda uit, dan op economisch gezonde vestiging. Vandaar ook het stelsel van allerlei kleine vestigingen verspreid over het geheele land, dat meer imponeert dan één aaneengesloten geheel. De kolonisatie, zooals tot dusver gedaan, is buitengewoon kostbaar. Eén voorbeeld: de coöperatieve hoeve Ben Shemen. Groot ongeveer 200 H.A. Heeft tot dusver gekost 40.000 Pond. Zal tot 1924 nog 22.000 Pond kosten. Er wonen ongeveer dertig families, zoodat de vestiging van iedere familie het Joodsche Volk op ongeveer 2000 Pond komt. De Zionistische Commissie rekent, dat deze soort vestigingen gedurende de eerste vijf jaren met verlies werken van 20 %. Daarna kan de kolonist betalen 2 % rente van het land en 6 % van 't voorgeschoten kapitaal. De reorganisatie-commissie acht deze cijfers geflatteerd en deze geheele kolonisatie-politiek onjuist, ongezond en fataal. De meeste immigranten bezitten niets. Vóór den oorlog kostte een familie te vestigen duizend Pond en waren de immigranten niet van alles ontbloot. Men moet breken met het stelsel van ‘full equipment’. Het Joodsche Volk kan het niet betalen en het vermoordt het gevoel van zelfstandigheid der kolonisten. Ze eischen hoe langer hoe meer van de organisatie. Bijvoorbeeld in Nachlath Jehoedah, een vestiging van vijftien families, een schoolgebouw en een vergadering-lokaal. De administratie was slecht. Een huis in Nachlath Jehudah kost 350 Pond. En de Jemenietische werklieden, die de huizen voor de begunstigde kolonisten bouwen, wonen in krotten. De coöperatieve groepen willen zich niet onder de centrale administratie schikken en hun eigen financieel beheer is onbekwaam en oncommercieel. Teneinde geen Arabischen seizoen-arbeid noodig te hebben, heeft men de groepen groot gemaakt, waardoor dikwijls voor verscheidenen geen werk is. De waarde van deze geheele kolonisatie is propagandistisch-historisch. En experimenteel, wanneer wij de begane fouten leeren vermijden. De Zionistische Commissie was van de begane fouten niet op de hoogte, of zag ze niet als fouten. Al het latere kolonisatiewerk van de Zionistische Commissie is geïmproviseerd. De werklieden zijn niet self-supporting en de nederzettingen hebben geen blijvende waarde. Neem als voorbeeld Dilb, niet ver van Jeruzalem. Dit werk begon in Mei 1920. Er is reeds uitgegeven tweeduizend Pond, waarvan één derde voor aankoop van het land. Het geheele plan, vijftig families te vestigen, zou nog 50.000 Pond kosten. Natuurlijk wordt alles wat noodig is, kant en klaar door de Organisatie gegeven. Dat is geen systeem. De kolonisten zelven moeten hun vermogen scheppen met krediet zoo min mogelijk. De bebossching. Ook hier is de politiek van de Zionistische Commissie veel te kostbaar en te weinig economisch. De werklieden in de boomkweekerijen zien dat zelven dikwijls zeer goed in. De kosten van de kweekerijen werden geraamd in één jaar op 68000 Pond. Bebossching in het groot is de taak van de Regeering. Zij komt het geheele land ten goede en de kosten moeten uit de landsbelastingen worden betaald. De Regeering is trouwens met de bebossching begonnen. Men moet breken met het stelsel van verspreide vestigingen op zoogenaamde ‘strategische punten’. Noodig is kolonisatie op een groot aaneengesloten gebied. Geschikt daarvoor is het gebied van Berseba en Transjordanië. | |
VII.Opvoeding. Het Zionistische schoolwezen dateert van den Taalstrijd af, een jaar vóór den oorlog. De Organisatie betaalde dat jaar 97000 francs. De Jischoeb bracht in en buiten Palestina 43000 francs bijeen. Toen brak de oorlog uit. Daarna de politieke successen van het Zionisme, en het ruim vloeien van geld in het begin. Al het schoolwerk werd zooveel mogelijk onder de Zionistische Commissie gebracht. De budgetten waren in de jaren 1917-1918 ruim 20.000 Pond; 1918-1919 ruim 75.000; 1919-1920 107.000. Het budgetjaar 1920-1921 (van herfst tot herfst) 120.000 waarvan de Zionistische Organisatie 100.000 Pond geven zal. Dat is meer dan één derde van het geheele Palestina-budget der Organisatie. Er waren in de scholen bijna 12.000 leerlingen met zeshonderd leerkrachten. Hierbij zijn inbegrepen een aantal volwassenen voor avondlessen en vakonderwijs. Men moet natuurlijk de nationale waarde van het Hebreeuwsche onderwijs erkennen en kan toch een goede administratie verlangen en een gezonde economische basis. De inkomsten van de Organisatie zijn beperkt. En waar er geen geld is, om den immigranten een eenigszins behoorlijk leven te verschaffen, lijkt bijvoorbeeld het hebben van drie muziekscholen onjuist. Er kan op allerlei punten veel bezuinigd worden, zonder schade. Van het groote budget wordt voor bibliotheken bijna niets gedaan. En Hebreeuwsche leerboeken zijn bijna nog niet geschreven. Het Onderwijs is veel te veel intellectueel. Vakonderwijs is verwaarloosd. De bevolking betaalt zelve veel te weinig van het budget. Petach Tikvah bijvoorbeeld. Gevestigd 1878. Bevolking thans 3300. Gecultiveerd land 1500 H.A. Schoolbudget 5000 Pond. Hiervan betaalt de kolonie 134 Pond, en geeft een schoolgebouw. Iets dergelijks in Rehoboth en Rischon le Zion. Het schoolwezen moet komen onder leiding van de vertegenwoordigers van den Jischoeb. En geleidelijk aan, moet de Jischoeb ook leeren de kosten te dragen. | |
VIII.Vorm van de Zionistische Organisatie in Palestina voor de toekomst. De Zionistische Commissie moet worden afgeschaft. Haar politieke taak is nu geëindigd en voor constructief werk heeft zij zich onbekwaam getoond. Het werk moet worden overgenomen door een Zionistische Executive. Er moet een behoorlijke boekhouding komen en eerbied voor vastgestelde budgetten. Afgeschaft kunnen worden de technische, statistische en juridische afdeeling. En mettertijd ook die van onderwijs. Er moeten worden gevestigd kredietbanken, hypotheekbanken; coöperatieve banken enz., gelijk reeds op verschillende plaatsen in het rapport is betoogd. Bij de benoeming van Zionistische hoofdambtenaren moet alleen gelet worden op vakbekwaamheid en niet op politieke richting. Omgekeerd hebben de hoofdambtenaren zich te houden buiten alle politiek. |