Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 246 VoorbijGa naar margenoot+Voorbij. De groote politieke gebeurtenissen. Sir Herberts rede. Minister Churchills rede. De dag, dat het mandaat niet geteekend is. Sir Herberts rede. Wij praten er hier niet meer over. De Arabieren zijn over het algemeen wel tevreden met den Joodschen Landvoogd. ‘Stel u voor’, zeide een van de Arabische leiders: ‘dat generaal Bols u dit alles had aangedaan. Wat zoudt ge te keer gaan! Nu moet ge zwijgen’. Tegelijk is het Arabische politiek in het publiek het ontslag van Sir Herbert te eischen. De Jewish Chronicle is zeer ontevreden over Sir Herberts rede. Een volkomen reactie op de Balfour-declaratie en San Remo. Met welk recht, vraagt de Chronicle? De indruk in Oost-Londen, het Joodsche kwartier, moet verpletterend zijn geweest. Men waardeert Sir Herberts idealisme en liberalisme, ook tegenover de Arabieren. Maar men gaat vragen, of wij daarbij niet wat veel te kort komen. De bekende Zionistische schrijver H. Sidebotham daarentegen vindt in Sir Herberts rede niets, dat strijdt met het Mandaat en met de gedachte aan een Joodsch Nationaal Tehuis. De Engelsche couranten zijn hier aangekomen met den vollen tekst van Minister Churchills rede. Doar Hajom heeft hem gepubliceerd met onwelwillende medewerking van den censor. Maar het gaat alles over ons heen. Voorbij. Het mandaat niet geteekend. Dat heeft hier eenen slechten indruk gemaakt. Onze invloed is blijkbaar, een jaar na San-Remo, niet grooter geworden. Na de onrust in Jeruzalem San-Remo. Wij zouden, ook tegenover de Arabieren, wel gaarne na de onrust in Jaffa, de onderteekening van het mandaat hebben gehad. Waarop wacht het? Op de ratificatie van een nieuw vredesverdrag met Turkije? Op eene regeling met Amerika in zake de petroleumconcessies in Mesopotamië en Palestina? Op een verandering in het mandaat in den geest van den Paus, die waarborgen eischt, dat Palestina geen land zal worden van amusementen en music halls? Wie weet, hoe lang alles nu weer duren zal, met alle slechte gevolgen: agitatie, geen leening, geen publieke werken! | |
II.Wat gebeurt er in het land? De couranten verbleeken van de censuur. En wat verteld wordt, kan men niet gelooven. De socialistische weekbladen verschijnen zonder censuur. Telkens onder eenen anderen naam. Heelemaal rustig is de rust niet. Vooral niet te Jaffa. Er is een Christen vermoord gevonden bij de zee. Een Mohammedaansche politie-agent heeft driemaal op een anderen Christen geschoten. De optimisten zien al twisten tusschen Christenen en de Mohammedanen, en vrede voor ons. Ik geloof dat niet. Maar 't is toch altijd aardig optimist te zijn. En het komt altijd uit. Met den moordenaar van de twee Joden is men nog altijd bezig. Hij wordt nu geneeskundig onderzocht. De Arabische doctoren verklaren hem krankzinnig. Maar de Joodsche zeggen, dat hij volkomen normaal is. Politiek in den waanzin. Waarom niet? Aan waanzin in de politiek zijn wij al gewend. Het Joodsche Nationale Gekkenhuis schiet al aardig op. Wij lezen in de Arabische bladen, dat er weer een andere gek rondloopt. Maar hij is niet gevaarlijk. En dat troost ons dan maar weer. De Regeering van Palestina heeft geconfereerd met de Regeering van het kaaibewerkende intellect van Jaffa. Er is nu een bevel uitgevaardigd, dat met de lossing van goederen niet mag worden begonnen, vóór de Joodsche passagiers der eerste klasse aan land zijn gebracht. Natuurlijk is daartegen weder geprotesteerd. Ik hoor, dat Zaterdag een schip voor Jaffa kwam. Er waren geruchten, dat er Joodsche immigranten aan boord waren. De Arabieren sloten hun winkels en gingen naar de haven om de landing te beletten. Er waren drie toeristen aan boord, die niet aan land mochten. Onder donderend Arabisch gejuich is het schip naar Beiroeth opgestoomd. Zóó ongeveer is het gebeurd. En hoe langer de immigratie stop blijft, hoe moeilijker de hervatting wordt. Over Beiroeth en dan verder te land, gelijk vroeger wel gebeurde, gaat niet. Over Egypte? Lord Allenby werkt niet mede. | |
III.De enquête-commissie te Jaffa maalt onverstoorbaar voort. Ze zijn naar Tulkarem geweest en ook naar Sechem, om daar een onderzoek in te stellen. Nu zitten ze weer te Jaffa. Zij hebben veel verstand. Ook Sir Herbert is te Sechem geweest om een bezoek te brengen aan eene landbouwtentoonstelling. Behalve de enquête-commissie zit er te Jaffa nog een bijzondere rechtbank en een krijgsraad. Ook zij hebben veel verstand. Er loopt een proces tegen den sjeikh van Aboe Kisk, die den aanval op Petach-Tikvah heeft geleid. Een Joodsche politie-agent, die beschuldigd was te hebben geschoten op de heilige kaaiwerkers, is vrijgesproken. De aanklachten tegen verscheidene andere Joden heeft men eenvoudig moeten intrekken, omdat er geen zweem is van bewijs. Zij, die verdacht worden van bolsjewisme, worden langs administratieven weg uit het land gezet. Alle nette menschen verheugen zich daarover. Alleen een enkele, wien Allah geen verstand geschonken heeft, wordt pijnlijk aangedaan door het feit, dat Joden uit het Joodsche land worden gezet. Nederland is voor Nederlanders een tehuis. Onder de uitgezetten moet zelfs één zijn, die hier is geboren | |
IV.De regeering blijft zwak. Bijvoorbeeld het anti-Engelsche en anti-Joodsche blad Aleph-Bah uit Syrië was hier verboden. Volkomen logisch. De locale Arabische bladen staan onder censuur. Er is tegen het verbod van Aleph Bah geprotesteerd en de regeering heeft het ingetrokken. In het eerste nummer, dat weder werd toegelaten, konden wij lezen, dat de gouverneur van Damascus iedereen zal weigeren toe te laten, die Zionist is of iets dergelijks, opdat de rust in Syrië niet zal worden verstoord. Ieder nummer van de Aleph Bah heeft verhalen over maatregelen van de Syrische regeering tegen de Zionisten. En dat wordt hier alles rustig (of onrustig!) gelezen. Wij hooren, dat Sir Herbert zijn belofte van een soort van parlement zal gaan uitwerken. De leden zullen direct of indirect gekozen worden. Sommigen zeggen, dat het overigens een adviseerend college blijven zal, gelijk wij er al een hebben, dat dan zal worden opgeheven. Anderen zeggen, dat dit parlement meer dan adviseerende macht zal hebben. Bijvoorbeeld budgetrecht. Hier ziet men dit ongaarne. Velen wenschen den liberalen, idealistischen Sir Herbert naar Ierland. De Joden willen zoo een parlement niet, omdat het op zijn minst een min of meer officieel erkende anti-Zionistische tribune zou zijn. Maar anderzijds moet men erkennen, dat de Arabische leden van den Staatsraad nooit onbehoorlijk zijn opgetreden. Wij krijgen nu ook gekozen gemeenteraden. Tot dusverre werden de leden benoemd. Maar wie zullen het kiesrecht hebben? Alleen Turksche onderdanen? En die grondbelasting betalen? Men zegt het. De kooplieden hebben alvast geprotesteerd. Vele Joden zullen ook het kiesrecht missen. Daar staat tegenover, dat het hier ons Nationaal Tehuis is. | |
V.De Zionistische Organisatie wordt verzwakt door twisten. In Amerika scheuring. Gelukkig, dat dr. Weiszmann op een stoel van Washington heeft mogen zitten. Hij verlaat nu Amerika voor de Bestuursvergadering te Praag en het Congres te Karlsbad. Maar hij heeft beloofd naar Amerika terug te komen en daar desnoods jaren te blijven voor den opbouw van het echte Minsk-Pinsk-Dwinsk-Zionisme. Wij krijgen berichten uit Londen over twist en verwarring in het Zionistisch hoofdbureau. Uit Parijs over vergaderingen tegen de leiding. Wij lezen telkens van schatten, die voor het Opbouwfonds worden gegeven. En hier is geen geld om iets te doen. Prof. Pick, de voorzitter van Mizrachie, is naar Europa vertrokken tot na het Congres, dat is weer een maand of drie. Hij was maar twee maanden hier. Het blijkt mij uit verschillende artikelen, dat men in Holland niet weet, hoe de toestand hier is. Ik zal het daarom nog eens precies zeggen: er bestaat geen Mizrachie in Palestina. Het is twee jaar geleden sinds eene jaarvergadering is gehouden. Het bestuur heeft verleden jaar zich zelf gekozen en aangevuld. Contributies worden niet geïnd. Ledenvergaderingen hebben niet plaats. Meer dan een half jaar geleden heeft er een bestuursvergadering plaats gehad. Geen ledenvergadering. Men heeft nu het Centrum naar Palestina overgebracht. Maar de heeren zijn afwisselend op reis. Op het oogenblik twee van de drie. Gedaan wordt er ongeveer niets. Er is een kleine kliek van ambtenaren. Rekening en verantwoording wordt niet gedaan. Bij de Agoedath Israël wordt ook ongeveer niets gedaan. Maar die hebben minder geld. Dus is het bederf daar ook minder. | |
VI.Er is nog altijd de geweldige huizennood. Er begint zelfs gebrek aan goede tenten te komen. Overal zijn vereenigingen voor huizenbouw. Maar er is geen geld. Toch kan de toestand zoo niet blijven. Vooral niet in Tel-Aviv, het Joodsche tuindorp bij Jaffa. Het geheele karakter van Tel-Aviv gaat veranderen. Men wil zich geheel vrij maken van het onveilige Jaffa. Er komen nu winkels, fabrieken, arbeidershuizen. Men wilde zelfs wel een haven, waar de Joodsche reizigers kunnen landen. In weerwil van Sir Herberts belofte op 3 Juni is de immigratie nog niet hervat. De chef van het immgratie-departement is op het oogenblik te Konstantinopel. Emigratie is er wel. Maar paspoorten naar de Vereenigde Staten worden thans niet gegeven. De arbeiders zeggen, dat er geen werkloozen zijn. Den Arabischen kinderarbeid bij druiven en amandelenoogst in de koloniën wil men dit jaar vervangen door vacantie-arbeid van joodsche scholieren. | |
VII.Een fel artikel van Poincaré in de ‘Matin’ tegen het Zionisme. Eveneens tegen Emir Feisoel en Emir Abdoellah. Wij zien, dat Baron Rothschild tien millioen franc aan de Fransche Academie heeft geschonken. Een afkoopsom? De regeering in Syrië is nu openlijk anti-Zionistisch. De Joden daar zijn verdeeld. Die van de Alliance beschuldigen de Zionisten van een hyper-nationale propaganda, die ons noodeloos vijanden maakt. De Zionisten beschuldigen die van de Alliance van verraad. Bij een bezoek aan Damascus heeft generaal Gouraud een Alliance-school bezocht. Hij heeft ook verklaard, dat Syrië, met uitzondering van Groot-Libanon, een statenbond zal zijn. Het is onrustig in Noord-Syrië en in de buurt van Beiroeth. Een aanslag op generaal Gouraud, waarbij zijn tolk is gedood. En Egypte? En Angora? Eenerzijds een verbond met Rusland, Afghanistan en Perzië. Anderzijds steun van Engeland, Frankrijk en Italië tegen Griekenland. Dit alles maakt hier onrust. Moestapha Kemal Pasja is de Mohammedaansche held der dagen. De Arabische bladen staan daar vol van. En van zijn twisten met Djemal Pasja. En met Enver Pasja, die hem af wil houden van een verbond met Moskou. Anderen zeggen, dat Moestapha Kemal in Angora wankelt. En dat meer extreme elementen in zijn plaats zullen komen. Voorbij. En hier, in dit kleine land, wachten wij af, wat over ons komen zal. |