Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 236 Gewapende vredeGa naar margenoot+Dit is een prettig land. En er is vrede. De Arabieren gewapend. De Joden gewapend. De Regeering gewapend. Vrede. En de Joodsche immigratie stopgezet. Het officieele bericht is zóó: ‘Zijne Excellentie de Hooge Commissaris pleegt thans overleg met Zijner Majesteits regeering te Londen over een aantal belangrijke vragen betreffende Palestina. Hij hoopt, dat het hem mogelijk zal zijn daarover spoedig eene mededeeling te doen. Intusschen is de immigratie naar Palestina geschorst.’ Wij begrijpen alle officieele verklaringen. Maar deze begrijpen wij niet. Het is nog geen twee maanden geleden sinds Minister Churchill hier is geweest. En hij heeft gezegd dat Engeland de Balfour-verklaring handhaaft en dat geregelde Joodsche immigratie noodig is. Minister Churchill heeft zijne beloofde uiteenzetting in het Parlement nog niet gegeven. Welk belangrijk overleg is er nu gaande tusschen Sir Herbert en de Londensche Regeering? Wij dachten eerst dat de immigratie op bevel van Londen was gestopt. Maar het moet een maatregel van Sir Herbert zijn. Er schijnen voorbereidingen te zijn geweest voor een algemeenen Arabischen opstand over het geheele land. Hij is te Jaffa iets te vroeg uitgebroken en daardoor zijn de plannen van de leiders verward. In die omstandigheden wilde Sir Herbert geen jonge, rustelooze immigranten binnenlaten, voor wie op het oogenblik geen werk is. En die maar ledig in de steden Haïfa en Jaffa zonden rondloopen. Hoe lang de immigratie gestopt zal blijven, zegt de verklaring niet. Maar het is niet waarschijnlijk, dat Sir Herbert een zóó opzienbarenden maatregel zou nemen voor een week of voor veertien dagen. Zietdaar het succes van de toeristen, die onder het pseudoniem ‘Zionistische Commissie’ dit land gelukkig zouden maken. De Arabieren hebben deze gelukkige proclamatie laten aanplakken en verspreiden met het opschrift: ‘Een blijde tijding voor de kinderen van het Land’. Maar de bladen, de mohammedaansch-christelijke vereenigingen over het geheele land en het bestuur van het Haïfa-Congres dringen op geheel verbod van Joodsche immigratie aan, in artikelen, en in telegrammen aan verschillende regeeringen en personen van politiek. Het argument is natuurlijk, dat de immigranten hier bolsjewisme brengen. De indruk onder de Joden is verpletterend. De Volksraad en de Stadsraden hebben geprotesteerd. In verschillende colleges heeft Sokolov, die aanstaanden Dinsdag vertrekt, eene uiteenzetting van den toestand gegeven. Wij kunnen tegen Sir Herbert openlijk niets doen. Maar de arbeiders zijn woedend. De socialist Ben Zewi wilde, als protest, ontslag nemen als lid van den Raad van State. Maar Sir Herbert heeft hem daarvan teruggehouden. Men bepaalt zich nu tot het zenden van delegaties, memoranda en schaderekeningen. De kleine kolonie Gedera bij Haïfa heeft meer dan 25 duizend pond directe, materieele schade. De pers is lichtelijk gemuilband. Toch brengt de laatste Palestine Weekly nog een zeer goed artikel. Het blad heeft altijd tegen de politiek van den koorddansenden glimlach gewaarschuwd: ‘Een Regeering moet regeeren,’ zegt de schrijver. Waarschijnlijk heeft Frankrijk gestookt en komen er wapens uit Syrië. Laat Frankrijk oppassen. De brand kan overslaan. Noord-Syrië is weder onrustig. De immigratie stopgezet. Immigranten, die na eindelooze ontberingen vóór Haïfa en Jaffa waren aangekomen, moesten door voor Port-Said. De Egyptische regeering weigerde landing. Naar Triëst. En als Italië ook weigert? Eenige honderden immigranten uit Perzië mochten evenmin landen, en moesten terug naar Bombay. Het vuil der aarde. | |
II.Het is moeilijk te zeggen, hoe de geest onder de Joden is: goed of slecht. Er zijn geen nieuwe gewelddaden gebeurd. Dat is goed. Maar wij twijfelen of er geen nieuwe gebeuren zullen. Verleden week leek het lot van de koloniën weder minder veilig. En de Regeering wist niet beter te doen dan den kolonisten de weinige wapenen af te nemen, die zij, met verlof van de Regeering, sinds de troebelen van verleden jaar hadden. Maar sinds eenige dagen heeft de Regeering in de koloniën de organisatie toegestaan van vrijwilligen politiedienst en ook wapenen gegeven. De Arabieren kunnen zich daarover niet beklagen. Zij houden hunne wapenen achter, en ontvangen er telkens uit Syrië. De kust wordt nu bewaakt. Een slechten indruk maakte de arrestatie van Abraham Schapira, een van de helden, die Petach Tikvah tegen overmacht hebben gehouden. De Arabische onder-gouverneur van Beth-Shan is ontslagen. Over de onrust in Beth-Shan heb ik U reeds geschreven in vroegere brieven. Men zegt, dat Sir Herbert zelf verrast is geweest en niet dadelijk wist, wat te doen. Hij heeft zich nu hersteld en zal voorloopig niet meer glimlachen. Aan heengaan denkt hij niet. Ten slotte zijn wij een optimistisch volk en aan pogroms gewend. Men hoopt nu maar weer op spoedige onderteekening van het mandaat. Dan zal Sir Herbert een groote leening uitgeven, die natuurlijk vele malen overteekend wordt. Dan worden er groote publieke werken ondernomen, die duizenden werk zullen geven. En dan zullen wij allen gelukkig zijn. | |
III.Het gerechtelijk onderzoek wordt snel voortgezet. Met zeer bijzondere haast. Sommigen zeggen: ‘om weder gauw een amnestie te kunnen geven.’ Dat zou het toppunt zijn. Men is blijkbaar van plan aan beide kanten gelijkelijk te straffen. Joodsche politie. Arabische politie. Joodsche notabelen. Arabische notabelen. Dat men hier te doen heeft met een geregeld Arabisch oproer, mag in Engeland niet bekend worden. Daar moet de schijn bewaard blijven, alsof het een toevallig relletje is op den eersten Mei, waaraan de Joodsche communisten schuld hebben. Ofschoon in Jaffa staat van beleg is, worden de daders berecht door eene bijzondere civiele rechtbank. De Arabische pers wil een krijgsraad. Zij zegt geen vertrouwen te hebben in de leden van een rechterlijke macht, aan wier hoofd de Zionist Norman Bentwich staat. Zij raadt den beklaagden aan, geen mond open te doen. En den verdedigers eveneens. Laat men dan maar veroordeelen. 't Zal zoo een vaart niet loopen. Men zal aan beide kanten gelijk straffen. En misschien gelijk vergeven. Gewapend of niet: er moet vrede zijn. Sommige gouverneurs organiseeren al gewapende vredesvergaderingen. Bijvoorbeeld, te Haïfa. Ja, zeggen dan de Arabieren: ‘wij hebben geen schuld. Alle schuld is bij de joodsche immigranten, die hier het bolsjewisme brengen. En des nachts dronken door de straten schandalen.’ Hoe meer de Arabieren denken, dat zij gewonnen spel hebben, hoe meer hun pers eischend wordt. Alle schuld van het gebeurde te Jaffa ligt natuurlijk bij de bolsjewistische immigranten. En de aanvallen op de koloniën? Ook daar zijn de Joden begonnen. Zij hebben Arabische werklieden als gijzelaars vastgehouden. En toen hunne vrienden en verwanten kwamen om hen te verlossen, werden zij beschoten. Gelukkig, dat de vrienden en de verwanten gewapend waren. De Arabische pers eischt openlijk het aftreden van Sir Herbert en van Mr. Norman Bentwich, den legal secretary. Van Arabische zijde zijn pogingen gedaan tot een algemeenen boycot tegen de Joden. In Jaffa dwingen Arabische politie-agenten de menschen daartoe. Daarentegen gaat men in de koloniën de Arabische arbeiders vervangen door Joodsche. Dit zou heel wat immigranten werk kunnen geven, wanneer het bedrijf het dragen kan. Ongelukkig is de oogst dit jaar niet heel goed door het uitblijven van den laten regen. Men wil zich in de Joodsche koloniën nu ook gaan toeleggen op het melkbedrijf, het houden van kippen en het kweeken van groenten, ten einde ook in dit opzicht den Arabieren niet al ons geld te laten verdienen. | |
IV.Onrust hier. En onrust daar. In Egypte twist tusschen Zaghloel Pascha en het Adli Ministerie. Adli Pascha beschuldigt Zaghloel van bolsjewisme, omdat de ‘Daily Herald’ zijn eischen voor een geheel onafhankelijk Egypte steunt. Zaghloel Pascha beschuldigt Adli een speelpop van Engeland te zijn. De anti-Engelsche Egyptenaren steunen de anti-Engelsche Palestinensers. Generaal Gouraud is pas drie dagen in Caïro geweest. Gast van Lord Allenby. Transjordanië is nog niet geregeld. Ik hoor, dat de Emir Abdoellah morgen of overmorgen hier komt. Zijn secretaris heeft een dezer dagen in het anti-Zionistische blad ‘Carmel’ tegengesproken, dat de Emir zich bij zijn vorig bezoek gunstig heeft uitgelaten over het Zionisme, tegenover eenen correspondent van de Times. De correspondent heeft den Emir niet begrepen. In Noord-Syrië is het onrustig gemaakt door voorstanders van de Eenheid van Syrië, wegens de zelfstandigheid van den Libanon. Eén van hun leiders is uit Egypte hier gekomen en heeft den nieuwen Mufti Amien Effendi el Husseini en een aantal Arabische scholen bezocht. De censor in Syrië laat onbekommerd aanvallen toe op Engeland, Sir Herbert Samuel en de Joden. De Jewish Chronicle van 6 Mei bevat over de verhouding tusschen Syrië en Palestina belangrijke beschouwingen van J.J. Calmy, den Franschschrijvenden Palestinenser, over wien ik u ruim twee jaar geleden uit Egypte schreef. De heer Calmy was in Syrië in Franschen dienst. Wij hooren, dat de grenzen met Egypte en Syrië nu definitief geregeld zijn. Wij hooren ook, dat er misschien vrede komt tusschen de Russische en de Amerikaansche leiders der Zionistische Organisatie. Is dat nu noodig? Voorloopig doen we het hier met den twist tusschen de beide bladen Haäretz en Doar Hajom. Haäretz is fel Russisch. Wanneer men het blad leest, zou men denken, dat de geheele wereld op het oogenblik slechts ééne gedachte heeft: het Palestina Opbouwfonds en de geestelijke zijde van het Zionisme. Doar Hajom heeft een hoofdartikel met uitlatingen van James de Rothschild, Max Nordau en dr. Marmorek tegen de leiding. En zoo heel terloops een artikeltje, dat de Zionistische Organisatie niets doet voor de Sefardische immigranten uit Noord-Afrika, en alles voor de immigranten uit Oost-Europa. Gelukkig, dat er nu geen immigranten zijn. Vrede. | |
V.Een dolhuis is het hier niet. Maar ik zal u wel zeggen, hoe de laatste Doar Hajom er uitziet. Een hoofdartikel over de overwinning van Giolitti bij de Italiaansche verkiezingen, waarin, tot onze groote ergernis, niets gecensureerd is. Gelukkig komt het goede hart van den censor daarna boven. Een artikel uit het Arabische blad ‘Carmel’ te Haïfa over Transjordanië is geheel geschrapt. Een correspondentie uit Galilea geheel weg. Op blz. 3 eene mededeeling, dat een zeer belangrijk bericht per bijzonder telegram is ontvangen en dat de regeering heeft verzocht het voorloopig niet te publiceeren, omdat zij het nog niet officieel ontvangen heeft. Alleen het opschrift met zeer groote letters is blijven staan: ‘De weg naar Zion is voor altijd gebaand.’ Dus leven we maar weder in spanning. Ongecensureerd is de mededeeling, dat Minister Churchill op het eind van deze maand eene verklaring zal afleggen over de toekomstige politiek van Engeland in Palestina en dat Sir Herbert dan ook zijnerzijds eene verklaring afleggen zal. Ongecensureerd zijn de officieele berichten over het bezoek van een Engelsch eskader met een Engelschen prins. Maar het vonnis, dat publiek in Haïfa is uitgesproken over een aantal onruststokers, is gecensureerd. Evenals een bericht ‘in vrijheid gesteld’. Maar dat Sir Herbert een bezoek aan Syrië zal brengen mogen wij lezen. En voor het geval de censor dezen brief leest, laat hij dan ten slotte weten, dat wij hem allen achten wegens het vele verstand, dat Allah hem geschonken heeft. |