Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 231 StilteGa naar margenoot+Een stilte tusschen twee stormvlagen? Of gaan wij weder een rustigen tijd tegen? Het is stiller geworden. De couranten zijn nog vol rouw-advertenties. Ook vol verhalen van ooggetuigen van groote aanvallen op de Joodsche koloniën. Ze zijn bijna model. Zóó. Er komen groote troepen Arabieren uit omliggende dorpen, waarbij er zijn, die jaren en jaren in zulk eene kolonie hebben gewerkt. Vooraf gaan benden goed bewapende ruiters. Er worden kameelen en ezels medegevoerd voor den buit. Er loopen verhalen, dat de dorpen de Joodsche vrouwen al onderling verdeeld hadden. Maar de kolonisten weten zich staande te houden tot Engelsche troepen komen. En ten slotte verschijnt dan eene vliegmachine, die de plunderaars verjaagt. Bij een aanval op Petach Tikvah heeft een meisje uit Holland, Clara van Leer, zich zeer bijzonder onderscheiden. Het schijnt toch, dat de Regeering geen troepen genoeg heeft, om alle joodsche vestigingen te beschermen. Tenminste, allerlei kleine koloniën, die rondom een groote liggen, worden ontruimd, en de bewoners trekken zich in de groote kolonie terug. De verlaten vestiging wordt dan volkomen afgeplunderd. Tot de ontruimde koloniën behoort ook Schunie, bij Haïfa, waar een zestal pionieren uit Holland werken. De schade, ook aan plantages en bewateringswerken, loopt in de schatten. | |
II.Groote aanvallen zijn, sinds ik het laatst schreef, niet meer voorgekomen. Maar wel worden telkens alleenrijdende Joden bij de koloniën door benden aangevallen. Zelfs al kent de aangevallene zijn aanvallers, dan is nog het juridische bewijs niet te leveren. Arabieren getuigen niet tegen elkander. De toestand is nu ongeveer zóó: de steden Safed en Tiberias zijn rustig. Eveneens Opper- en Neder-Galilea. Akko, dat altijd rustig was, is ook nu rustig gebleven. Het booze Haïfa is rustig. Maar het district rondom niet. Jaffa is in een voortdurenden staat van opwinding. Een kokende ketel met een prop in de tuit. Om niets ontstaat er telkens een paniek. De handel ligt lam. Ook het district rondom, waar de groote Joodsche koloniën liggen: Rehoboth, Rischon, Petach-Tikvah is onrustig. Er gaan nog steeds opruiers in de dorpen rond. Delegaties uit de koloniën hebben de aandacht van de regeering daarop gevestigd. In Nes Ziona tusschen Rehoboth en Rischon, is 's nachts door eene bende een geheel huis geplunderd. Er werd beweerd, dat de kleine vestigingen Koshnië en Ruhamma, tusschen Rehoboth en Berseba in gevaar verkeerden. Maar er is nog niets gebeurd. Rustig zijn Berseba, Hebron en Jericho waar slechts één Joodsch gezin woont. Jeruzalem is goed bewaakt. De toestand is minder gespannen. De militaire bewaking van de Joodsche binnenstad is vervangen door politie-agenten. Arabieren. En de Joden hebben daartegen geprotesteerd. Losse aanvallen op Joden komen ook hier af en toe voor. De daders zijn niet te vinden. En Sechem, dat de Arabieren Nabloes noemen. Wat is er in Sechem gebeurd? De Regeering zegt: ‘niets gebeurd.’ Maar wij weten dat veel beter. Hier beweert men, dat de Arabieren het wapenhuis hebben geplunderd, de bezetting overvallen. Een aantal gedood. Toen zijn de vliegmachines gekomen. En hebben twaalfhonderd Arabieren gedood. Men heeft die zoo gauw niet kunnen begraven en daardoor is de pest uitgebroken. Iedereen gelooft dat. Iedereen gelooft alles. Bijvoorbeeld, dat de Arabische melkboeren vergif in de melk doen en dat daardoor geheele Joodsche gezinnen gestorven zijn. Doar Hajom had een bericht over aanvallen van de Arabieren op de Samaritanen te Sechem. Het was niet geschrapt door den censor. Het werd ook niet door de Regeering tegengesproken, wat anders met onjuiste berichten geregeld gebeurt. Wel had de courant twee dagen later eene mededeeling, dat dit bericht bij vergissing geplaatst was. Wat moeten wij nu gelooven? | |
III.Over de oorzaken van de woelingen weten we officieel nog niets. De bolsjewieksche proclamaties op 1 Mei waren hoogstens een aanleiding. Sommigen zeggen, dat Frankrijk heeft gestookt. Ook de Paus zou nu weer tegen een min of meer Joodsch Palestina zijn, onder mandaat van het Protestantsche Engeland. De Latijnsche patriarch van Jeruzalem is naar Jaffa gegaan en heeft daar een redevoering gehouden, en gezegd, dat de Arabieren alles zouden bereiken wat zij wilden, indien zij rustig bleven. En de gevolgen? Er is een telegram van het Zionistisch Bureau te Londen, dat wij erop kunnen rekenen, dat Engeland zijn pro-Zionistische Palestina-politiek zal voortzetten. Maar de groote moeilijkheid zit in de kosten van een groot bezettingsleger. Misschien zal er nu vrede en samenwerking komen tusschen de Russische en de Amerikaansche Zionisten. De moeilijkheid is deze: de Russen willen de plannen opmaken en uitvoeren. En de Amerikanen moeten het geld geven en tevreden zijn met complimenten. Dat willen ze niet. En nu worden ze hier beschouwd als bekrompen egoïsten, ver van het zuivere Ahad-Haämistische Zionisme af. De aanhangers van Oessiskin beweren, dat hij eenmaal door zijn koppigheid het Zionisme heeft gered. Dus heeft hij voor altijd het recht star en koppig te zijn. Hier beginnen zich de gevolgen van de woelingen te vertoonen. De Joodsche boeren in Petach Tikvah hebben besloten, geen Arabisch werkvolk meer te nemen, maar alleen Joden. Ze willen zich ook wat groenten, eieren, melk enz. betreft vrijmaken van de Arabische dorpen. In andere koloniën zal men dit voorbeeld wel volgen. De romantici beweren, dat de kolonisten dit op de graven van de gevallenen gezworen hebben. Hunnerzijds zullen de Joodsche werklieden matig zijn in hun looneischen. Of de koloniën met Joodschen arbeid rendabel zullen zijn? Ook zonder den goedkoopen Arabischen kinderarbeid? Een boycot dus. Verovering van den arbeid op de Arabieren, gelijk dit vroeger in partij-programma's werd genoemd. Het Arabische werkvolk zal nu elders werk moeten zoeken. Bij de wegen bijvoorbeeld. En daar den Joden concurrentie aandoen. Te Jaffa willen de Arabieren de Joden boycotten, zoowijl bij koop als bij verkoop. En dat beschouwen de Joden als een groot onrecht. Dat gaat natuurlijk niet. | |
IV.De Regeering heeft allerlei maatregelen genomen. Militairen. Politie. Papier. Er is een proclamatie tegen het verspreiden van valsche berichten. Er is een proclamatie, dat iedereen, die gestolen goed in zijn bezit heeft, dit moet inleveren. Er is een proclamatie, dat Joodsche en Arabische grondeigenaars, wier landen aan elkander grenzen, honderd meter minstens van de gemeene grens moeten blijven. De musschen controleeren dat. En er is censuur. Natuurlijk is er censuur. En zoo verstandig. In de eerste dagen, toen er geen censuur was, hebben de Joodsche couranten niets gepubliceerd, dat niet absoluut geoorloofd was. Nu verschijnen ze met geheele kolommen wit. Alleen de opschriften blijven staan. Zoo zien we, dat in de Joodsche bladen zijn geschrapt artikelen, die ze uit plaatselijke Arabische bladen hebben overgenomen. Geschrapt zijn verhalen van ooggetuigen. Geschrapt is een artikel tegen Agoedath Israël met den mooien naam: ‘Steken van herfstvliegen’. Gecensureerd is in Doar Hajom een proclamatie van het Zionistisch Bestuur in Londen. Palestine Weekly heeft haar ongeschonden. Geschrapt is in Doar Hajom een telegram van Sir Herbert aan dr. Weizmann. Om de lezers aangenaam te stemmen, is alleen het opschrift blijven staan. In Haäretz is het telegram te vinden. Het luidt: ‘Ik betuig u mijn dank voor het vertrouwen, uitgesproken in uw telegram en in de proclamatie van de Zionistische Organisatie. Ik ben het met de daarin vervatte gedachten geheel eens. Het welslagen van de Joodsche immigratie naar Palestina, die nu voorloopig is stopgezet, hangt geheel af van het beschikbaar zijn van gelden voor een geschikte economische ontwikkeling van het land.’ | |
V.En dat weten wij dan al weder. De immigratie van Joden naar het Joodsch-Nationaal Tehuis is stop gezet. De indruk daarvan is op de arbeiders hier geweldig. Men moet zwijgen. Maar de spanning is geweldig. Het is de vraag of men op den duur zwijgen zal. De booze voorspelling van onze vijanden is uitgekomen: Sir Herbert is op het oogenblik bij de Joden meer gehaat dan bij de Arabieren. De immigranten, die op zee zijn, zullen waarschijnlijk mogen binnenkomen. Misschien over Egypte, om de havenwerkers van Jaffa en Haïfa niet in hunne nationale sentiment te treffen. Wat dit alles voor de nationalisten hier beteekent, kan men begrijpen. Wij lezen vandaag in de courant van een groep chaloetziem, die met muziek naar het station te Warschau zijn getrokken, op weg naar Palestina. Tegenover den Jodennood in Oost-Europa beteekende een duizend immigranten per maand niet veel. Maar op eene bevolking van een tachtig duizend, gelijk in Palestina, beteekent het wel wat. En het is vooral de moreele klap. Sir Herbert zal dezen maatregel wel goed hebben overwogen. Hij moet wel twijfelen of er in de naaste toekomst veel werk zal zijn. Is er geen regeeringswerk meer? Waar blijven nu alle bouwmaatschappijen met hunne groote plannen en beloften voor dadelijk na den regentijd? Waar blijft de ingenieur Ruttenberg met zijn werk voor duizenden en duizenden, dadelijk als de regen ophield? Hebben wij dan niet anders dan propagandisten en collectanten? | |
VI.De Arabieren vinden het, in weerwil van hunne verliezen, zoo slecht nog niet. De slappe regeering vreezen ze heelemaal niet. Het praatje doet weer de ronde, dat de regeering toch niet heel hard zal aanpakken uit vrees voor de millioenen Mohammedanen in het Britsche Keizerrijk en vooral in Indië. De anti-Engelsche Moestafa Kemal Pascha heeft te Angora een algemeen Mohammedaansch congres bijeengeroepen en daar zijn ook afgevaardigden van Indië verschenen. Dat wordt hier alles druk besproken. De koffiehuizen en de trottoirs staan niet onder censuur. En zij zijn talrijk. Natuurlijk wordt het praatje van het bolsjewisme onder de Joden verspreid. Moussa Kazem Pascha el Husseini, de leider van het Arabische anti-Zionistische verzet, heeft het nog weder eens gebruikt in een adres aan de regeeringen der geallieerde landen, aan den Paus en aan verschillende groote Engelsche bladen. De Regeering laat het gerechtelijk onderzoek voortzetten. Sommige Joden zijn weinig te spreken over den Legal Secretary Norman Bentwich, nog wel een Zionist van afkomst, die zijn onpartijdigheid schijnt te willen toonen door de Arabieren te verlichten. Maar het is voor hem een moeilijke taak. Een aantal Mopsen, dat zijn de bolsjewieksche joden, zijn gearresteerd. Men zegt, dat ze allen verbannen zullen worden. Natuurlijk liggen handel en verkeer stil. Wij hooren, dat de touristen afgeschrikt worden. In één Jeruzalemsch hotel zijn in eene week niet minder dan tachtig besproken kamers afbesteld. Er is geen vertrouwen meer. Stilte. Wanneer zal het weer stormen?
(slot volgt) |