Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendI.De crisis. Wij gaan ze gevoelen. Het Amerikaansche comité heeft over December zijn uitkeeringen al verminderd. Iedere maand zal verder verminderd worden. En met Juni zal dan alles ophouden. Wij kunnen nog altijd niet aan die ramp gelooven. Er zal dan geen geld meer zijn voor de weezen, voor de ziekenhuizen, behalve die van de ‘Hadassah’, voor weduwen, leerlingen van scholen, voor de rabbijnen. Ook de ambtenaren zullen worden ontslagen. Men zegt, dat allen ambtenaren van het weezenwerk en van het reliefwerk tegen Juni ontslag is aangezegd. Uit vele steden: Tiberias, Hebron, Safed, Haïfa komen berichten over den wanhopigen toestand, waarin men gekomen is door het inkorten van het reliefwerk. In Jaffa is al een van de ziekenhuizen gesloten. De Joodsche stadsraad heeft geen geld. En allerlei organisaties hebben niet aan het ziekenhuis betaald, wat zij voor de verpleging van hunne leden schuldig waren. Twee en twintig artsen en ambtenaren zijn nu geheel of gedeeltelijk werkeloos. Ook de Zionistische organisatie heeft geen geld. Het salaris van de onderwijzers is deze maand veel te laat betaald en dan nog met vijf procent verminderd. De onderwijzers zijn natuurlijk woedend. Maar ze zullen toch niet staken. De crisis maakt de vraag van een regeeringssubsidie aan de bijzondere Joodsche scholen zoo dringend. ‘Onderwijs of immigratie’, is hier den laatsten tijd de leus geworden. Ben-Jehoedah zegt: onze eerste taak is immigratie en vestiging van de immigranten. Dat is de opbouw van het land, die zoo spoedig en snel mogelijk moet gebeuren. Het onderwijs moet bij de immigratie achterstaan. Desnoods probeeren we het geheele onderwijs over te doen aan de regeering, of aan een andere organisatie, bijvoorbeeld de Alliance. Desnoods zetten we het geheele onderwijs stil. Maar de immigratie moet doorgaan. Het artikel heeft hier groote ontroering gewekt. Het Achad-Haämitische blad Haäretz is natuurlijk van meening, dat onderwijs voor immigratie gaat. De onderwijzers zijn doodboos op Ben-Jehoedah. En dit is weer typisch voor den geest hier: ze willen de vereeniging ‘Onze Taal’ boycotten, zoolang Ben-Jehoeda aan het hoofd daarvan staat. | |
II.De delegatie De Lieme - Simon - Szold is vertrokken. Haar rapport is niet gepubliceerd. En De Lieme heeft in Caïro en hier alle interviews geweigerd. Maar Oessiskin heeft een uitvoerig interview gegeven aan zijn lijfblad ‘Haäretz’ en ook in den Volksraad over het verhandelde met de delegatie gesproken. En dit op een buitengewoon demagogische wijze. Vol pakkende, gevaarlijke phrases. Gisteren hoorden wij ineens, dat De Lieme ontslag had gevraagd als lid van het Uitvoerend Comité. Een samenwerking van De Lieme met Oessiskin is niet mogelijk. En De Lieme in plaats van Oessiskin zou niet gegaan zijn. Alle linksche fracties waren tegen De Lieme. Het interview. De delegatie was geheel pro-Amerikaansch, al heeft ze in Palestina wel invloed ondergaan. Voor zoover men niet tot overeenstemming is gekomen, zal beslist worden door het bestuur, dat in Februari of Maart bijeenkomt. En verder door het Zionistische Congres. De voornaamste vragen. De immigratie. De delegatie wilde die stoppen tot er voldoende geld was, om de immigranten te vestigen. Ze werken nu vrijwel geheel alleen aan regeeringswerk. Maar aanleg van wegen, havens enz. kan niet eeuwig doorgaan. Vooral niet, wanneer er zoo weinig kapitaalkrachtige personen komen en de staatsinkomsten dus zoo weinig stijgen. Oessiskin was om propagandistische redenen tegen stopzetting van de immigratie. En de delegatie heeft min of meer toegegeven. Van den zomer hoorden wij, dat het Centraal Bestuur te Londen naar de Oosteuropeesche centra had getelegrafeerd om de immigratie stop te zetten. Maar de arbeiders-organisatie heeft ze toch doorgezet. Ineens zien we nu een telegram in ‘Haäretz’, dat dit allemaal maar geruchten zijn. ‘In der eeuwigheid heeft het bestuur zoo een telegram niet gestuurd, en zoo iets is ook niet in hun hoofd opgekomen.’ Wij kijken elkander eens aan. Het onderwijs. De delegatie kwam met een voorstel, dat de Amerikanen ook al te Londen hadden gedaan: het onderwijs in Palestina moet door de Zionistische organisatie worden overgedaan aan de Palestina-bevolking. Het geld moet in Palestina en de buitenlanden worden bijeengebracht. Maar niet door de Zionistische organisatie, die zich alleen moet bezighouden met den materieelen opbouw. Oessiskin daartegen, omdat hij niet gelooft, dat zoo groote sommen buiten de Zionistische organisatie zullen worden opgebracht. Men is gekomen tot een compromis. Er is dit jaar honderdachttienduizend pond noodig. Daarvan geeft de Organisatie honderdduizend pond. En de rest moet de Jischoeb zelf opbrengen. Misschien komt er regeeringssubsidie. En de kewoetsoth, de veelbestreden coöperatieve arbeiders-groepen? Men is het er over eens geweest, dat de kewoetsoth op den duur moeten worden veranderd in werkmanskoloniën. Maar daarvoor is nu geen geld. De vraag is: wat nu te doen? Men is het tenslotte eens geworden slechts vijf van de kewoetsoth te sluiten. De werkzaamheden van het landbouwdepartement zullen eenerzijds worden beperkt. Anderzijds komen er nieuwe proefstations. Het technische departement wordt opgeheven. Nog twee maanden zal de Zionistische Commissie voor de Joodsche Vredesgerechten betalen. Daarna moeten ze voor zich-zelve zorgen. De delegatie heeft ook de ambtenaars-salarissen onderzocht, en bevonden, dat die volstrekt niet bovenmatig hoog zijn. | |
III.De delegatie heeft ook eene zitting gehad met arbeiders-afgevaardigden. Over de zaak van de kewoetsoth. Waarover in de arbeiderspers interessante mededeelingen zijn gedaan. Het ging om de opheffing van de kewoetsoth Talpioth, Kalandia, Dilb, Jaffa, en de Karmel. Op grond, dat die ondernemingen te veel geld kosten en de resultaten te ver verwijderd en te onzeker zijn. Ook de bebosschingsplannen wil men opgeven. Ze leveren groote verliezen op. Beter half keeren dan geheel dwalen. De arbeiders waren daartegen. En het werklieden-congres te Haïfa heeft besloten, dat de kewoetsoth zullen blijven bestaan. Ja, maar 't geld? Hoe fel de verhouding was tusschen de arbeiders en de delegatie moge blijken uit een ingezonden stuk in de arbeiderspers. Het begint zóó: ‘De ambtenaren, die hier vanwege de Leiding gekomen zijn, willen arbeiders-vestigingen opheffen, die gebouwd zijn door den joodschen arbeider’. Dan wordt gezegd, dat de joodsche arbeider zijne vestigingen heeft verdedigd tegen de Arabieren en ze ook wel tegen deze vijanden verdedigen zal. Het slot: ‘Maar zij, die komen met voorstellen om vestigingen op te heffen, zijn geen Zionisten en zij kunnen niet komen in naam van het Zionisme’. | |
IV.De arbeiders vormen hier nu eenmaal een macht waarmede rekening moet worden gehouden. De verschillende fracties hebben zich federatief vereenigd. Het besluit daartoe is genomen op eene vergadering te Haïfa, waarvoor meer dan vierduizend stemmen voor afgevaardigden waren uitgebracht. Dat is veel op eene bevolking van nog geen honderdduizend zielen. De verschillende arbeiders-organisaties blijven bestaan, maar het groote werk wordt gedaan door een federatief bestuur. Concurrentie en geldverlies is dus nu uitgesloten. Iedere groep kan natuurlijk doorgaan leden te werven. En hoe meer leden, hoe meer invloed in de federatie. Doel: ontvangst en organiseering van immigranten; uitvoeren van publieke werken; opvoering van loonen; vakonderwijs; coöperatie; ziekenfondsen; leenbanken; ontwikkeling van het Hebreeuwsch; avondlessen en bibliotheken; arbeiderspers. Dr. Hugo Bergmann heeft veel gedaan voor deze eenheid. Van een algemeene orthodoxe arbeiders-organisatie bemerken wij hier niets. Ook de leden van de bolsjewieksche partij M.O.P.S., kortaf de Mopsen, hebben zich aangesloten. Oessiskin had hen liever uitgesloten gezien, ook al omdat zij voorstanders zijn van het Jiddisch. Het federatie-bestuur heeft ter viering van de eenheid eene algemeene vergadering belegd te Jeruzalem, waar een spreker sprak voor iedere fractie. Ook een Mops. Wanneer een Mops spreekt te Jeruzalem dan wordt dat zoo: ‘In het kapitalistische stelsel is opbouw van Palestina absurd (Geroep: die man zelf is absurd. Hou op. Hou op. Wat doet hij hier in het Volkshuis?) Het moet hier worden, zooals het in Rusland is. (Geroep: Een mooie boel.) Ja, het is in Rusland nog geen paradijs. (Geroep: een hel, een hel.) Dit is Jeruzalem. Het Allerheiligste der Aard’. Zooals ik u reeds schreef hebben deze hartelijke Mopsen op den zevenden November, geboortedag van het Russische Paradijs, een betooging gehouden te Jaffa. De Regeering heeft daarover eene officieele mededeeling aan de bladen gedaan. Waarin gezegd wordt, dat de zaak van geen gewicht is. Redenen tot strafvervolging is er niet. Maar de Regeering zal deze Mopsen in de ramen houden. Natuurlijk heeft de Christelijk-Mohammedaansche Arabieren-vereeniging te Jaffa dadelijk een memorandum gestuurd aan Sir Herbert over het bolsjewisme onder de Joden. De ‘Morning Post’ zal zich dit fortuin ook niet laten ontgaan. Dus zeggen wij: leve de Mopsen. | |
V.De stakingen. De scheidslieden in de kwestie van het wijnwerk te Rischon le Zion hebben hunne beslissing gegeven. De werklieden krijgen hun halve loon gedurende den stakingstijd. De vakvereeniging wordt erkend. In het aannemen van nieuwe arbeiders is de directie vrij. Zoo ook in het ontslaan van arbeiders, die nog geen anderhalf jaar werken. Het ontslag van de andere arbeiders moet gaan in overeenstemming met de vakvereeniging. Zoo noodig beslissen scheidslieden. De ontslagene krijgt een uitkeering. Gedurende ziekte krijgen de arbeiders twee derden van hun loon. Geneeskundige behandeling vrij. Ongevallen-verzekering verplicht. Wij verheugden ons nog in een tweede staking. In een bonbonfabriek te Jaffa. Zij omvatte slechts achttien man. Maar 't komt hier op de kwaliteit aan. Deze staking heeft tot incidenten aanleiding gegeven. De arbeiders eischen het recht op, de onderkruipers met geweld uit de fabrieken te houden. Zonder dat is volgens hen geene staking mogelijk. De Regeering heeft dit te Rischon toegelaten. Maar er is nu een officieele bekendmaking gepubliceerd, waarbij den arbeiders wordt verboden geweld te gebruiken. Wel mogen ze de onderkruipers vredelievend overtuigen. In Jaffa is de politie tusschenbeiden moeten komen. Een aantal Joodsche arbeiders is gewond. Enkele Mopsen zijn gearresteerd. En weggevoerd onder het zingen van Hatikvah. De stakers hebben ook in het Arabisch een oproep verspreid aan de Arabieren om niet te gaan werken in die fabriek. Een zaak, die hier veel kwaad bloed heeft gezet. Volgens de vertaling van Doar Hajom zou in de oproep zelfs hebben gestaan: ‘Erbarmen, broeders.’ Maar in de vertaling in het arbeidersweekblad staat: ‘Werklieden, broeders.’ Intusschen is ook deze quaestie thans in handen van scheidslieden. In de laatste zitting van den Volksraad is zelfs besloten tot oprichting van een vast arbitragehof, dat in alle gevallen van moeilijkheden beslissen zal. Staking zal dan verboden zijn. De arbeiders voelen daar niet veel voor. Ze willen het stakingsrecht niet te voren geheel prijsgeven. | |
VI.De Volksraad is weder bijeen geweest. Maar hij lijdt ook onder de crisis. Er zijn leden, die geen geld hebben om de noodige reiskosten te betalen. En de Raad heeft het ook niet. De inzameling van een shilling de man, onder den naam ‘Rots der Jischoeb’, is in weerwil van alle reclame niet gelukt. Het gezag van de Vergadering is daardoor gedaald. Er is een rabbijnen-delegatie gekomen om te protesteeren tegen het feit, dat de arbeiderskeuken te Jeruzalem niet ritueel wordt gevoerd en dat de Sabbath er wordt ontwijd. De Raad zal de zaak zien te regelen. Maar waarom beginnen de orthodoxen zelf niet een keuken? Onder de arbeiders heeft deze zaak boosheid gezet. Een van hun afgevaardigden, de schrijver Rubeni, zei, dat men in deze dagen wel andere dingen aan zijn hoofd had dan dezen onzin. Het Zionistisch hoofdbestuur in Londen heeft er een telegram over ontvangen uit Zuid-Afrika. En erover getelegrafeerd naar Oessiskin. De opbouw van het land gaat langzaam. Van een gezeten Joodschen boerenstand, fabrikanten en goede kooplieden-stand wordt geen sprake. De aanleg van wegen gaat door. De Regeering besteedt nu aan een weg van Akko naar Tiberias en een in het Transjordaansche. Als aannemers zullen Joodsche arbeidersgroepen wel optreden. Ze betalen een beter manloon. Maar ze werken coöperatief, zonder ondernemerswinst. De havenbouw van Jaffa is nog niet begonnen. Die van Haïfa vangt aan. Of de ingenieur Ruttenberg zijn groote plannen van irrigatie en electrificatie kan beginnen, met de gegeven slechte Noordgrens? Hij vangt nu bescheiden aan met de electrificatie van Petach-Tikvah door middel van beekwater. Men hoopt daarmee dezen zomer klaar te zijn. Petach-Tikvah krijgt een aansluiting aan het groote spoorwegnet. Joodsche ingenieurs leggen de lijn. Rehoboth, dat dicht bij de groote spoorlijn ligt, heeft een station gekregen. Men gaat de Egyptische spoorweg-arbeiders vervangen door joodsche. De Regeering besteedt aan, het leggen van een lijn van het soldatenkamp van Serafand naar het groote net. Dit zijn geen wereldondernemingen. Maar het is toch werk. Toch kan die zoo niet altijd doorgaan. Wij moeten komen tot landbezit. Anders komt er een breuk. | |
VII.Een emotie. Vorige week heeft Professor A.S. Jehoedah, over wien ik u geschreven heb, eene lezing in het Arabisch gehouden, over de Arabische cultuur in Spanje en Portugal. De lezing was georganiseerd door den Gemeenteraad van Jeruzalem. De Burgemeester heeft den avond geopend. Na afloop heeft Sir Herbert gesproken in het Engelsch, dat vertaald werd in Arabisch. Hij zeide, dat wij niet naar Spanje behoeven te gaan om Arabische bouwwerken te bewonderen. Een bezoek aan de Omar-moskee (waarop overigens een ban van de Rabbijnen ligt) is voldoende. Hij hoopt, dat er voor de Arabieren in Palestina een nieuw bloeitijdperk aanbreekt. Er zal ook een Mohammedaansche Universiteit komen. Wij kijken even op. Wij dachten, dat de Regeering de opbouw van een universiteit in handen had genomen. Rechtsschool. Apothekersschool. Van een Joodsche Universiteit zien wij niets. Maar met de Mohammedaansche Universiteit schijnt men te bedoelen een seminarium voor geestelijken, zoodat de leerlingen niet meer naar de scholen te Caïro behoeven te gaan, die een centrum zijn van anti-Engelsche gevoelens. Prof. Jehoedah heeft zijn lezing ook gehouden te Jaffa. Weder met groote belangstelling van de Regeering. Politiek? Sommige Arabische bladen vallen prof. Jehoedah aan. Ze beschuldigen hem, dat hij de Mohammedanen tegen de Christenen heeft willen opzetten, door er telkens en telkens op te wijzen, dat deze gewezen moskeeën thans katholieke kerken zijn. Wel, zeggen die Arabische schrijvers: in Palestina is honderdmaal het omgekeerde gebeurd. | |
VIII.De gaande en de komende man. Wij lezen een telegram, dat Schemarja Levin naar Canada gaat. Veel succes. Onze algemeene secretaris S. Landman heeft Konstantinopel veilig gemaakt. In een interview heeft hij verklaard, dat de finantieele toekomst van Palestina schitterend verzekerd is. Aangekomen zijn hier: prof. Otto Warburg, gewezen voorzitter van de wereldorganisatie. De schrijver Horisti. De econoom dr. Curt Nawratski, schrijver van een groot boek over de Joodsche koloniën. Maar vertrokken is Mendel Beilis, bekend uit het ritueele moordproces te Kieff. Men heeft hem, na allerlei mooie beloften, finantieel geheel in den steek gelaten. Hij gaat het nu in Amerika probeeren. Wij hooren, dat dr. Weismann nu toch weer niet naar Amerika gaat. Maar met Sir Alfred Mond voor een paar weken hier komt. Er komt nog een heer Belissa mee, om te spreken over de Palestina-leening. En in Februari een vergadering van het Groote Comité te Londen. Er is besloten een coöperatief reisbureau op te zetten. | |
IX.Kleine dingen. Er is een examen gehouden voor Joodsche rechtsgeleerden van buiten in de kennis van het Turksche recht. De groote meerderheid heeft het in het Hebreeuwsch gedaan. Allen zijn geslaagd. Daarna is er een feestje geweest bij Oessiskin thuis. De Regeering is begonnen met de uitbetaling van de schade geleden bij de Paasch-troebelen. Heijermans is hier onlangs in het Hebreeuwsch opgevoerd. En Henriëtte Szold, de sympathieke werkster, heeft met liefde van allen, haar zestigsten verjaardag gevierd. Een Joodsche politie-luitenant heeft weer ontslag genomen. Wij hebben er nu in de stad Jeruzalem precies nog één. Prof. Schlousz is terug van de opgravingen te Tiberias. Hij heeft heel mooie en heel heel belangrijke dingen gevonden. Nu Palestina vrij komt van de Turksche Regie wil men hier zelf het met de tabaksteelt gaan probeeren. Het schijnt toch werkelijk ernst te worden met den bouw van een groote synagoge op de plaats van den Klaagmuur. Sir Herbert is er voor, want het zal een synagoge voor allen zijn. De vooral nationale orthodoxie als Oessiskin, de rabbijn Kuk, de hotelhouder Amdursky, de kunstenaar Boris Schatz is er óók voor. Het wordt een mooie nationale synagoge. Noodig is een nieuwe synagoge niet. De bestaanden zijn, helaas, maar al te leeg. Behalve als Sir Herbert te zien is. Alleen een kleine bekrompen minderheid is er tegen. Gelukkig, dat die geen invloed heeft. | |
X.En wat doen onze Arabische vrienden? Die hebben, Christenen en Mohammedanen, een congres belegd te Haïfa. Voorzitter was Moussa Kazem Pascha el Husseini, de vorige burgemeester van Jeruzalem. Bekende afgevaardigden Aref Pascha el Dajani uit Jeruzalem en Hadj Amin el Husseini na de Paaschtroebelen bij verstek veroordeeld. En door Sir Herbert begenadigd. Punten van behandeling: verzet tegen de Zionistische immigratie; een volksregeering onder Engelsch protectoraat; ontwikkeling van de Christelijk-Mohammedaansche vereenigingen; zending van een delegatie naar Europa, om te protesteeren tegen den bouw van een Joodsch Nationaal tehuis. Er is een telegram van dank gestuurd aan de Morning Post, een van protest aan den Volkerenbond. En een memorandum aan Sir Herbert. Deze heeft daarop geantwoord, dat de Regeering niet overtuigd is, dat dit congres het recht heeft in naam van het Arabische volk te spreken. De afgevaardigden zijn niet door het volk gekozen, maar door vereenigingen benoemd. Sir Herbert vraagt opgave van het ledental van die vereenigingen. De Arabische couranten zijn natuurlijk over dit antwoord boos. De Joodsche couranten zijn er mede ingenomen. In Galilea leek het van de week weer wat onrustiger. Een rooverbende in de buurt van. Metullah. Troepenbewegingen bij het Meer van Kinereth. Men zegt: ook weer treinaanvallen. De trein Haïfa-Damascus is weder eenige dagen gestopt geweest. Het zal Frankrijk niet zoo héél gemakkelijk vallen Syrië geheel te berustigen. Zelfs al wordt Kilikië ontruimd. De stemming in het verdeelde en versmalde Syrië is buitengewoon anti-Fransch. Er is een strenge couranten-censuur. Maar we hooren toch uit brieven in de Palestinensische pers, dat er voortdurend arrestaties plaats hebben. De Emir Feisoel en Generaal Haddad Pascha hebben te Londen Ittamar ben Awi, den zoon van Ben-Jehoedah ontvangen. Feisoel kan in dezen tijd niet veel zeggen. Hij vertrouwt, dat er een autonome Arabische Regeering komen zal in Mesopotamië. Het Arabische volk moet samenwerken met de Zionisten. Maar de Zionisten moeten zoo gematigd mogelijk zijn. De Arabieren zijn tegen de Bolsjewiki. Arme Mopsen! Emir Feisoel zou ook dr. Weizmann ontvangen. En dan hebben wij hier nog menschen, die klagen als er een weeshuis of een ziekenhuis gesloten wordt. |