Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 185 Opbouw, 1Ga naar margenoot+Sir Herbert Samuel. De onvermoeide en de werkzame. Onvermoeid, het is verbazend zooveel als Sir Herbert reist. Zooveel bezoeken als hij brengt. Zooveel als hij ontvangt. En altijd koninklijk, glimlachend. Ongenaakbaar vriendelijk. Die zich niet compromitteeren zal. Zijn onvermoeide reizen. Hij heeft nu ongeveer met het geheele Land kennis gemaakt. De couranten krijgen een officieele mededeeling: elf steden, vier en twintig dorpen en koloniën, zonder onderscheid van ras en geloof. Alleen een bezoek aan het afgelegen Beër-Seba voor straks bewaard. Overal is de onvermoeide, werkzame hartelijk ontvangen. Overal vrede en rust. Hij heeft Galilea bezocht: Nazareth, Tiberias en de Joodsche koloniën rondom; den weg Tiberias - Semakh, waar de Joodsche chaloetziem werken; hij heeft des Vrijdags gegeten bij den Mufti en des Zaterdags gebeden in de Synagoge. De spoorweg Ludd - Jaffa, tot nu een lorrie-poppenspel, is op behoorlijke breedte gebracht. Onze onvermoeide landvoogd zelf drijft de eerste groote locomotief naar Jaffa. Er ligt een groot Engelsch oorlogsschip op de reede. Vele nette menschen van Jeruzalem krijgen een uitnoodiging van den admiraal tot een bezoek. De onvermoeide Sir Herbert reist weder naar Jaffa en geeft een aantal Transjordaansche sjeikhs een feest aan boord van dezen ‘Keizer van Indië’. Engelands macht. Haïfa is eene moeilijke stad. De Christelijke en de Mohammedaansche Arabieren liggen voortdurend overhoop met de Joden. Sir Herbert gaat er heen. Hij is natuurlijk vriendelijk voor allen, zonder onderscheid van ras en geloof, gelijk dat hier heet. Vrede en vriendschap moet er zijn. Akko is een makkelijke, aardige stad. Sir Herbert gaat er heen. Want het zou natuurlijk heel oneerlijk zijn, wanneer alleen de moeilijke en onaardige steden het onvermoeide bezoek kregen. En de bezoeken, die hij brengt, in de stad. Over het bezoek aan de Rabbijnen Sonnefeld en Horovics, die in de Amsterdamsche Zionshuizen waren, heb ik u geschreven. Hij heeft ook een uitvoerig bezoek gebracht aan het Schaaré-Zédèk-hospitaal, de Poorten der Gerechtigheid, ook eene administratie van de Amsterdamsche Pekiediem en Amarcaliem. Hij heeft vriendelijke en wijze woorden in het bezoekersboek geschreven. Dat het hospitaal zulk goed en noodig werk doet. En dat het recht heeft op aller geldelijken steun. En de bezoeken, die hij ontvangt! Want laat ik nu op eenen ochtend naar de Jaffapoort gaan om inkoopen te doen. En laat ik daar wie tegenkomen? Mijn vriend, de sjeikh Amin el Chawadja van Naälin. Is begonnen als eerlijk rooverhoofdman in het gebergte van Judea. Heeft zich thans uit de zaken teruggetrokken. Ridder van het Britsche Keizerrijk. Hij is vergezeld van zijnen broeder, die nog in zaken moet zijn. En van een fraaien, zwarten dienaar, die zeker zijn meester zou wezen, indien de schoonheid meer in aanzien stond. Wat doet dit waardige drietal in El-Kuds, dat gij Jeruzalem noemt? Amin el Chawadja is uitgenoodigd bij den Hoogen Heer van den Olijfberg te komen. Wie 't hoort, zal hem achten. Maar zou dit hooge bezoek ook in verband kunnen staan met het optreden van een rooversbende in de buurt van Bab el Waad, halfweg tusschen Jaffa en Jeruzalem? Is het waar, wat men zegt, dat de brave Amin, hetwelk de Getrouwe beteekent, zich toch nog niet heelemaal, heelemaal uit de oude zaken teruggetrokken heeft? De Hooge Heer van den Olijfberg zal 't weten. | |
II.Sir Herbert Samuel: de werkzame. Wat hij in zijne troonrede heeft beloofd, dat voert hij uit. Blijkbaar heeft hij niet meer beloofd dan hij houden kan. Gelijk met de Joodsche Constituante is geopend de eerste zitting van den Palestina-raad, die een adviseerend lichaam is. De leden zijn benoemd. Niet gekozen. Maar men hoopt, dat er een Palestinensisch zelfbestuur uit groeien zal. Joodsche leden zijn: Ben Zwi (links), Norman Bentwich, hoofd van justitie, R.A. Harari, hoofd van handel en nijverheid, K [sic=H]. M. Kalvarisky, David Yellin. Bekende Mohammedaan: Ismaël Bey El Husseini. En, bewonder de onpartijdigheid van den Hoogen Heer, die op den Olijfberg troont: lid is ook de bekende Christen anti-Zionist: Suleiman Bey Nassif. Sir Herbert heeft in de eerste zitting eene rede gehouden, die overzicht gaf van de laatste drie, vier maanden. Het land is rustig. Het militaire bestuur, dat gedaan heeft, wat het doen kon, is geëindigd. Dank. De publieke veiligheid is niet minder dan in andere landen, die in gelijken toestand verkeeren. Maar 't kan beter. De regering hoopt op aller steun. Over de Noordgrens wordt nog onderhandeld met Frankrijk. Transjordanië heeft de hulp gevraagd van het Britsche bestuur om te komen tot rust en regel. Een deel van Palestina wordt Transjordanië thans nog niet. Maar wel economisch en administratief verbonden. De Palestina-administratie is gereorganiseerd. Drie nieuwe departementen: Immigratie, Antikiteiten en Landzaken. Deze departementen zullen worden betaald uit eigen bijzondere inkomsten, niet uit de algemeene Palestina-belastingen. Landzaken bijvoorbeeld uit heffingen bij landoverdracht. In deze departementen werken dertien Engelsche ambtenaren. Daarentegen heeft men in de overige administratie er zeven en twintig weten uit te sparen. Van de lagere ambtenaren is zeven en negentig percent Palestinensisch. Van de middelbare een en negentig. Zij behoeven niet per se Engelsch te kennen. Maar de Engelsche hoofdambtenaren moeten Arabisch kennen. Het kadaster is geopend. Vertraagd door noodzakelijk overleg met de Londensche Regeering. Agrarische banken worden gevestigd. De spoorwegen zijn van de militaire administratie overgenomen en zullen worden verbeterd. Een uitvoerig straatwegenprogram zal worden uitgewerkt: Berseba - Bethlehem - Jeruzalem - Bethany - Jericho - Jaffa - Sechem - Nazareth -Haifa - Tiberias zullen door goede wegen worden verbonden. Gezondheid: de Regeering heeft vijftien hospitalen met bijna driehonderd bedden. Maar veel is ook te danken aan ‘the generous provision made by non-official bodies’. Voorzichtig: de Joodsche Hadassah wordt wel aangeduid. Niet genoemd. Een veeartsenijdienst zal worden ingericht. Het onderwijs zal in al zijne takken worden verzorgd. Ook hooger onderwijs. Te beginnen met juridisch. Het departement van antikiteiten moet opgravingen bevorderen en de oudheden des lands beschermen. Er is een Raad benoemd, waarin landelijke en internationale belangen vertegenwoordigd zijn. Het Palestina Exploration Fund is opgravingen bij Askalon begonnen. De uitbouw van steden zal systematisch worden bevorderd. De komst van pelgrims en reizigers zal worden bevorderd. Eene commissie daarvoor is benoemd: ‘Een aantal immigranten, meest Joden, komen nu in de havens aan. Ze vinden werk bij den aanleg van wegen en de ontginning van land, dat tot dusver ongebruikt lag. Hun aanwezigheid is dus geen nadeel voor de tegenwoordige bevolking. Maar integendeel een voordeel voor het geheele land. Het is een bewijs, dat de uitbouw van het Joodsch Nationaal Tehuis de niet-Joodsche bevolking zal bevoordeelen en niet benadeelen.’ De bebossching van het Land zal ook door de Regeering worden bevorderd. De invoerbelasting op bouwmaterialen is verlaagd van de gewone elf procent op alle invoer, tot drie procent. De amnestie heeft goed gewerkt. De censuur is afgeschaft. De harmonie onder de verschillende rassen en godsdiensten wordt grooter. | |
III.Na Sir Herberts rede hebben verschillende Engelsche hoofdambtenaren verschillende punten nader toegelicht. De voedselkwestie. Eenerzijds wil de regeering den landbouwers volle vrijheid laten. Anderzijds moet tegen een landelijk tekort worden gewaakt. De militaire autoriteiten zullen in 't land zoo min mogelijke groenten, graan en vleesch koopen. Een nadeel voor weinigen. Een voordeel voor velen. Vleesch is duur en invoer van vee uit Egypte en Soedan te kostbaar. Olijven beloven veel; de uitvoer van olie zal dus wel vrij blijven. Graan en groenten geven dit jaar een tekort van achtduizend ton. Tot na den winter is dus de uitvoer van graan verboden, nadeel voor het district Gaza. Dit brengt groote hoeveelheden gerst voort, die voordeeliger naar Engeland kunnen worden uitgevoerd, dan hier te lande verkocht. | |
IV.Het onderwijs. Vooral voor de Joden een belangrijk punt. In den Turkschen tijd hadden theoretisch alleen Mohammedanen, Christenen en Joden gelijk recht op gouvernements-onderwijs. Maar practisch waren alle gouvernementsscholen Mohammedaansch. De Christenen en vooral de Joden hadden een geheel eigen onderwijs-systeem. Zonder eenig regeerings-subsidie. Van de algemeene landsbelastingen profiteerden alleen de Mohammedaansche scholen. Men wil nu ook de andere scholen gaan subsidieeren. Als 't bepaald moet, kunnen we nog wel een beetje meer onderwijs gebruiken. Er zijn 123 regeeringsscholen, die per jaar vier en dertig duizend pond kosten. Bovendien nog 53 gesubsidieerde scholen, die ongeveer twintig duizend pond krijgen. Rekent men het aantal Mohammedanen in Palestina op 666.000. Kinderen in dien schoolleeftijd op een zesde daarvan, is 111.000. Dan blijkt dat daarvan ongeveer 95.000 geen enkel onderwijs genieten. Vaarwel! Herbert Samuel, de eerlijke werker, die niet meer belooft dan hij volbrengen kan. Maandag aanstaande openen wij onzen juridischen regeerings-cursus, die misschien uitgroeien zal tot eene juridische faculteit en eene universiteit. Een juridische school is noodig. In den Turkschen tijd was er een groote juridische school te Konstantinopel. Palestina had niets. Wij beginnen zeer eenvoudig. Strafrecht en strafprocesrecht, Turksch burgerlijk recht, inleiding in de rechtswetenschap en staatsrecht. Bovendien wordt elke week een juridische voordracht gehouden door een hooger Gouvernementsambtenaar. Men zegt, dat Sir Herbert zelf die reeks openen zal. De lessen worden gegeven van vijf tot acht ten einde de Regeeringsambtenaren in staat te stellen, te komen. De talenkwestie wordt als volgt opgelost: Strafrecht en Burgerlijk Recht worden dubbel gegeven in Hebreeuwsch en Arabisch. De andere lessen in het Engelsch. Bovendien wordt les gegeven in Hebreeuwsch, Arabisch en Engelsch, teneinde hen, die een onvoldoende kennis dezer talen hebben, in staat te stellen, zoo spoedig mogelijk juridische cursussen daarin te volgen. Natuurlijk is de toestand moeilijk. Hebreeuwsche leerboeken zijn er niet. Een juridische bibliotheek hebben wij niet. Het geheel kost de regeering nog geen duizend pond. De rest komt uit de lesgelden, die vijftien pond per jaar bedragen. Joodsche docenten zijn: Mr. G. Fromkin, raadsheer in het Gerechtshof, dr. Neufach, rechter in het Joodsche Vredesgerecht en mr. Jacob Israël de Haan. Voor de vaststelling van een Joodsch-juridische terminologie, actieve rechtskundige significa hebben de Joodsche docenten zich vereenigd met den Joodschen Taalraad. Het is hard het te zeggen, maar 't is zoo. Aan dezen juridischen cursus ziet men het best het verschil tusschen het werken van Sir Herbert en den bluf van onze Zionistische leiders. Men heeft de steenen gelegd van een Gebouw op den Olijfberg, dat een millioen pond moest kosten. Men heeft plannen gemaakt, blijkbaar zonder overleg met de Regeering, voor de duurste faculteiten: chemie, natuurkunde. Een juridische faculteit niet, ofschoon de Regeering die toch blijkbaar noodig acht. De Zionisten hebben honderdduizend pond uitgetrokken voor dit jaar voor de Universiteit. Wij zullen zien. Sir Herbert begint met nog geen duizend pond. En zegt eenvoudig: juridische cursus. Men zegt, dat onze leiders de Balfourdeclaratie ook door bluf hebben gekregen. Misschien heeft de Engelsche Regeering dat bemerkt en zal dit blijken uit de termen van het mandaat. O, de bluf en de wreede ontnuchtering daarna. Denkt eens aan de getallen van immigranten, die men u als mogelijk heeft voorgesteld. Nu is de immigratie nog maar heel eventjes begonnen en Weizmann telegrafeert den Argentijnschen Zionisten om geld, omdat een onvoorziene immigratie-strooming is begonnen. Onvoorzien? Een half jaar na San Remo en na vier maanden bewind van Sir Herbert Samuel. Wanneer had dr. Weizmann dan gedacht dat men beginnen zou? Een strooming? Welke kleine getallen, na wat men ons heeft voorgebluft! Voor onze Zionistische Beweging is noodig: eene zuivering, eene heiliging.
(Slot volgt) |