Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 168 Pekiediem en AmarcaliemGa naar margenoot+Amsterdam is Jeruzalem niet. Maar Amsterdam is wel eene stad, die te Jeruzalem in groot aanzien staat. Vroeger nog meer, toen de Zionisten hier minder werkten. Maar toch nog wel. Er zijn nog verscheidene vrome scholen, waar ge aan den ingang lezen kunt, dat ze onder leiding staan van Pekiediem en Amarcaliem te Amsterdam. Ook het Schaäré-Zédèk-hospitaal is min of meer onder administratie van de Pekiediem. En de woningen voor de armen en pelgrims op den Zionsberg, die wij vroeger de Duitsche Plaats noemden. Maar tegenwoordig zeggen wij héél voorzichtig: Bathé Machsé, dat is: Toevluchts-huizen. O, Amsterdam heeft hier nog altijd een goeden naam. Een heel mooie maneschijn [noemen] onze Jeruzalemsche vrienden een: ‘Amsterdammer lewone’. De administratie van Pekiediem had de reputatie: duidelijk en nauwkeurig: ‘Zoo klaar als een Amsterdammer Zettelchen’ zegt men hier. | |
II.Wat Pekiediem zijn weet iedereen. Het zijn ambtenaren. Die stam P.K.D. heeft in zijne verschillende vervoegingen tallooze beteekenissen. Wij leerden aan dien vreeselijken stam alle tijden, wijzen, personen, getallen en geslachten van de werkwoorden. Tegenwoordig gebruikt men, geloof ik, den stam K.T.L. Och, 't is lood om oud ijzer. Amarcaliem zijn ook Pekiediem. Een Arameesch woord, dat meermalen in de Vertaling van Onkelos voorkomt. Een mooie plaats Numeri III: 32. In de Mischna komt het woord eenmaal voor. En wel in Shekaliem V: 2, waar de heilige tempelambten worden genoemd. Bar Tenoerah verklaart 't woord: ‘Zij, die over alles te zeggen hebben’. Hij vergelijkt het Arabische Emir. De Pekiediem en Amarcaliem zijn de oudste organisatie in de diaspora ten gunste van de Joden in het Heilige Land. Ze werd in 1809 opgericht door drie notabele Amsterdammers: Goedeinde, Prins en Lehren. Hunne administratie is altijd keurig bijgehouden, en in het archief te Amsterdam moet zich wel veel merkwaardigs bevinden. Een mooi proefschrift. Hier hebben de Pekiediem voor 1908 geen eigen vertegenwoordiger gehad en ook geen eigen archief. Zij correspondeerden met de rabbijnen. Uit de nalatenschap van eenen vroegeren Chacham Baschi heeft de tegenwoordige vertegenwoordiger Rabbijn J.B. Horovicz een brief van Pekiediem gekocht, bijna tachtig jaar oud, waarin deze den rabbijnen gestrengelijk vermanen, beter tegen de zending onder de Joden op te treden. Oudtijds waren de Pekiediem hier een groote macht. Bij de Nederlandsche administratie voegden zich Duitschland, Zwitserland, Engeland, Frankrijk, Denemarken, Zweden en Noord-Amerika. Vroeger bestond het werk voor een niet onbelangrijk gedeelte in het bedeelen van behoeftige geloofsgenooten. In 1906 is het werk gereorganiseerd en legt men zich vooral toe op productieve ondersteuning. Een recht op uitkeering, alleen omdat men tot een bepaalde gemeente behoort, bestaat niet. Uitkeering krijgen alleen: wetgeleerden, weduwen, weezen en invaliden. Validen krijgen hoogstens een toeslag of worden met een geldleening geholpen. Kinderen moeten een vak leeren en worden daarbij gesteund. Gedurende den oorlog hebben de Pekiediem, die Hollandsch zijn, altijd kunnen helpen. De Zionistische organisatie niet gedurende den Turkschen tijd en de Hilfsverein niet gedurende den Engelschen tijd. Er is toen door de Pekiediem wel een half millioen gulden per jaar uitgegeven. Nu bedraagt het maandelijksche budget bijna duizend pond. Een groote som, die alleen met de grootste moeite wordt opgebracht. Voor den oorlog hadden Pekiediem een aantal scholen in en buiten Jeruzalem. Die in de koloniën zijn wegens geldgebrek aan den algemeenen Zionistischen Opvoedingsraad overgegaan. Ze zullen waarschijnlijk wel onder een orthodox toezicht komen, al blijven ze dan onder de Zionistische organisatie. De scholen in Jeruzalem zijn nog vrij. Een school voor Sefardische en een voor Jemenitische kinderen. Er zijn ruim vierhonderd kinderen. De leertaal is er Hebreeuwsch. Het maandelijksch budget is bijna vijfhonderd Pond. De onderwijzerssalarissen zijn minder dan van den Opvoedingsraad. Maar de onderwijzers blijven toch. Er is voor dit schoolwerk voortdurend meer geld noodig. De gebouwen moeten worden onderhouden en verbeterd. Anders komen er moeilijkheden met de regeering. En de salarissen moeten toch niet al te laag. Voorts voeren Pekiediem een vereeniging van Wetschrijvers, wier werk zij garandeeren. Er leven daar thans ongeveer honderd familiën van. De Pekiediem betalen tien tot twaalf pond per maand, ook in tijden, dat het werk niet loont. Ook hebben zij een werkplaats voor de bearbeiding van olijfhout tot souvenirs van Land en Stad. In het oude Jeruzalem woont geen enkele arts. Zij wonen allen in de buitenwijken. Armenartsen en wijkverpleegsters zijn er niet. Wel zijn er gratis poliklinieken aan de ziekenhuizen. Vroeger hadden de Pekiediem in de oude stad een dokter en een apotheek. Ook in Tiberias en Safed werd geneeskundige en hygiënische hulp verleend. Dit alles staat nu stil wegens geldgebrek. Ook de Amerikaansche Hadassa heeft geen geld voor thuisbezoekende armendokters en verpleegsters. | |
III.Een aparte administratie, maar nauw met Pekiediem samenwerkend, beheert de Zionshuizen, de zoogenaamde Duitsche Plaats. Ook de vertegenwoordiger van Pekiediem, de werkzame en bekwame Rabbijn Horovicz woont daar. Een van de stichters is R. Akiba Lehren. Er zijn ongeveer honderdtien armen-woningen op een prachtig gelegen terrein op den Zionsberg, vlak bij de berg Moria, met uitzicht over de Omarmoskee, het dorp van Silouân, tot den Olijfberg en de bergen van Moab. Er is nog open bouwterrein genoeg. En wie, bij den heerschenden woningnood een woning laat zetten, weet zeker, dat hij een weldaad doet. Vóór den oorlog kostte het bouwen van een huis, twee kamers en een keuken, driehonderd pond. Maar 't zal nu wel meer zijn. Over het Schaaré-Zédèk-hospitaal: de Poorten der Gerechtigheid, heb ik vroeger reeds geschreven. Maar er is nog meer Amsterdam te Jeruzalem. Het Amsterdammer Hofje. In 1837 werden Tiberias en Safed door eene aardbeving geslagen. De ruïnen zijn nog te zien. Een aantal wetgeleerden met de Heilige Wetsrollen vluchtten naar Jerusalem. De wetsrollen werden ondergebracht in een oude synagoge, die Pekiediem en Amarcaliem toebehoorde. Later werd het geheele hofje, waar de synagoge stond, aangekocht. De huizen worden zonder winst verhuurd. | |
IV.Nog een buitengewoon belangrijk werk wordt door de Pekiediem gesteund: het vervaardigen van een concordantie op de Mischna en de Talmud. Ieder, die Hebreeuwsch studeert, zal beseffen welk een gewichtig en omvangrijk werk dit is. Het is begonnen door R. Hajim Josua Kasovsky, die er met ongelooflijke vlijt en toewijding aan gewerkt heeft. Een gedeelte is reeds gedrukt en door de grootste oriëntalisten zeer geprezen. Prof. M. Braun heeft over dit groote werk geschreven in ‘Monatschrift für die Wissenschaft des Judentums’. Pogingen een Mischna-concordantie te maken zijn vroeger gedaan, maar niet gelukt. In groote armoede en ontbering heeft R. Hajim Josua gewerkt. Een huisje van twee kamertjes, waar zijn kinderen rondbolderen. Zijn brood verdienen als steenendrager. Een van de grootste geleerden van Jeruzalem. Een van de weinigen, die niet aan politiek doet. Die niet te koop is voor wat geld of wat eer. De Pekiediem-administratie zal dezen zeldzamen geleerde nu helpen. Hij krijgt een rustige werkkamer in de Zionshuizen. Misschien kunnen wij later komen tot een eigen drukkerij. Wij twijfelen er niet aan, of ook in Holland zal dit groote werk de verdiende belangstelling vinden. Men moet zich maar eens goed rekenschap geven, wat het zeggen wil: een concordantie op Mischna en Talmud. Rabbijn Horovicz heeft een comité gevormd, om den arbeid te steunen. Sir Herbert Samuel heeft in een buitengewoon vriendelijk en waardeerend schrijven het hem aangeboden eere-voorzitterschap aanvaard. Voorzitter van het plaatselijk comité is de Rabbijn Horovicz. Leden zijn de Rabbijn Ben Simon, vroeger opperrabbijn van Caïro, kolonel Norman Bentwich en twee secretarissen: Alter Levin, ook als Joodsch schrijver bekend. En ik zelf. Gij mist den Rabbijn Kuk? Neen: een zoo ijdel en bedrijvend man kunnen wij niet gebruiken bij dit werk, dat wij zoo rustig en wetenschappelijk willen houden als maar mogelijk is. Het is wel jammer, dat wij niet kunnen samenwerken met den Taalraad, maar R. Chajim Josua kan niet samenwerken met nationaal-Joden als Ben Jehoedah. In verschillende buitenlanden worden comité's voorbereid om het mooie, machtige werk verder te steunen. Velen hebben reeds medewerking toegezegd. Voor Nederland de opperrabbijn A.S. Onderwijzer. Een betere plaats voor het werk kan men zich niet denken: de berg van Zion bij de berg van Moria, met uitzicht op Silouân, de Olijfberg en de bergen van Moab. Neen: Amsterdam is Jeruzalem niet. Maar vanouds heeft Amsterdam veel voor Jeruzalem gedaan. Het heeft er eenen goeden naam. Een Amsterdammer lewone. En: zoo klaar als een Amsterdamsch Zettelchen. Moge dat zoo blijven. |