Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 163 In afwachtingGa naar margenoot+Wijzelf. De Engelschen. De Arabieren. Wij wachten. De stemming is hier maar matig. De handel gedrukt in het geheele Oosten en in het geheele Land. De immigratie nog maar matig begonnen. De immigranten arm en jong, met weinig behoeften. Geen toeristen nog dit voorjaar. En in 't najaar? Over Egypte misschien. Maar de duizenden, tienduizenden Russische pelgrims ontbreken. Een matte stemming. En de Groote Vergadering in Londen. De Doar Hajom brengt groote telegrammen, vier vijfduizend woorden. De stenografische verslagen van de eerste zittingen komen binnen. Asser Saphir, de hoofdredacteur van Doar Hajom, heeft een rol gespeeld onder de jonge afgevaardigden. Hij is een leider van de Sefardiem, tegen de Zionistische Commissie en tegen alleen-heerschappij van ons beider Oost-Europeesche broeders, in al hun diverse nationale en internationale schakeeringen. Heel veel belang stelt de massa in de Londensche Vergadering niet. 't Is precies gegaan, zooals een landelijk congres hier ook altijd gaat. In het begin kwisten met den tijd, complimenteuse verhalen over en weer. En ten slotte de meest-belangrijke zaken afgejaagd. De Doar Hajom is vol bittere klachten. Natuurlijk heeft zoo een groote propaganda-vergadering met Balfour als spreker wel invloed. Ook op de Arabieren hier, die zien, dat het Engeland nu werkelijk wel ernst is. Overigens wachten wij de details nog af. Het onderwijs. Alles is hier veel gecompliceerder dan in Holland. De Mizrachisten hebben hun eigen eischen. En de socialisten eveneens, vooral wat betreft onderwijs aan volwassenen en verder cultuurwerk onder de arbeiders. De leus is ook hier: autonomie met subsidies. Eén kwestie beweegt hier de gemoederen wel: Landnationalisatie. Onze uiterste elementen willen de Joodsche kolonisten zelfs onteigenen. Wat natuurlijk groote beroering zou maken, en zeer waarschijnlijk door de Engelsche regeering niet zou worden toegestaan. 't Is ook de moeite niet. Rischon le Zion heeft ruim 6500 beplante Dunam. Rosch Pinah in 't geheel ruim 40,000 beplant en onbeplant. Zichron Jacob in 't geheel 30,000. Chedera 17,000. Petach Tikvah beplant 12,000. Rechoboth 10,000. Er gaan nog steeds elf Dunam in een H.A. Trouwens: hoe stelt men zich dat voor: landnationalisatie wel voor de Joden, maar niet voor de Arabieren? Er is hier een groote haat tusschen de Joodsche landbouwende immigranten en de kolonisten. Natuurlijk, dat onze broeders van de verschillende internationalen er niet mee zullen ophouden. Zooals zij de orthodoxie verbitterd hebben met hun vrouwenkiesrecht. Ze zullen ons ook moeilijkheden maken met de Engelschen. Wij zijn verbaasd, dat de Amerikaansche gedelegeerden blanco hebben gestemd, ofschoon landnationalisatie toch een van hun programpunten was. En de Zionistische commissie. Herinnert men zich nog, dat ik daarover uit den treure heb geklaagd? Natuurlijk heeft men toen mijn objectiviteit verdacht gemaakt. Een buitenlandsch schrijver schreef: ‘De arbeid van de Z.C. is een van de schoonste bladzijden in onze geschiedenis’. Welnu: de dagen hebben gesproken. Ussiskin. Verleden jaar verwachtte men alles van ‘den ijzeren man’. En nu? Weismann sprak over ‘het faillissement van de leiding in Palestina’. Nu roept men om Brandeis als lid van het Driemanschap met Weismann en Sokoloff. Brandeis, een man op jaren al, kan hier absoluut niets doen. Hij kent noch taal, noch land, noch volk. Zijn komst zou nog meer teleurstellen dan van Ussiskin. Maar ik denk, dat hij wel niet komen zal. En de constituante? Men zegt, dat Samuel de bijeenkomst niet zal toestaan. Onze leiders zullen zich daarover wel op groote schaal verheugen. Een constituante met als sterkste elementen de socialisten en de Sefardiem, waaronder ook nog vele socialisten zijn. Te avond of morgen besluiten ze even tot landnationalisatie. | |
II.De Engelschen. Gij hebt natuurlijk allen de Jewish Chronicle gelezen van 2 Juli met het debat in het Hoogerhuis over de Engelsche politiek in Palestina. Lord Curzon. Volgens dr. Weismann een van onze toegewijde vrienden. Wij wisten dat niet. Wat laat lord Curzon heel van ons Joodsch Nationaal Tehuis? Natuurlijk wel Joodsche regeeringsambtenaren. Maar geen regeeringsmacht van eenige Joodsche organisatie. De regeeringsgronden kunnen wij koopen in de open markt. Geen Engelsche leening. Scherp toezicht op immigranten. De voorspelling, dat sir Herbert Samuel na zes maanden bij de Joden nog veel impopulairder zal zijn, dan bij de Arabieren. Ik geloof niet, dat het zoo erg worden zal. Al geloof ik ook niet geheel in het officieele optimisme van onze leiders hier: het eerste jaar vijftigduizend immigranten en elk jaar meer tot honderdduizend. Binnen vijf en twintig jaar zal Palestina dan zoo Joodsch zijn, als Polen Poolsch is. De Engelsche regeering trekt zich dan terug en laat alles over aan de Palestinensers, Joden en Arabieren, die zich dan verbroederd hebben. Wie 't ziet, zal 't gelooven. De Hebreeuwsche Vredes-gerechten, waarover ik u vroeger uitvoerig schreef. Van de week werd ineens verteld, dat sir Herbert Samuel ze verbieden zou. Ongelooflijk. Waarom zouden wij niet het recht hebben onze kwesties, behoudens vragen van openbare orde en goede zeden, te brengen voor scheidslieden. Waarom niet voor vaste scheidslieden? Dat is in de meeste landen mogelijk.Toch worden de Vredesgerichten ineens druk besproken. Twee meeningen. De Zionistische Commissie was er voor. Haar juridische ambtenaar Daniël Oster is er de reorganisator en leider van. Ze versterken de Joodsche autonomie. Echter: daar bij de Regeeringsrechtbanken zoo goed als geene Joodsche zaken aangebracht worden, is het voor de Regeering moeilijk veel Joodsche rechters te benoemen en het Hebreeuwsch als officieele rechtstaal te erkennen. De tweede meening is nu, dat op die wijze de Vredesgerechten ons meer kwaad dan goed doen. Bovendien bevalt de volkomen vrije leekenrechtspraak van de Vredesgerechten niet. Men wil komen tot een aangepast oud-Joodsch recht. En terug naar beroepsrechters. Voorts: op het oogenblik geldt hier nog Turksch recht. Maar er zullen wel nieuwe wetboeken komen. Naar het Engelsch? Naar het Fransch? Joodsch? Op het laatste is natuurlijk weinig kans, wanneer de Joden zich toch niet aan de wetboeken houden, maar, behoudens quaesties van openbare orde en goede zeden, aan: ‘het recht der werkelijkheid’, gelijk dat door onze ongeleerde leeken wordt verstaan. Tegenover de Vredesgerichten is nu ineens de leus: ‘Eén recht voor allen, Jood en niet-Jood’. | |
III.De Arabieren. Natuurlijk is Emir Feisul hier de besprokene geweest. In Palestina zelf is het rustig. De Arabische aanvallen op de nederzettingen in het Jordaandal hebben opgehouden. Maar sinds een dag of tien is de verhouding tusschen Frankrijk en den Emir zeer verscherpt. Engeland heeft Frankrijk blijkbaar volkomen de vrije hand gelaten. Het geheele conflict is wel héél leerzaam voor ons, onnoozelen, die dachten, dat een ‘mandaat’ iets anders is dan eene ‘verovering’. En wij mijmeren het woord ‘zelfbeschikkingsrecht’. Het is begonnen met de arrestatie door de Franschen van acht aanzienlijke Libaneezen, die liever Feisul hadden dan Frankrijk. Ze hadden van Feisul twee en veertig duizend pond gekregen om naar Europa te gaan. En daar te ageeren tegen het Fransche mandaat. Maar ze zijn opgepakt en zullen nu in volle onvrijheid de gelegenheid vinden gedurende een aantal jaren te mijmeren over: mandaat, zelfbeschikkingsrecht, enz. Toen een ultimatum van Generaal Gouraud aan Emir Feisul. Groote beweging in Damascus. De nationale drijvers hoopten nog op fantastische hulp van Mustapha Kemal Pascha en van de Bolsjewieken. Maar geen hulp. Feisul moest alle voorwaarden aannemen. Machteloos. En de gevolgen? Het zal nu wel uit zijn met de aanvallen uit het Transjordaansche en Palestina. Ofschoon dit niet zeker is. Er zal wel koren komen nu uit het Transjordaansche naar Palestina. Nu Feisul het Syrisch-Fransche papiergeld moet erkennen, zal de handel van Beyrouth, die eenvoudig doodlag, kunnen herleven. Economisch zijn Palestina en Syrië nu gescheiden. En Palestina zal zich economisch wel meer wenden tot Egypte, waarmede het eenheid van muntstelsel heeft. Wij denken, dat de Joden in Damascus wel zullen ademhalen. De Arabische organisatie, ‘Het oog, dat ziet’, had den Chacham Baschi van Damascus eenen brief geschreven vol bedreigingen aan de Zionisten. Verschillende anti-Fransche Arabische agitators hebben de stad moeten verlaten. De Palestinensers onder hen zijn naar huis teruggekeerd. En Aref el Aref, de Arabische Jabotinsky? Die heeft hier een vonnis van vijf jaar te zijnen laste. En zal dus wel weer verder optrekken. De val van Feisul heeft hier wel indruk gemaakt. Maar de jonge nationalisten hopen toch altijd nog. Mustapha Kemal, de Bolsjewiki, Egypte, Indië, wie weet. De Arabische nationale beweging is pas in het begin. Wij moeten er niet om lachen. Wij moeten zorgen, dat in vijf-en-twintig jaar onze nationale nederzetting in Palestina zóó krachtig is, dat zij een Arabischen vloed kan weerstaan. Men zegt, dat de grenzen van Palestina spoedig geregeld zullen worden. Nu Engeland Frankrijk de vrije hand in Syrië heeft gelaten, zal Frankrijk ons misschien goede grenzen geven: de Litani en de Hedjazbaan. Herbert Samuel naar Egypte. Lord Allenby. Waarom? De Damascus-quaestie? De grenzen? De economische betrekkingen tusschen Egypte en Palestina. Of herziening van het proces-Jabotinsky. Minister Churchill heeft in het Lagerhuis gezegd, dat Sir Herbert en Lord Allenby daarover zouden beraadslagen. Sir Herbert heeft Jabotinsky onlangs ontvangen, evenals de twee Arabieren, die in de Paaschdagen wegens opruiing veroordeeld werden, maar nu ook vrij zijn gelaten. | |
IV.En de duurte. Wij zien hier reizigers van alle landen, en allen zijn het er over eens, dat geen land op 't oogenblik zoo duur is als Palestina. Vijftien tot twintig pond per maand is hier een doodgewone prijs voor een enkele doodgewone kamer met doodgewoon pension. Woningen zijn hier onvindbaar. En dat zal nog wel erger worden, wanneer een gedeelte van de Londensche Zionistische administratie naar hier wordt overgebracht. Meubelen, kleederen: het is alles slecht, lelijk en duur. Het uitschot, dat in Europa en in Egypte niet meer te verkoopen is, wordt hier heen gezonden. Laat vooral niemand hier komen, die geen vaste verdiensten heeft. Leeraren en onderwijzers moeten natuurlijk goed Hebreeuwsch spreken. De Engelsche civiele administratie is nog maar héél klein, heeft geldgebrek en vraagt kennis ook van het Arabisch. De Zionistische Commissie heeft ambtenaren te veel. Aan intellectueelen is hier geen behoefte. Wel aan flinke, geschoolde landbouwers, handwerkslieden enz. Wie de schoen past trekke deze waarschuwing aan. |