Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 162 De kewoetsothGa naar margenoot+Heel eenvoudig: ‘kewoetsah’ beteekent ‘groep’. En ‘kewoetsoth’ is daar het meervoud van. Groepen. Men bedoelt: coöperatieve samenwerking tusschen de arbeiders. Socialisatie. Dat is de intuïtieve waarde van het simpele woord ‘kewoetsoth’. Zal de Joodsche gemeenschap in Palestina gesocialiseerd worden? Hoe zal dat zijn met de Arabieren, die daaraan nog niet denken? De Groote Vergadering te Londen. Wij zijn hier zeer onder den indruk van onze onmacht tot het nemen van machtige besluiten. Er is gebabbeld tot het uiterste. Wij vreezen, dat onder den druk van de Amerikaansche delegatie op een holletje het geheele socialistische Pittsburgsche program zal worden aangenomen. Onze Oost-Europeesche broeders van de eerste, tweede en derde internationale zullen zich erover verheugen. De Sefardiem minder. En ons soort van menschen zal het maar kalm afwachten. De Engelsche arbeiderspartij is pro-Zionistisch, omdat zij gelooven, dat de Joodsche gemeenschap in Palestina inderdaad tot socialisatie komen zal. | |
II.De Kewoetsoth. Een deel van de coöperatieve gedachte. Productie, consumptie en crediet. De Kewoetsoth zijn voor een deel productie-coöperaties. Systeem van Franz Oppenheimer en Frederik van Eeden. Coöperatieve rijkshoeven. Voor den aankoop van hunne benoodigdheden vereenigen zich de kewoetsoth weder tot grootere groepen. Consumptie-coöperatie. Tot een crediet-coöperatie hoopt men te komen. Er zijn op het oogenblik een goede veertig kewoetsoth met een zeven, achthonderd man. Maar 't aantal neemt dagelijks toe, doordat de immigratie van Chaloetsiem-Pionieren uit Oosteuropa feitelijk begonnen is. De weg over Triëst is min of meer open. Het gaat nog wel met moeite, maar 't gelukt toch reeds een pas te krijgen te Weenen of te Alexandrië. De groote immigratie is nog niet geopend. Sir Herbert Samuel heeft beloofd, dat de voorwaarden daarvoor spoedig zullen worden gepubliceerd. De kewoetsoth houden zich bezig met landbouw, bebossching, kweekerij en verkoop van boomen, drooglegging van moerassen. De vestigingen zijn blijvend of tijdelijk. Blijvend zijn Kinereth, Degania, Merchawja, Ajeleth Haschachar in het Jordaandal. Hulda en Ben-Shemen in de buurt van Ludd. Tijdelijk zijn de kewoetsoth, die zich bezig houden met het droogmaken van moerassen, het zuiveren van het veld van steenen, het bouwen van terrassen, en ook de kweekerijen. Zijn de moerassen droog, de velden zuiver, de terrassen gebouwd, de omstreken van de kweekerij voorzien van boomen; dan gaat de kewoetsah weg. Voor de tijdelijke kewoetsoth is de woningquaestie de moeilijkste. Men woont in tenten en barakken. Maar dat gaat niet op den duur. De vaste kewoetsoth houden zich bezig met veeteelt en landbouw. Hun producten verkoopen ze aan een groote consumptie-coöperatie. Er bestaat een bittere boosheid tusschen de Joodsche boeren en de arbeiders der kewoetsoth. De arbeiders verwijten den boeren, dat de mooie Joodsche koloniën zijn gebouwd met Arabischen uitbuitings-arbeid. De boeren verwijten den arbeiders der kewoetsoth, dat zij lui zijn en te weinig werken, dat zij de tering niet naar de nering zetten, groote deficitten maken, die dan door een of andere Zionistische organisatie moeten worden bijgepast: ‘Voorzitter van de Deficitten’ noemen zij Ettinger smalend. Oessiskin heeft gezegd, dat hij de kewoetsoth niet zoo goed heeft gevonden, als hij wel had gedacht. Maar hij schijnt later weer tot gunstiger gedachten te zijn gekomen. En op de Groote Vergadering te Londen zullen groote bedragen voor de kewoetsoth worden gevraagd. Het is niet gemakkelijk tot een juist en billijk oordeel over de kewoetsoth te komen. Men moet hier zeer voorzichtig zijn en voortdurend controleeren en verifieeren. Een arbeider in de kewoetsoth moet een pond of acht of tien per maand kunnen verdienen. Dat is meer dan dubbel zooveel als een Arabische arbeider per dag verdient. De kewoetsoth betaalt zijn leden ook de dagen, dat er geen werk is: regen en winter. De boer betaalt den Arabischen arbeider twee of twee en een halve shilling per dag, alleen wanneer hij werkelijk werkt. De leden van de kewoetsoth zijn meest Oosteuropeesche jongelui van gymnasium, leerscholen en universiteiten. Wij kunnen hen toch niet nederhalen tot het peil van een fellach. Het is een algemeen volksbelang ons hoog te houden. Bovendien hebben de kewoetsoth nog een belangrijke taak. Ze nemen de nieuw-aangekomenen op en onderrichten ze. Ze zijn als het ware opleidingsscholen voor een Joodschen boerenstand. | |
III.De tijdelijke kewoetsoth kunnen niet zoo direct een deficit maken. De meesten werken voor de Zionistische Commissie. Ze nemen tegen vast geld een zeker werk aan. Een moeras droogmaken. Een land van steenen zuiveren. Terrassen bouwen. Een aantal boomstekjes opkweeken enz. Van de aanneemsom moeten zij rondkomen. Natuurlijk kosten ook die tijdelijke kewoetsoth de gemeenschap geld. De aanneemsom is veel hooger dan wanneer hetzelfde werk door Arabieren werd gedaan. En als er een tekort is? Ach, dan wordt het toch wel weder bijgepast. Toch geloof ik, dat het systeem der kewoetsoth in wezen niet slecht is. De jonge immigranten, ook al hebben ze in de ballingschap wat landbouw geleerd, kunnen maar niet dadelijk als zelfstandige boeren beginnen in een geheel vreemd land. Als knechten werken bij Joodsche boeren is hun iets vreeselijks. In de kewoetsoth vinden zij hun kameraden, met wie ze het in godsdienstige en maatschappelijke inzichten meestal eens zijn. Ze worden daar goed opgenomen. En velen verlangen, althans voorloopig, niet anders. Noch heer. Noch meester. De vaste kewoetsoth hebben dit jaar gekost zestien duizend pond. De tijdelijke zeven en twintig duizend. Dit zijn natuurlijk getallen van niets, wanneer men bedenkt, dat er in 't begin van 't jaar in alle kewoetsoth te zamen nog geen zevenhonderd man waren. En wij het naaste jaar een dertig duizend immigranten verwachten. | |
IV.Zullen de kewoetsoth het eenige systeem der toekomst blijven? Dat zeker niet. En de socialistische werklieden zelven willen dat niet. Eenvoudig omdat niet alle menschen hetzelfde zijn. Er zijn er, die zich in een kewoetsah volkomen thuis gevoelen en met volkomen toewijding daar met alle macht werken. Ze voelen er zich veilig met den steun van de geheele groep. Ze voelen zich door niemand uitgebuit en ze buiten ook niemand uit. Velen dezer verlaten zelfs na hun huwelijk de kewoetsah niet. Daarentegen is de kewoetsah niet de geschikte levensvorm voor de individualisten, degenen, die willen wagen en willen winnen. Ook niet voor de gehuwden met groote gezinnen. Trouwens, de kewoetsoth, vaak ver van de steden gelegen, in een land zonder goede verbindingen, leveren vele moeilijkheden op. Onderwijs, geneeskundige verzorging, bibliotheken, voordrachten enz. Een bezwaar, dat ook de kleine koloniën hebben. Men wil nu de koloniën niet kleiner maken dan honderd landbouwende families. Daarbij komen dan nog handwerkslieden, onderwijzers enz. De koloniën niet te ver van elkander af en door goede wegen verbonden. In de koloniën dan de kewoetsoth. | |
V.Een bezoek aan de kewoetsah Talpioth, vlak bij Jeruzalem, bij den Tuin van Katamon. Een kleine groep. Acht personen. Vijf mannen, drie vrouwen. Een gehuwd paar. Zes werken reeds sinds jaren in verschillende kewoetsoth. Twee zijn gedemobiliseerde soldaten. Allen zijn volkomen met dit leven tevreden, ook de gehuwden. Ze bewerken dertig dunam, dat is bijna drie hectare. Ze kweeken hier voor de Zionistische Commissie 250.000 boomen. Krijgen daarvoor tweeduizend pond. Maar ze moeten daarvan alles betalen: landhuur, gereedschappen enz. Zoodat er per maand ongeveer tien pond per persoon overblijft voor voeding, kleeding enz., wat in deze tijden maar net genoeg is. Concurrentie van Arabieren vreezen zij niet. De Joodsche methoden van boomkweekerij zijn zooveel beter. En zullen nog beter worden, wanneer er eerst maar meer landbouwscholen zijn. Deze groep zijn allen leden van Achdoeth Ha-awodah = ‘Eenheid van Arbeid’ ontstaan uit de Poalei-Zion en de Vereeniging van Landarbeiders. Een hunner is reeds negen jaar in verschillende kewoetsoth. Hij is volkomen met het stelsel tevreden. De fouten kunnen verbeterd worden. De groote voordeelen zijn: geen uitbuiting en uitsluiting van Arabische werkkrachten. De Achdoeth Ha-awodah heeft een Waäd Tarboeti-Cultuurraad, die de verschillende kewoetsoth van lectuur voorziet. Avondlessen, voordrachten enz. organiseert. Ze werken hier tien uur per dag. Als het moet meer. En alles Hebreeuwsch. Achdoeth Ha-awodah is meer internationaal dan Hapoël Hasaïer, maar minder dan de Poalei-Zion in het buitenland zijn. Hier zijn ze tegen het Jiddisch. Vlak ertegen. | |
VI.Het is uiterst moeilijk ten aanzien van de kewoetsoth eenvoudig ‘voor’ of ‘tegen’ te zeggen. De leden zijn voor een groot gedeelte nationale of internationale socialisten. Ze zijn ver van alles, wat de oude Joodsche godsdienst is. Maar ze hebben een groote liefde voor hun Land, hun Volk en hun arbeid. Prachtige, frissche, open menschen. Niets van het schele, het gniepige, het knijpende, dat de kleine kooplieden hebben in hun hokjes aan de Jaffastraat. Orthodoxe kewoetsoth zijn er niet. De heer Ettinger heeft mij verzekerd, dat hij ze helpen zou, zoo goed als de anderen. Ook hier doet de Mizrachie niets. Welk een smart. Waar zijn de doorgangshuizen van Mizrachie? Waar de werkgroepen? De vereeniging ‘De jonge Palestinensers’, onderafdeeling van de Mizrachie is dood, morsdood. De geheele immigratie van jongeren is in handen van de beide socialistische partijen. Een paar honderd toegewijde Mizrachisten zouden veel kunnen redden. Niet betaalde propagandisten, en niet menschen, die hier een paar maanden gewichtig komen doen. Maar eenvoudigen, kloeken, toegewijden, die leven van het werk hunner handen. En al hun vrijen tijd geven aan onze mooie, heilige zaak. |