Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 132 Langs alle wegenGa naar margenoot+Een van de lezers vraagt: ‘En hoe gaat het nu met uwen polyglotten Armeenschen kapper?’ Wel, ik heb hem de vraag gisteren zelf overgebracht. ‘Mijnheer’, zeide hij: ‘het gaat mij slecht. Het is tijd, dat de Bolsjewiki hier komen. De bolsjewiki zorgen goed voor de arme menschen. Mijnheer, ik ben een arm mensch’. Het is waar, de huur van zijn huisje is pas weer opgeslagen. Hij kapt in een van de vele winkelnisjes in de Jaffastraat, onder het Raadhuis. Natuurlijk woont hij daar niet. En 't is winter. Nu moet hij zijn kappersnisje afsluiten met deuren met glas. En wat kost dat niet allemaal! En zooveel concurrenten. Zelfs een concurrent met een luxe olielamp. Hoe kan hij daar tegenop? Hij zwijgt. Hij zucht diep. En hij zegt: ‘Il ya beaucoup de l'eau’. ‘Ja’, zeg ik troostend, ‘maar 't is nu toch lekker droog.’ Hij kijkt mij medelijdend aan. Ik versta Fransch slecht. Hij heeft het niet over het weer. Hij bedoelt dat hij verkouden is. Vroeger gebruikte hij hoogstens één zakdoek per week. Nu vaak vier of vijf. Wie zal 't betalen? ‘Mijnheer’, zegt mijn polyglotte kapper, ‘zóó gaat het niet. Weet u, wat ik doe? Ik geloof, dat ik met Mucharam de huur van mijn zaak laat afloopen. En dat ik onderwijzer wordt in de Fransche taal’. En zoo begin ik te vreezen, dat ik minder polyglot zal worden gekapt. Gelukkig is het nog geen Mucharam. In het Hollandsch: ‘mijnheer Joseph’. Gisteren hebben wij hem heerlijk opgegeten. Hij was juist zooals hij zijn moest. Een mooi, gaaf, donkergeel velletje. Zacht, vol vleesch. En geurig. Er ging zoo waarlijk een hoera'tje op in het halletje, toen hij op tafel kwam. Zijn lot dadelijk beslist. Gestroopt. In stukjes. Lekker. En het sap is zoo heerlijk. Het sap. Ja, zeker. Gij hebt ons toch niet voor kannibalen aangezien! Neen. Joessoef Effendi is de Arabische naam van mandarijntjes. Waar de naam vandaan komt, vermeldt de wereldgeschiedenis niet. Sinaasappels heten hier ‘bortugaal’ of ‘boerdaan’. Maar de mandarijn heet Joessoef Effendi. Beste sinaasappelen komen van Jericho. Maar de beste mandarijnen komen uit de koloniën van Judea. De vruchtenkoloniën. Het is hier nu de volle mandarijnen- en sinaasappelentijd. Er zijn nu geen andere frissche vruchten. Wel amandelen, die voortreffelijk komen uit Rischon-le-Zion. En gedroogde vijgen. Dadels uit Soedan. Die zijn ook heel lekker. Maar het lekkerste van hen allemaal, dat is de zware, roodgouden mandarijn. Dat is onze getrouwe vriend, Joessoef Effendi uit Rechoboth. |
|