Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendI.Een rustige, oude heer. Maar nog niet verouderd. Man van vrede en van invloed. Toch niet ongevaarlijk, omdat hij met al zijn vredelievendheid, misschien al te gemakkelijk tot schikkingen komt. Anderzijds: geen uitersten. Dat is goed in dit land en in dezen tijd, waarin ieder uiterste gevaarlijk kan worden. Misschien zelfs uiterste verdraagzaamheid. Dat is David Jellin. Hij is lange tijd te Londen geweest als hoofd van de Palestina-delegatie. Met Berlin, Eisenberg, Dizengof en Wilkansky. Na zijn terugkomst heeft hij een Hebreeuwsche rede gehouden over zijn leven en werken te Londen. Men zegt, dat hij het mooiste Hebreeuwsch spreekt van de geheele stad. Zeker spreekt hij het zoo rustig, gemakkelijk, innig als men alleen maar zijns harten taal spreken kan. Daardoor is zijn invloed zeer groot in alle vergaderingen, waar Hebreeuwsch gesproken wordt. Men wordt bekoord door die bloeiende, rankende taal. De weifelaars worden gewonnen. De tegenstanders hebben zwaren strijd. Een bekwaam lid van den Hebreeuwschen taalraad, die bewust werkt aan den opbouw van de Hebreeuwsche taal: actieve Hebreeuwsche significa. Spreekt en schrijft ook zeer goed Arabisch. De Burgemeester van Jeruzalem heet Moussa Kiazim Pasja El Husseiny. Velen hopen, dat dit zal worden veranderd in David Jellin. En ik heb belet gevraagd. En hij ontvangt mij gaarne. Vijf en vijftig jaar. Hier geboren. Zijn vader hier geboren. Zijn grootvader tachtig jaar geleden uit Odessa in het Land gekomen. Zijn opleiding? Leerling van de leerschool Ets-Haïm. En veel zelfstudie. Op achttien jaar leerling van de Allianceschool. Tegelijk aan dezelfde school onderwijzer voor Hebreeuwsch en Arabisch. Later onderwijzer aan de Joodsch-Oostenrijksche Lemelschool en tot den taalstrijd aan scholen van de Hilfsverein. Thans Directeur van de Kweekschool voor Onderwijzers. Ik vraag naar de eischen der Palestina-Joden, ook te vinden in de Joodsche Wachter van 9 Mei. Ja, dat zijn maximaaleischen binnen het Zionistische kader: vrije immigratie, bezit van alle domeingronden, recht op spoorweg-concessies, mijn-ontginningen enz. Dat gaat aardig in de richting van: ‘een Joodsche Staat en een Arabische nationaal-religieuze gemeenschap.’ Ja, maar dit zijn maximum-eischen. Ieder volk heeft maximum-eischen gesteld. De Arabische kwestie? De Fellachen hebben zich tot voor korten tijd zeer weinig met de politiek bemoeid. Vooral de Christelijke Arabieren zijn tegen de Joden. Anderzijds, belangrijke Arabische immigratie is in historische tijden in Palestina niet geweest, ofschoon groote gedeelten onbewoond en bebouwbaar zijn. Ook het aantal Europeesche Christenen, dat zich hier blijvend vestigt en het land exploiteert, is klein. Voor de Joden is er ruimte genoeg. Ons doel moet zijn den Arabieren te doen begrijpen, dat de ontwikkeling van het land door de Joden ook hun ten goede komt. Een pijnlijke vraag: wat denkt Jellin over de Zionistische Commissie? Wat hebben ze eigenlijk gedaan? Reliefwerk. Neen, zeg ik, dat is geen Zionistisch opbouwend werk. Het is ook niet met Zionistische geld gebeurd. Maar met algemeen-Joodsch-Amerikaansch. Veel beter geweest, wanneer het politieke Zionisme zich buiten de liefdadigheid had gehouden. En opvoeding en onderwijs. Goed. Dat is heel goed. Maar voor de toekomst? Jellin zegt niet veel. Een pijnlijke vraag. Ik houd de Zionistische Commissie voor een groote mislukking. De oorspronkelijke gedachte is geweest, een college naar Palestina te zenden, dat door de Engelsche Regeering behandeld zou worden als de vertegenwoordigers van de toekomstige heeren des Lands, en dat daardoor de Arabieren min of meer impressioneeren zou. Daarvan is geen sprake. Later was meer gedachte: een studiegenootschap, dat den toestand ter plaatse bestudeeren zou. Neen, men had samen met de Palestina-Joden moeten arbeiden aan de voorbereiding voor den opbouw van het Land. Maar in de Zionistische Commissie zitten geen genooten uit het Land zelf. Weer de ambtenaren. De fooien. De voogdij. In het stelsel van de Zionistische wereld-organisatie is geen plaats voor de Zionistische Commissie. Evenmin in de organisatie der Palestina-bevolking. Er had van de Commissie een goede invloed kunnen uitgaan, eene bezieling van de bevolking des Lands. Maar zij houden zich héél ver en héél groot met een omslachtige, dure bureaucratie en een onzegbare wanorde in de administratie. | |
II.Er is geen geestelijke spanning hier. En geen geestelijk leven. Wie werk heeft, werkt. En wie geen werk heeft, is werkeloos. Een beetje handel. Maar geen mooie, open handel. De koopman heeft evengoed een mooie maatschappelijke taak als de geleerde en de dichter. Dat hij winst maakt, is geen schande. Maar de kruimeltjes-kooplui. Niet open. Niet mooi. Niet eerlijk. Geen spanning. Geen leven. Het vrouwenkiesrecht. Het verzet tegen het vrouwenkiesrecht. De geheele orthodoxie, Mizrachie en de niet-Zionistische, heeft verklaard zich te zullen onthouden van de verkiezingen, wanneer het vrouwenkiesrecht gehandhaafd bleef. Toen zijn de verkiezingen afgelast. Een overwinning voor de orthodoxie. Maar een puur negatieve, die de geestelijke krachten van de overwinnaars niet vergroot. De leiders van de orthodoxie moeten komen met een machtig, geestelijk programma: onderwijs, recht, handel en wandel. En zij moeten hun volgers bezielen met den heiligen wil het programma tot daad te maken. De orthodox-Joodsche Staat moest nu reeds bestaan in de zielen van de Leiders, gelijk het gedicht bestaat in de ziel van den dichter, vóór hij het heeft uitgeschreven. Niets daarvan. Een negatief verzet tegen het vrouwenkiesrecht. Ik heb u getelegrafeerd, dat het Voorlopig Bewind (Waäd Hazemani) de verkiezingen had vastgesteld op 10 Juli. Maar de meerderheid van de bevolking, de groote meerderheid wilde niet meedoen wegens het vrouwenkiesrecht. Wanneer het Voorlopig Bewind nu werkelijk een rechtvaardig, democratisch bewind was geweest, dan zou het dit vrouwenkiesrecht hebben geschrapt. Daarna verkiezingen. Een constituante. Ook een veel te groot woord. Joodsch Palestina-congres was veel beter. En een beter Voorlopig Bewind. Maar dat wil onze radicale Waäd Hazemani niet. Ze willen of een linksche constituante of geen. Ze verklaren, dat het staatsrechtelijk buiten de macht van het Voorlopig Bewind valt, het vrouwenkiesrecht af te schaffen. O, de juridische listelingen! Eerst zorgen zij er op een abnormale wijze voor, dat ze de macht in handen krijgen. En dan verklaren ze, dat er geen rechtsweg is om hun de macht te ontnemen. De verkiezingen zijn nu uitgesteld tot October. Met vrouwenkiesrecht. Men zal in dien tusschentijd probeeren de orthodoxie te overtuigen mee te doen. Dat is natuurlijk uitvlucht. De koppen zijn geteld. De orthodoxie doet dat niet. En dan? Wel, dan treedt het Voorlopig Bewind af, en stelt zijn macht in handen van den Raad, waaruit het indertijd is voortgekomen. Alsof dat wat geeft. De Raad zelf is indertijd verkeerd samengesteld; meerderheid linksch, terwijl de meerderheid van de bevolking rechts was. Een puzzle. Zóó erg is het ook niet. De Waäd Hazemani doet niets. Dus ook geen kwaad. En naar die zoogenaamde constituante verlangt niemand. We kunnen best tot October wachten. En, waarschijnlijk zal in October de beslissing komen van de Vredesconferentie over Palestina. | |
III.Wat verwachten wij? Dat Palestina Turksch zal blijven niet. De Turksche vertegenwoordigers hebben te Parijs de ongereptheid van het Turksche rijk gevraagd. Maar dat zal toch niet. Wij verwachten Engeland als lasthebbende mogendheid. En verder gelijke rechten voor Joden en voor Arabieren. Er zal dus zijn een Joodsche nationaal-religieuze gemeenschap. Met eigen burgerlijk recht, misschien ook strafrecht. Eigen onderwijs. Enzoovoort. Daarnaast een Arabische nationaal-religieuze gemeenschap met dezelfde rechten. Daarboven het Engelsche bewind. Dit alles niet alleen landelijk. Maar ook plaatselijk. Bovendien vrije emigratie. Wij zullen niet gewone Engelsche onderdanen worden. Maar Joden en Arabieren beiden, Palestinensers. Of zich hieruit langzamerhand een meer Joodsch Palestina ontwikkelen zal, hangt van allerlei omstandigheden af. Bijvoorbeeld of Engeland tot ambtenaren van het algemeene Engelsche bewind vele Joden benoemen zal. Staatsrechtelijk wordt Palestina een merkwaardigheid. Zooals alle mandaats-landen. De rechten van de Christenen, Arabieren en anderen, moeten ook geregeld worden. Dit is het, wat wij verwachten. Misschien komt er meer. Misschien komt er minder. Zal het een Joodsch Palestina zijn? Gij weet, de uitdrukking wordt nu veel gebruikt. Groote gebeurtenissen hebben altijd een belangrijken signifischen invloed: de Fransche revolutie, de wereldoorlog, de plotselinge realisatie van de Zionistische idee, enz. Het woord: ‘Een Joodsch Palestina’, door Wilson gebruikt in een gesprek met dr. Weizmann, wat wil men er mee? In den tijd van de Assyrische grootkoningen eenvoudig. De Arabieren eruit. De Joden erin. Maar men schuift niet meer zoo met volken. Zullen de Arabieren er uit gaan? Bij chauvinistische Arabieren bestaan zelfs plannen voor een Arabische immigratie, om de verjoodsching van Palestina tegen te gaan. Wist gij, dat er te Saloniki zoo een goede Zionistische courant verschijnt: ‘Pro Israël’ In het nummer van 30 Mei vindt ge een brief van Zangwill aan André Spire, een van de leiders van de Fransche Zionisten. Zangwill tegenover Weizmann. Het dichterlijke tegenover het politieke Zionisme. Zangwill aan Spire: ‘Een dichter moet zich niet verlagen en een diplomaat worden’. En dit is de trots des dichters: ‘Het is nog de vraag, of, met uitzondering van president Wilson, de wereldpolitici wel waardig zijn, ons Palestina af te staan. De verwezenlijking van een droom van tweeduizend jaren moet niet bezoedeld worden door politieke intriges. Zij moet het bewijs zijn van een nieuwe menschheid. Of de droom moet een droom blijven.’ Het is heel mooi, voor wien deze woorden op een warmen Vrijdagmiddag in het Herzlhuis leest en vertaalt. Maar is de uiterst-dichterlijke leiding van Zangwill niet even gevaarlijk als de uiterst-politieke van dr. Weizmann? Politieke intriges. Als het Joodsche Volk het Joodsche Land terugkrijgt, zal het geschonken worden zonder enthousiasme. Frankrijk. Het beweert rechten te hebben op Galilea, dat wij gevoelen als Joodsch land. Frankrijk en Engeland onderhandelen nu. Galilea tegen een ruim achterland achter Tripolis en Beyrouth. Galilea tegen Afrikaansch Gambia. Neen, Frankrijk is niet gevoelig voor de historische taak het Joodsche land te geven aan het Joodsche volk. Een Palestina, dat alle veertien millioen Joden ter wereld zou kunnen opnemen, verwachten wij niet. Maar ons te willen klemmen binnen al te enge grenzen, is een imperialistische onrechtvaardigheid. Wij wachten. Tot October? Langer? Wie weet. Louis Brandeis is hier gekomen met Jacob de Haas, die nog Hollandsch spreekt, geleerd van zijn grootmoeder. Weten zij iets? Zij zeggen niets. Wij wachten. Ik schrijf dit in het huis waar Herzl logeerde toen hij den Duitschen keizer te Jeruzalem bezocht. Vandaag is het juist vijftien jaren geleden sinds Herzl stierf. Vrijdagmiddag. Straks zal het Sabbath zijn. Frankrijk, Engeland, Palestina, Galilea, Gambia, Tripolis. Zal President Wilson ons het Joodsche integrale Palestina geven, tegen de starheid van een overschatte formule in? Wat willen wij van de Eeuwigheid? Joodsche Politiek. Wij wachten. |