Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 66 De commissie ontvangtGa naar margenoot+Neen: we zijn niet op de Vredesconferentie geweest. Maar we zijn toch wel dicht erbij gekomen. Want van de week zijn we ontvangen door de American Section of the International Commission on Mandats in Turkey. De internationale commissie, waarover ook gij wellicht gelezen hebt. Komt de commissie? Neen, de commissie komt niet. Ja, de commissie komt wel. En de commissie is gekomen. Een offer aan de formule van het zelfbeschikkingsrecht. De commissie hoort delegaties van de verschillende groepen der bevolking. Booze menschen beweren, dat de geheele commissie bluf is. Of een zoet koekje voor Wilson. Alles wordt toch in Parijs beslist. En wat nu de Jeruzalemsche Joden zeggen of de Gazasche Arabieren, daar zal de commissie zich niet aan storen. Misschien wat somber. In twijfelgevallen kan toch het verlangen van de bevolking den doorslag geven. Internationaal. Maar wij hebben hier alleen Amerikanen gezien. Sommigen zeggen, dat nu later nog Fransche en Engelsche sub-commissies zullen komen. Dat zou wel heel omslachtig zijn. En wat eenmaal gedaan, ernstig en plechtig is, dat kan dwaas worden bij herhaling. Anders: dat in Palestina een Amerikaansche commissie komt, omdat Amerika, anders dan Frankrijk en Engeland, hier geen eigen belangen heeft. Maar in Syrië is toch weder eene Fransche commissie. Anderen: Wilson weifelt. Palestina geeft moeilijkheid tegenover zijn formule van het zelfbeschikkingsrecht. Een Joodsch Palestina, mogelijk wanneer het land leeg was, is in strijd met het verlangen van de meerderheid van de bevolking, die er thans woont. Maar in overeenstemming met het verlangen van de bevolking, die er zich gaarne zou willen vestigen. Doch het Leven laat zich niet vangen in een formule. Ook niet door President Wilson. Een Amerikaansche sub-commissie dus. Eerst te Jaffa, dan in enkele groote koloniën geweest. En daarvan voortreffelijke indrukken medegenomen. Zeker komt dat ons volk ten goede. Ook de Arabische bevolking is door de Joodsche koloniën bevoordeeld. En dan te Jeruzalem. O, ze brengen hier een groote ontroering. Ze logeeren in het Grand New Hotel. En den ganschen dag de auto's voor de deur en stuivend door Jaffapoort en Jaffastraat. Een net mensch zit hier in een auto. De Engelsche officieren zijn gul met plaatsen. Maar ik houd daar toch niet van. Voor een net huis staan hier auto's. Wij hebben een heel net huis. Achter ons woont de beste, ja, de eenige goede autoreparateur van de stad. Vele malen staan er dus auto's voor ons huis. Neen, ik zou niet willen verhuizen. Het Grand New Hotel en de auto's. Generaal Money heeft de commissie bezoek gebracht en Generaal Storrs. Te hopen, dat deze bezoeken ons goed hebben gedaan. Maar zooals ik u reeds schreef: er schijnt een soort strijd te bestaan tusschen Generaal Storrs en sommige Zionisten. De zaak is deze: de oorlog heeft van de Zionistische beweging een wereldbeweging gemaakt, maar van alle Zionisten nog geen wereldmenschen. Generaal Storrs is dezer dagen met verlof naar Engeland gegaan. Komt hij terug? Gouverneur van Jeruzalem? Gouverneur van Palestina? Grand New Hotel. De auto's. En de plechtige gezichten. Wie hier binnengaat, die voelt zich. Nietwaar, een soldaat, die op schildwacht staat, het hoeveelste gedeelte van den wereldoorlog is dat? Maar hij moet toch niet deserteeren. En de Joodsche delegatie, die onze belangen bepleit bij de American Section of the International Commission on Mandats in Turkey, het hoeveelste gedeelte van de wereldverandering is dat? Maar we moeten toch oppassen. En het plechtige gezicht mag er dus bij. Neen, een algemeen-Joodsche delegatie is hier niet gegaan. Ik zal u zeggen, hoe wij gegaan zijn. Als symptoom van het algemeene: orthodoxe niet-Zionisten, orthodoxe Zionisten, niet-orthodoxe Zionisten. De verhouding tusschen deze drie elementen is bepalend voor de gebeurtenissen hier en buiten het land. Twee scheidingen in het Joodsche volk en dus drie groepen. De scheidingen: nationaal en niet-nationaal. Godsdienstig en niet-godsdienstig. De nationaal-godsdienstigen: Mizrachie tusschen beide uitersten. Maar daardoor ook soms bestreden door de strenge orthodoxie wegens hun nationalisme en door de uiterste nationalisten wegens hun orthodoxie. Eén enkele gesloten delegatie van alle Joden, die Joodsche eischen heeft voorgedragen, is dus niet gegaan. Er is eene Zionistische delegatie gegaan en eene delegatie van Aschkenazische Joden, voor de groote meerderheid bestaande uit tegenstanders van het politieke Zionisme. Gegaan is ook een delegatie van Sephardische Joden, waarbij R. Jacob Meyer, de pas hier aangekomen Chacham Baschi van Saloniki. Deze delegatie was ook een Zionistische. De eigenlijke Zionistische delegatie is op hoogst eigenaardige wijze samengesteld geworden. David Jellin heeft een aantal personen uitgenoodigd en daaruit een delegatie samengesteld: Jellin, Ben Jehoeda en diens zoon Ben Awi, de bankdirecteuren dr. Levi en S. Gordon, Boris Schatz, directeur van de Betsalel-school. Vertegenwoordigers van Mizrachie en Poalei Zion zijn niet gevraagd, omdat men meende, dat deze commissie niets te maken had met de verdeeling van het Zionisme in fracties. Men wilde slechts de algemeen-Zionistische eischen steunen. En heeft dus alleen algemeene Zionisten gevraagd. Ik meen, dat men, waar Mizrachie hier zoo sterk is, wel enkele Mizrachistische Rabbijnen had kunnen opnemen. De Amerikaansche commissie moet voorgelicht zijn door menschen, die Jeruzalem kennen. Zij moet geweten hebben, dat hier een orthodoxe anti-Zionistische groep bestaat. Met anti-Zionistisch bedoel ik nu hier en verder: tegen het politieke Zionisme. Die orthodoxe groep heeft zich vooral kerkelijk georganiseerd in de Waäd Haier Aschkenasie en vooral politiek in de vereeniging ‘Jeruzalem’. De Amerikaansche commissie heeft de beide Rabbijnen R.I.I. Diskin en R. Chaïm Sonnefeld uitgenoodigd met eene door hen samengestelde delegatie te verschijnen. In die delegatie zijn toen onder anderen gevraagd dr. M. Wallach, de bekende directeur van het Schaäre Zedek-hospitaal en ik zelf, omdat ik Engelsch spreken kan. En de heer L. Slutzkin, zoogenaamd anti-Zionist, maar zóó goed Zionist, dat hij sinds vele jaren ieder jaar eenige maanden hier kwam uit Australië en zich hier nu gevestigd heeft. Wij waren met ons tienen, maar de andere leden zijn buiten Palestina niet bekend. Ik geef alleen feiten als symptomen. In al deze kleinigheden ziet ge de krachten, die het Joodsche volk verdelen, vereenigen en drijven. Allemaal kleinigheden. Welk een minimaal deel van de wereld-regeling, die wij thans beleven. En het Joodsche volk, vrees, haat, ijverzucht, angst, welk een klein gedeelte der Eeuwigheid. Alleen feiten als symptomen. En dan in de eerste plaats: vrees bij de beroeps-Zionisten. Het wordt misschien nu iets beter, maar de politieke Zionisten hebben langen tijd de orthodoxie geen recht gedaan. En de vrome leerscholen hebben daaronder geleden. Het onrecht, dat men de orthodoxie aandoet, is juist de reden geweest, dat ik mij van de beroeps-Zionisten heb verwijderd. Er waren meer redenen, maar dit was de voornaamste. Het is de eerste maanden hard tegen hard gegaan. De Zionistische Commissie was niet gewend aan de Hollandsche nijverheid en onafhankelijkheid. Intusschen, twee leden van de Zionistische Commissie zijn vertrokken, met wie ik moeilijkheden heb gehad. Ik hoop toch op den duur ook te kunnen medewerken aan den opbouw van het Joodsche volk en van het Joodsche land. Voor minder kan niemand zich op den duur verwijderd houden van een land, dat mij zooveel als Holland heeft gegeven. Ik schrijf dit niet, omdat ik mij zelven zoo belangrijk vind, of zoo gaarne over mij zelven schrijf. Maar omdat ik vele brieven heb ontvangen van vele lezers, dat mijne brieven uit Jeruzalem niet zoo blijde en hoopvol zijn, als men had verwacht. Lieve vrienden: omdat ook de werkelijkheid niet zoo blijde en hoopvol was, als ik had gedacht. Zoudt ge waarlijk willen, dat ik terwille van propaganda en discipline oneerlijk of onoprecht zou zijn? Er werken hier dezelfde krachten, die wij, de Dichters der Beweging, ook in Holland hebben bestreden in onze gedichten en in onze kritiek. Maar de delegatie. En de feiten, die symptomen zijn. De Zionisten hebben gevreesd, dat onze delegatie spreken zou tegen het Zionisme en dat ik mij wreken zou op de domooren. Neen lieve vrienden: dat doet alleen een domoor. En R. Chaïm! Hij wilde alleen het Land vragen voor het Joodsche volk, zooals het ons beloofd is in de Profeten. De Zionisten zijn bang geweest voor ons! Welnu, R. Chaïm, onze geëerbiedigde Meester, is bang geweest, dat de commissie hem iets vragen zou, dat hem zou verplichten stelling te nemen tegen het politieke Zionisme. En toen heeft Jellin den heer Slutzkin een volmaakt overbodig bezoek gebracht. Neen, Sylvain Levi was van onze delegatie geen lid. O, wij hebben hard gewerkt in die dagen. Vergaderd. En speeches opgesteld. En speeches vertaald. En uit de speeches weer één memorandum gemaakt voor de Vredesconferentie. En dat memorandum vertaald. Wij hebben twee eischen naar voren gebracht. In de eerste plaats den eisch van vrije emigratie in Palestina. Ik ben daar persoonlijk niet voor, omdat ik dezen eisch niet uitvoerbaar acht. Maar R. Chaïm verdedigt hem op godsdienstige gronden. Wij zijn niet gerechtigd het Joodsche Land voor Joden te sluiten. In het huis van eene moeder is altijd plaats voor hare kinderen. Zeker zou de groote meerderheid van onze delegatie bezwaar maken tegen emigratie alleen onder contrôle van Zionisten, omdat zij vreezen dat de immigratie dan zou worden bemoeilijkt van de vrome Joden, die hier alleen komen om te bidden en om te leeren. In dien zin hebben zich de socialistische jongere Zionisten meermalen uitgelaten. Palestina is door de Zionisten gevraagd voor het geheele Joodsche volk. Daaruit volgt, dat ook de Agoedas Israël, sinds zij zich heeft gericht op Palestina, recht heeft op plaatsen in eventueele emigratie-comités. R. Chaïm zal dus den eisch van vrije emigratie stellen. En hij vraagt mij, die zijn rede vertalen zal, op dien eisch bijzonderen nadruk te leggen. Waarschijnlijk is zijn verzet vooral gericht tegen emigratie onder Zionistische controle. Maar daar hij niet spreken wil over de tegenstelling tusschen Zionisten en anti-Zionisten, gebruikt hij het woord ‘vrije immigratie’. In de tweede plaats zullen wij vragen, dat de Vredesconferentie niet over Palestina zal beslissen zonder dat de orthodoxe organisatie als de Agoedas Israël zal worden gehoord. Ik zelf heb de opneming van dit punt in ons memorandum gevraagd en verdedigd. En wel hierom: het is gevaarlijk, wanneer een persoon of een groep meer macht heeft of meer geld (een boosaardige vorm van macht!) dan overeenkomt met zijn geestelijke krachten. Dat gevaar dreigt thans voor onze Zionistische organisatie. Wij moeten het bewustzijn van onze leden versterken en zorgen, dat de macht van onze organisatie niet te groot wordt. Donderdagmiddag. Vier uur en wij komen samen bij R.I.I. Diskin. En als alles naar ons beste weten geregeld is, spreken wij samen het Middaggebed uit. R. Chaïm gaat voor. De Man, die ieder woord uitspreekt met zijn mond en met zijn hart. En wij rijden langs den langen Jaffaweg naar het hotel, waar de Commissie ons ontvangen zal. Denkt gij waarlijk, dat wij een slecht figuur maken met onze delegatie met R. Chaïm aan het hoofd? Er ligt een wonderlijke zonnegloed over zijn gelaat. En ik kan mij zéér goed begrijpen, dat het gelaat van Mozes zóó glansde, dat niemand in zijn gloed kou zien. Het gaat alles doodeenvoudig. En ‘parlementaire ervaring’ (mooie woorden, hê?), waarvan onze Russische vrienden zoo vreesden, dat ze ons ontbreken zou, ach, die hebben we heelemaal niet noodig gehad. R.I.J. Diskin spreekt een sierlijke Hebreeuwsche begroetings-rede uit. De heer Slutzkin vertaalt. Dan spreekt R. Chaïm. Hebreeuwsch. En wie geen woord verstaat, hoort toch, dat deze Man spreekt uit een heilig hart. Hij spreekt geweldig. Ik vertaal. En ik breng de twee verlangens naar voren: vrije emigratie en het hooren van de Agoedas Israël door de Vredesconferentie. De vrije emigratie vooral. En daarover worden ons dan door den Voorzitter van de Commissie vragen gesteld. R. Chaïm antwoordt. De heer Slutzkin vertaalt. De Voorzitter vraagt of R. Chaïm een vrije emigratie mogelijk acht. R. Chaïm antwoordt: dat wij het Joodsche Land niet mogen sluiten voor het Joodsche Volk. Wij zullen rijkdom en armoede met elkander deelen. De Voorzitter wijst op de mogelijkheid van verzet der Arabieren tegen vrije immigratie. Inderdaad hebben Arabische delegaties duidelijk te kennen gegeven, dat zij zich met geweld zullen verzetten tegen immigratie van Joden, vooral van Russische Joden. R. Chaïm antwoordt: dat deze bedreiging zeer goed bluf kan zijn. Dat wij overigens vertrouwen op de macht en op het inzicht van de lasthebbende mogendheid. Dat de Joden nu in Polen, Rusland en Oekrajine toch ook als beesten worden geslacht. De Voorzitter van de Commissie staat op. De audiëntie is geëindigd. Wij gaan. R. Chaïm, groot en machtig, het eerst. | |
II.De commissie heeft natuurlijk ook de Arabieren gehoord. Te Jaffa. Te Jeruzalem. Te Sechem, dat Nablus heet. En dat het centrum is van Arabische anti-Joodsche propaganda. Ik had eerst gedacht u het standpunt van de Arabieren in dezen brief te beschrijven. Maar gisteren heb ik ontmoet Zijne Excellentie Aref Pascha El Dajani, den President van de Mohammedaansch-Christelijke Arabieren-vereeniging. En die heeft mij zooveel belangrijke dingen verteld. dat het beter is in een volgenden brief te schrijven over de eischen der Arabieren. |
|