Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 63 Zakki Bey of de goede TurkGa naar margenoot+Gij vergist u. Het is niet een tooneelstuk. Maar een Turksche kolonel. Oud-Gouverneur van Jeruzalem. Een voortreffelijk man. Zijn lijfspreuk was: ‘ik laat dien kerel in de gevangenis gooien’. Gij vindt dit geen bewijs van voortreffelijkheid? Alles is betrekkelijk. Ook de lijfspreuken en de voortreffelijkheid. De lijfspreuk van Djemal Pascha was: ‘Ik laat dien kerel ophangen’. En hij deed het. Miss Landau, de Directrice van de Evaline de Rothschild-school, laat mij de portretten zien van Djemal en Zakki. Beiden trotsche, stoute, officieren. En ik heb de verhalen gehoord, van Miss Landau en van den heer Marx, den administrateur van het Schaäre-Zedek-Hospitaal. Djemal is daarin de wreede, woedende. Die de wilde buien heeft. Hij woont, groot en ver, buiten de Stad, op den Olijfberg. Hij gooit de doodvonnissen over de angstige Stad, Jeruzalem. Dan Zakki Bey. Hij is één jaar ouder dan Djemal Pascha. Ze zijn samen op de Krijgsschool te Konstantinopel geweest. Zakki van veel aanzienlijker familie dan Djemal. Hij heeft veel van Zakki geleerd. Samen in het Comité voor Eenheid en Vooruitgang. Samen revolutie. Het goede geluk dient Djemal. Hij wordt Minister van Marine. Dictator van Syrië en Palestina. Zakki Bey gouverneur van Jeruzalem. Beneden hem in rang. Maar toch, de oudere vriend uit de aanzienlijke familie. En in de romantische drama's: Jeruzalem, Olijfberg, Djemal, de doodvonnissen, speelt Zakki de rol van den wijzen milden, Vriend. Menigmaal, vooral ten behoeve van Joden, is hij naar den Olijfberg opgegaan. Men verhaalt van tochten door nacht en stormwind. Families in doodsangstige spanning. Gratie, mild en grillig, terwijl die veroordeelde al op weg naar het schavot. Ja, zeggen de fantasten, maar zijn moeder was ook een Joodsche vrouw. Ach wat. Zakki Bey was een gewone spion en al de Joden met wie hij vriendschappelijk omging, zijn later weggebannen, behalve dr. Wallach, en de heer Marx. Ik heb het stoute, opene, gelaat heel wat keeren op het portret bekeken. En mij gewenscht, dat ik hem eens ontmoeten zou. Miss Landau is er niet. Maar de school is er. En de gastvrijheid. En Miss Lazarus. En het postkantoor. Ik kom haar tegen in de hall. Zakki Bey is in de Stad. Hij is door de Engelschen krijgsgevangen gemaakt en naar Egypte gestuurd. Maar hij is altijd heel pro-Engelsch geweest. Hij denkt wel verlof te zullen krijgen naar Konstantinopel te gaan. Miss Lazarus, die Miss Landau vervangt, vraagt te eten. Geen groot diner. Weinigen: Zakki Bey en dr. Levi met zijn vrouw. Hij is in Konstantinopel geboren. Directeur van de Anglo-Palestine-Bank. Hij zal met Zakki Bey Turksch spreken. En ik zal voor hun gesprek blijven staan als voor een haag van rozen. De heer Marx zal komen. En eenige officieren van de Amerikaansch-Zionistische Medische Missie. Gij moet, wanneer gij mettertijd in Jeruzalem komt, ook héél dikwijls naar de Evaline de Rothschildschool gaan. Den Russenbouw over en het smalle dalende pad rechts af. Gij belt aan de poort. Een Arabische man of een Arabische vrouw zal u openen. Gij zult vragen, hoe het hun gaat. Zij zullen u verzekeren, dat zij tevreden zijn, wanneer gij tevreden zijt. En gij zult zeggen, dat gij (Allah zij gedankt!) tevreden zijt. En zeker zal, wanneer gij tegen den zomeravond gaat, dat zalige, verdwazende droomgevoel over u komen, dat des Oostens is. En de tuin. De paden en perken zwaar afgezet met steenen voor de winterslagregens. De bloemenkleuren fijn en dun. Daardoor de Tuin zwaar, dwaas. Een schilderij, waarvan alle voorwerpen begrensd met zware strepen. Zakki Bey is er nog niet. Wij wachten. En wij zien de theewolkjes in de Eeuwigheid vergaan. En wij snoepen koekjes. Zakki Bey komt met vier andere gasten gelijk. Door de vele begroetingen kan ik hem rustig in mij opnemen. In burgerkleeren. Maar toch trotsch en stout. De mond, zacht en mild, onder de korte, Turksche snor. De oogen donker, diep, onder het breede, hooge voorhoofd. Zakki Bey. De Goede Turk. Of een spion? Djemal Pascha. Olijfberg. Doodvonnissen. Maar zijn moeder was een Joodsche Vrouw. Wonder het leven van een ander. En ons eigen leven. Waarom gelooft gij niet, dat Gods handen de Roode Zee hebben stukgescheurd en de Zon boven den Jordaan hebben stilgezet. Gelukkig, dat Zakki Bey en dr. Levi Turksch spreken. Ik zal veel wijn drinken. Rechts naast mij zit een jonge Joodsche officier. Hij is hier geboren. Heeft gestudeerd in de rechten te Konstantinopel. Maar gediend in het Fransche leger. Spreekt: Fransch, Duitsch, Engelsch, Hebreeuwsch, Arabisch, Turksch, Grieksch en Italiaansch. Ik zucht en duizel. Vraag of hij geen Spaansch kent en de Scandinavische talen niet? Neen. Maar zal het leeren. Hij heeft ook de gouden pen, waarmee de laatste vrede geteekend is tusschen Bulgarije en Turkije. De pen is thuis. Maar een foto heeft hij bij zich met een certificaat van echtheid. Wat wonderlijke woorden: Bulgarije, Turkije. Eeuwen van leed en vreugd door de Eeuwigheid samengeknepen in één woord. En daarzonder zouden we met stomheid geslagen zijn. Ik zeg: ‘Turkije was een groot land’ en ‘Turkije heeft den oorlog verloren’. Wat houdt dat Woord bijeen? Ach, dwaze vragen, kijk niet in die diepte. Kijk in een glas met wijn, waarin de lamp een wereld van wonderen bloeit. Ik vraag den officier naast mij, of hij geen Russisch kent? Neen. Maar zal het leeren. Na tafel. In den salon, waar men elkaar zoo gemakkelijk vinden en verliezen kan. Ik vind er Zakki Bey. Vraag, waarom Turkije zich met Duitschland verbonden heeft? Wel, zegt Zakki, omdat er een machtige pro-Duitsche partij in Konstantinopel was: Djemal, Enver, Talaat. En omdat de geallieerden te weinig krachtig hebben gewerkt om Turkije neutraal te houden of voor zich te winnen. Het imperialistische Rusland zag Turkije niet eens ongaarne aan den Duitschen kant. Ongetwijfeld was dat gevaarlijk. Maar men hoopte toch te winnen. En van een neutraal of verbonden Turkije had Rusland Konstantinopel niet kunnen vragen. En de vredesvoorwaarden? De Goede Turk zucht. Hij vreest, dat ze zwaar zullen zijn. Maar hij hoopt voor den wereldvrede, dat zij ook verstandig zullen zijn. De Turken zijn een zachtmoedig volk. Maar als zij bijvoorbeeld Konstantinopel verloren, zouden zij onrustig kunnen worden en daardoor de geheele Mohammedaansche wereld verontrusten. Ook zou het wellicht niet verstandig zijn steden en streken met een Turksche bevolking onder een imperialistisch Grieksch of Italiaansch bewind te brengen. Men zou dan eenvoudig de Balkan-onrust naar Klein-Azië overbrengen. Ik vraag naar Djemal Pascha. Is het waar, dat hij in Zwitserland is, of misschien zelfs in Holland? Zakki Bey gelooft dat niet. Hij zal wel in den Kaukasus zitten bij een van de half-wilde-onafhankelijke bergstammen. Hij is daar geboren. Ook Zakki Bey. En die bergvolken houden het gastrecht heel hoog. Zij leveren hun gasten niet uit. En verdedigen tot den laatste. Hij verontschuldigt Djemal. Zijn groote macht heeft hem duizelig gemaakt. Hij was een man van aanvallen: vreugde, woede, wanhoop. Pro-Duitsch was hij in den gewonen zin van het woord niet. Maar al zijn militaire meesters waren Duitschers geweest. Hij bewonderde hun macht en hun organisatievermogen. Maar zijne sympathieën waren Fransch. En de sympathieën van Zakki Bey? Engelsch. Maar hij heeft toch ook veel van de Duitschers geleerd. Von der Goltz Pascha was ook zijn militaire meester. Toch wilde hij niet onder de Duitschers dienen. Toen Von Falkenhayn hier macht kreeg, heeft Zakki Bey zijn gouverneurschap nedergelegd. Djemal en de Zionisten? ‘Ja’, zegt Zakki Bey, ‘die verhouding was slecht.’ Djemal Pascha zag in het Zionisme een gevaar voor het Turksche Palestina. Zeker konden de Zionisten, wanneer men hun de vrije handen liet, Palestina tot grooten bloei brengen. En daarvan zou Turkije natuurlijk voordeelen trekken. Maar op den duur zou een min of meer overwegend Joodsch Palestina zich los maken van Turkije. Daarom was Djemal Pascha tegen het Zionisme. Daarbij dan dit: in vele landen was de positie van de Joden door den oorlog moeilijker geworden. Zij werden daar mishandeld en achteruitgezet en moesten nu toch voor het wreede vaderland vechten. De Russische Joden. Dat de Russische Joden hun plicht gedaan hebben, is zeker. Is het niet een ziels-raadsel, dat Russische Joden met liefde over hun wreede vaderland spreken? En dat zij met liefde voor het wreede vaderland sterven! De Poolsche Joden. De lijnen van den volgenden oorlog teekenen zich al af. Duitschland verbonden met Rusland tegen Polen verbonden met Frankrijk. Wij, doodelijk vermoeiden, beleven dit misschien niet meer. Maar de gymnasiast uit Santpoort, en het jongetje uit Amsterdam, met wiens moeder ik op ééne school ben geweest, en die mij Palestina-postzegels hebben gevraagd, die beleven het wel. Polen in oorlog en de Poolsche Joden. Turkije in oorlog en de Turksche Joden. De wreede strijd. Omdat de Joden niet een godsdienst zijn. En ook niet een volk. Geen hunner verhoudingen gaat zonder rest op in éénig woord. Daarom kan men over het Joodsche vraagstuk niet spreken. Maar men kan er ook niet over zwijgen. Turkije in oorlog en de Turksche Joden. Van winnend Duitschland en mede-winnend Turkije niets te verwachten. Engeland heeft met de Balfour-declaratie verwachtingen en beloften bevestigd. Er was voor November 1917 een organisatie van Joden in Palestina, in verbinding met den Engelschen intelligence-dienst. Aanvoerder was Aaronssohn, de landbouwkundige, die eenigen tijd geleden bij een vliegongeluk in Frankrijk om het leven is gekomen. Ontdekt. De zuster van Aaronssohn heeft zich doodgeschoten, toen zij in handen der Turken viel. Verscheidene anderen zijn moedig en trotsch de doodstraf ingegaan. Er waren jongens van zestien, zeventien jaren bij. Djemal heeft de daad van weinigen woedend gewroken op de velen. Ik kijk lang naar de portretten van Djemal Pascha en Zakki Bey. Terwijl Zakki Bey door den salon gaat. En Djemal Pascha gevlucht is bij de duistere volken van Kaukasië. Wij gaan naar huis met ons vieren. In het Chassidische weeshuis brandt het licht nog laat. De oudere jongens leeren nog Talmud. Op den Jaffastraatweg is het leven vroolijk en licht. Hij gaat door de stad, die eenmaal zijn Stad was: Zakki Bey, oud-gouverneur van Jeruzalem. De Eeuwigheid heeft het Bestuur overgedragen aan Ronald Storrs, Brigade-Generaal. Dr. Levi en zijn vrouw scheiden zich van ons. Wij gaan getweeën verder. De stille wegen van de Buitenstad. Onder denzelfden hemel. Met dezelfde sterren. Wat is dat: dezelfde. Wat is Jeruzalem, Londen, Turkije, Ronald Storrs, Zakki Bey! Wat zijn wij-zelven? |
|