Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd[24] Hoe dat her alard de cappellaen genas.Ga naar voetnootaan)10[regelnummer]
Her alart een priester die menech iaer
pape ende cappellaen was daer
Ga naar margenoot+ hem was so seer geswollen sijn dume
dat hi van pinen geduren const cume
maer also vollec als hi bant //
15[regelnummer]
Ga naar margenoot+ lutgarden reliquien daer op, al tehant
so was sijn vinger al ghenesen
Ga naar margenoot+ ende liet doen al sijn sweren wesen.
|
|