Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
20[23] Hoe dat een edele ionfrouwe beatrijs / wart gegeenst met haren wile.Ga naar voetnootaal)
Uvat dat elke nonne daer binnen
van haren dingen const gewinnen
van hoedůeken ocht van gurdele ochte
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+ van wilen, dat namensi ende dat dochte
hen, dad grote reliquien waren
ende groet heildom, so wast oec twaren.Ga naar voetnootaam)
Doen was daer een edel nonne jnne
beatrix hied si ende wijs van sinne
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+ di met haren vaderleken gůede
hawiers op hief vt grote ermůede //
Ga naar margenoot+ ende gaf hem hars gůeds meldeleke
Dees ionfrou si was gepijnt swarleke
van enen swere di har stont
35[regelnummer]
Ga naar margenoot+ jn haren hals als menegen was cont
Dien swere di har deed di pine
dien hieten carbunkel de phisisyne
Dees nonne si genas hoert hoe
si ginc henen ende nam doe
40[regelnummer]
Ga naar margenoot+ den wijl dien lutgard op har hoed
| |
[pagina 101]
| |
hadde, want har geloeue was groed
ende leiden om haren hals ende saen
was har dat groet geswel uergaen..
Et was wel recht dat lutgart trouwe
5[regelnummer]
Ga naar margenoot+ toende aen di edel ionfrouwe
ende dat si geestelec gůet har gaf
daer si op ertrike gevued was af..
|
|