Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd[9] hoe dat si contempleerde gods anscijn / na dien dat steet ind boec der gesteleker minnenGa naar voetnootyd)
Haer ureghd eens een har gesteleke
vrient di har was heymeleke
15[regelnummer]
Ga naar margenoot+ widenech dat xpistoc anscijn ware
dat si plach te siene clare.
Doen andwerdde heme de werde lutgart
stappans sprac si so oppenbard
mi, een onvertreckelec clere blic
20[regelnummer]
Ga naar margenoot+ ende mettier groeter claerheit sie ic
ene onsprekelec scoenheit daer bi
der glorificacien ihesu cristi
dat ic in desen leuene nyet
en conste geliden en twinteken yet
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+ en ware dat si allinselinghe
van minen scouweneGa naar voetnootye) verde ende ginge.
De gene died sach hi seide dat si
so grote tranen de maget vri
plach te sturtene te meneger stonden
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+ dat si hen onthouden nyen conden
died sagen sijn moesten met har wenen //
Ga naar margenoot+ als hadden si herten gehad uan stenen.
Twe iaer uoer dien dat sinte lutgardGa naar voetnootyf)
van ertrike scied quam brůder bernard
35[regelnummer]
Ga naar margenoot+ the hauwiers int cloester al ouer waer
ende vant dat si gelegen had daer
siec een maent ende alletene
bereiddeGa naar voetnootyg) si hare als ocht si henen
varen soude van ertrike tehant
40[regelnummer]
Ga naar margenoot+ datGa naar voetnootyh) hi se oec gheolijd vant.
want om dat si so vtnemende sere
| |
[pagina 86]
| |
begerde the scouwene onsen here
so viel haer in haren sin dat si
the gode soud varen de maget vri
Ga naar margenoot+ ende dat si soude uan ertrike sceden
5[regelnummer]
ende ginc har daer toe sere bereden.
Doen quam brůder bernard al daer
ende en wart aen haer gewaer
teken en geen van eneger doed
Ga naar margenoot+ maer hi mercte wel dat groet
10[regelnummer]
the steruene was haer begeringe.
Doen sprac hi toet haer cortelinge.
moeder mi en dunct nyet twaren
dat ghi van ertrike nv selt uaren //
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ Doen wedersloech sine met drůeue anscine
15[regelnummer]
ende seide soeneGa naar voetnootyi) dit es mi groet pine
dat ic dees waerd moet horen van v
want ic seer beghere nv
gode met ontecten anscine
Ga naar margenoot+ the scouwenne ende met hem the sine.
20[regelnummer]
Doen seid hi al lachgendeGa naar voetnootyj) dan sal nv
mijn lieue moeder ghescien nyetGa naar voetnootyk) v
Doen hiefse haer ogen op mettyen
ende sprac. en machs mi nv nyet gescien
Ga naar margenoot+ so moet gescien sijn heilege wille
25[regelnummer]
jc wil dan swigen al stoc stille
morgen wil ic dan op staen
van minen bedde ende wille ontfaen
den heilegen lichame gods ons heren
Ga naar margenoot+ mi the troeste ende hem the eren.
|
|