Verzamelde gedichten(1943)–Blanka Gyselen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Zoogende moeder HOE goed was het, na eind'lijke bevrijding, te soezen, elk gevoel en elk gepeins te ijl... toen snorde plots, doorheen haar droomen-wij ding en kinderkreetje als een roode pijl... zij rees, en luisterde, en reikte schuchter haar zwak gebaar in sterk ontfermen, om deze teerste aanraking beduchter moest even nog haar lichaam kermen... thans spat haar kracht in 't grootsche der geheimen dat kindermond aan vrouwenborsten snoert... - kan ééne zaligheid zoo rijk doorvlijmen?... - werd, voor dit uur, haar vreugde ooit beroerd?... zij zucht... daar ruischen englenwieken... zij glimlacht en haar blik druipt gansch de zon... zij fluistert... hoor de puurste harpmuzieken... zij voedt: zij is de eeuw'ge levensbron... vraag niet: is thans de Geest over haar neergekomen en waakt op deze vleeschgeworden droomen?... Vorige Volgende